Na een moeizame eerste seizoenshelft, had waarschijnlijk niemand verwacht dat Woudrichem nu zo hoog zou staan. Was getekend, Floris Kieboom. Toch is dat de realiteit en dus doet de derdeklasser ineens mee aan de nacompetitie voor promotie. “Als je dan een paar keer wint, kom je in een flow.”
Iets wat de twintigjarige Kieboom tot voor de winterstop, zelf toch ook niet helemaal had verwacht. “Het was eigenlijk een teleurstellend seizoen, zeker na de degradatie van vorig jaar.” Al had de jonge middenvelder daar in eerste instantie wel een verklaring voor. “Het eerste en tweede waren samengevoegd, dus we hadden een heel grote groep. Veel concurrentie, keuzes maken, maar te weinig echte teamspirit.” In combinatie met het vertrek van een aantal dragende spelers, zorgde dat dus voor een lastig begin. “Na de eerste seizoenshelft, had niemand verwacht dat we nu zo hoog zouden staan.”
Even wennen
Ook Kieboom zelf eigenlijk niet. “Het doel was eigenlijk handhaven en stiekem hopen op nacompetitie of een periode. Op een gegeven moment, gingen we wel steeds meer omhoogkijken.” Een directe terugkeer in de tweede klasse, behoort dan ook nog altijd tot de mogelijkheden. “Maar als dat niet lukt, kijken we volgend jaar gewoon weer!” Met hem er in ieder geval bij. “Ik voetbal al heel mijn leven bij Woudrichem. Op mijn vijfde begonnen en nooit ergens anders.” Toch scheelde dat niet veel, lacht hij. “In de JO15 was er even sprake van om naar Sleeuwijk te gaan, maar toen ben ik lekker gebleven. Daar heb ik geen moment spijt van gehad.” Sinds dit seizoen maakt Kieboom onderdeel uit van het eerste. En dat was best even wennen, vertelt de middenvelder. “Je begint bij de senioren eigenlijk weer helemaal onderaan. Alles gaat veel sneller en ook fysiek kom je tekort.” Andere posities, andere spelers en dus een hoger tempo. “Vooral de snelheid van het spel, is een enorm verschil. Plus tegenstanders zijn natuurlijk slimmer, die hebben veel meer ervaring.” Tegenwoordig gaat dat beter, merkt hij. “In het drukzetten, hoe je moet lopen en welke keuzes je moet maken. Weten wanneer je wel of niet een balletje uit moet halen.” Met zijn vertrouwen, zit het inmiddels dan ook wel goed. “In het begin weet je niet waar je het moet zoeken, nu gelukkig wel.” Misschien wel mede door zijn teamgenoten. “Veel jongens waar ik in de jeugd ook al mee speelde, dat is natuurlijk wel leuk!”
Meer durven
Een droom is daarmee in vervulling gegaan. “Spelen in het eerste, was als jeugdspeler natuurlijk wel het doel. Ik ging ook altijd kijken. Eerst zelf voetballen en daarna de hele dag op de club blijven. In de hoop daar zelf ooit te staan. Daarom ben ik nu ook trots dat het gelukt is.” Helemaal als echte Woudrichemmer. “Ik kan het veld zien liggen vanuit mijn huis! Je kent iedereen, het is een fijne club, met heel veel spelers van hier. Dat is denk ik wel uniek én voor mij ook het leukste.” Genoeg reden om zich iedere week vol passie in te zetten voor ‘zijn club’. “Ik ben een harde werker, maak veel meters, loop gaten dicht en moet het hebben van de duels.” Toch was dat in de jeugd wel ietsje anders, herinnert hij. “Dan kwam ik echt de bal opeisen, dat moet ik nu ook weer meer gaan doen.” Een wijze les voor de toekomst. “Meer rust aan de bal en dingen durven, schieten of acties maken.” Zowel aanvallend als verdedigend dus. “Het leukste vind ik om ballen op te halen en van daaruit het spel te maken. Maar ik kan ook aanvallend de ruimtes induiken.” Genoeg tijd nog, om dat verder te ontwikkelen. Bij Woudrichem, denkt Kieboom. “Ik zit er natuurlijk nog maar kort bij en ik heb het hartstikke naar mijn zin. Als ooit die kans om hogerop te gaan komt? Dan blijf ik waarschijnlijk toch hier!”
Klik hier voor de gepersonaliseerde clubpagina van Woudrichem.