78 jaar VDL-geschiedenis uit de eerste hand

0
311

Hij is al 78 jaar lid van VDL. Dick van der Have bereikte de respectabele leeftijd van 90 jaar. Hij zag zijn club met eigen ogen groot worden.
ZZP_Timmerteam
Van der Have mag dan 90 jaar zijn geworden en zijn vrouw al 86 zomers tellen, samen trekken ze er nog regelmatig op uit op de fiets. “We fietsen dan naar Hoek van Holland, bootjes kijken. Ik rij ook nog auto, maar niet meer in de stad.”

Van der Have is een vitale negentiger die nog midden in het leven staat. “Mijn kleinzoons komen regelmatig op bezoek. Dan willen ze sjoelen, dus dan haal ik de sjoelbak tevoorschijn. Ik voel me dan meteen twintig jaar jonger.”

Af en toe gaat hij langs bij VDL. “Ik ben een paar weken geleden nog geweest bij een wedstrijd. Ik zie dan veel onbekende gezichten. Logisch natuurlijk, want de meeste mensen uit mijn generatie zijn er niet meer of mankeren iets. Er lopen echter nog altijd wel mensen die ik ken van vroeger. De jongens met wie ik vroeger voetbalde, daar de zonen van doen van alles bij de club. Met de vader van Marcel van der Kraan heb ik jaren gevoetbald. Als ik kom word ik altijd met alle respect ontvangen. Toen ik er een paar jaar geleden bij het Robin van Persie-toernooi kwam kijken, werd ik gelijk naar een gereserveerde plaats op de tribune geleid. Dat doet me wel wat.”

Gebrek aan alles
Van der Have werd lid van de club in 1945. De Duitse bezetters waren net het land uit. “In de oorlog was er nauwelijks gevoetbald, zeker de laatste jaren niet. Veel mensen waren afgevoerd naar Duitsland voor de Arbeitseinsatz”, zegt hij. “Ik was twaalf toen ik lid werd. Ik weet nog goed dat we onze eerste wedstrijd speelden in 1945. Uit bij Zwaluwen in Vlaardingen. Aan alles was een gebrek. We hadden zes fietsen, er moesten jongens achterop en zo kwamen we in Vlaardingen. De wedstrijd duurde daar echter maar een half uur. De bal was lek. Een andere bal was er niet. Dus einde wedstrijd.”

Mooiweer-voetballer
Als senior haalde Van der Have het eerste elftal niet. “Ik had best aanleg hoor, maar ik was een mooiweer-voetballer. In het begin van de competitie vond ik het lekker, maar ik had een hekel aan regen en kou. Ik was als laatste op het veld en het eerste terug in de kleedkamer.”

In die eerste jaren na de oorlog speelde VDL aan de ‘Bodesluis’. Daar had de club één veld. “Met twee houten keten. In één kon je je wassen, met koud water en er waren een paar kranen. Luxe was het bepaald niet. In de andere keet zat een luik en als die openging, konden we wat limonade kopen.”

Van der Have was er getuige van het debuut van Janus van Onselen. “Er waren destijds vooral oudere spelers die in het eerste elftal speelden. Op dezelfde dag debuteerden Janus en ook Joop Koole, ze waren allebei zeventien jaar.”

Van Onselen schopte het nog tot het Nederlands elftal. “Hij is naar VZV in Velzen gegaan, dat speelde in de eerste klasse, destijds het hoogste niveau. VDL speelde toen tweede klasse, dat was best hoog. HVV, VOC, HBS zaten in dezelfde competitie. Dat waren deftige clubs, en ons complex paste daar helemaal niet bij.”

“Joop Koole heeft overigens heel lang in het eerste gespeeld. Hij was stopperspil. Hij was de commandant van de politie in Vlaardingen. Als we dan tegen een Vlaardingse club moesten, gaf dat wel wat reuring. Maar Joop was een harde.”

Niet iedereen in Maassluis was destijds blij met de zondagclub. “Ik herinner me nog dat we zelfs een poosje geen veld hadden en dat we voor de thuiswedstrijden moesten uitwijken naar VFC in Vlaardingen waar we van een veld gebruik mochten maken. In die tijd was voor veel mensen de zondagsrust heilig. In Maassluis moest de bioscoop zaterdagavond om elf uur dicht. Het gemeentebestuur was heel streng, want we hebben een tijdje alleen tussen twaalf uur en vijf uur ’s middags mogen voetballen. Oh wee als je een minuut te vroeg op het veld stond, dan haalde de politie je er vanaf.”

Regenbuien
“Later is de club verhuisd naar de andere kant van Maassluis, bij de Steendijkpolder. Daar speelden we op ’t Stort, zoals dat in de volksmond werd genoemd. Het werd zo genoemd omdat het terrein daarvoor werd gebruikt om overtollig water op te vangen. Heel luxe was het hier ook niet in het begin. Warm water was er nog niet, dat kwam later.”

Ondanks dat hij mooiweer-voetballer was hield Van der Have het lang uit als actief voetballer. “Ik speelde in een lager elftal, van die vriendenteams.  Toen heb ik ook wel eens gespeeld in een team met allemaal zeeloodsen. Ik was tegen de vijftig toen ik stopte. Zeker in mijn jongere jaren was de saamhorigheid groot. Toen ik met mijn vrouw een huisje konden krijgen was dat helemaal uitgewoond. Het hele team werd opgetrommeld voor de verbouwing.”

Zijn huwelijk leverde twee zoons op. “Die wonen in de buurt van ons en komen regelmatig langs. We wonen nog op onszelf, met af en toe wat hulp redden we ons prima. Ik heb ook nog vier kleinkinderen, allemaal jongens toevallig. Twee hebben er gevoetbald, maar ze doen nu meer in de krachttraining en ze hebben ook gejudood. Mijn oudste zoon heeft bij VDL in de jeugd gevoetbald maar toen hij in de senioren in het derde kwam te spelen vond hij het niet zo interessant meer.”

“VDL heeft een prachtig complex nu, dat is niet te vergelijken met vroeger. Het is rijkdom. Ik volg het eerste nog wel. Als maandag de krant komt is het eerste wat ik doe het verslag van VDL lezen. Heel af en toe, zoals pas geleden, ga ik kijken. De laatste keer ben ik wel een beetje geschrokken, ik vond het spelpeil niet hoog. Het viel me op dat er weinig combinaties te zien waren. Het voetbal is sowieso heel erg veranderd. Het is veel sneller geworden. Vroeger was het tempo minder hoog en daardoor was er meer ruimte voor individuele acties. Als ik nu de profs zie spelen, lijken het wel robots.”

Klik op VDL voor het laatste artikel over de club