Elftallen rijden er graag een blokje voor om: de gehaktballen en soep, die in de VDL-keuken worden bereid, zijn ‘wereldberoemd’ in de regio. “Het geheim? Goede kwaliteit en veel liefde”, zegt Wim van Beieren, dé man achter de culinaire hoogstandjes.
Samen met zijn vrouw Nel staat hij iedere zaterdag van ’s ochtends vroeg tot aan het begin van de avond in de keuken. “We werken bijna het klokje rond”, zegt Van Beieren (72). “We hebben wel eens hulp gehad, maar we zijn zó aan elkaar gewend. We hebben een vast systeem samen en dat werkt het best. Met zijn tweeën werken we het fijnst.”
Zeven jaar geleden meldde John Klepke, grensrechter van het eerste elftal, zich met een noodroep bij Van Beieren. “John is mijn stiefzoon. Hij vroeg of wij niet iets in de keuken konden doen. Als je een patatje bestelde, mocht je blij zijn dat je die voor het einde van de wedstrijd had. Dat werkte niet, ook omdat er een vrouwtje in stond die alles in haar eentje moest doen.”
Van Beieren (72) had wél zo zijn eisen. “Ik heb gezegd: als ik het doe, gebeurt het wel op mijn eigen manier. Met een grote eigen inbreng.” De oud-voetballer van VV ’s-Gravenzande (‘Een topper was ik niet, ik heb tot mijn 26ste jaar in een lager elftal gespeeld’) kreeg carté-blanche van de club. “Ik heb een groot deel van mijn leven in de horeca gewerkt en eigen cafés in Monster en Hoek van Holland gehad. De keuken bij VDL was die van een gemiddelde voetbalclub. Kroketje, frikadelletje, patatje. Ik heb gezegd: daar gaan we nog iets aan toevoegen.”
Dat ‘ iets’ werd onder andere gebakken ei met spek. Een klassieker voor de vroege morgen. “Ik weet dat heel veel spelers thuis niet ontbijten maar dat hier doen met broodje gebakken ei en spek. Het ruikt al heerlijk als je hier naar de kantine komt lopen. Er zijn ochtenden dat er honderdveertig van die broodjes over de toonbank gaan.”
Het broodje gebakken ei met spek is één van zijn toppers. Zijn ballen gehakt vinden eveneens gretig aftrek en spreken nog meer tot de verbeelding. “Soms komen complete elftallen alleen voor een bal gehakt naar VDL. Kun je je dat voorstellen? Pas geleden moest het tweede van DVO’32 in het Westland spelen. Op de terugweg kwamen al die jongens even een bal gehakt halen. Wonderlijk, hé!”
Of toch niet. Wim bereidt zijn ballen met liefde. “In het begin kocht ik de ballen in, maar op een gegeven moment zei de penningmeester dat we aan inkoop al één euro zestig kwijt waren. Dan verdien je er niks meer aan en dat ben je alleen voor de slager aan het verkopen. Toen ben ik de ballen zelf gaan maken. Het is een werkje, maar uiteindelijk gaat er ook om dat de club er beter van wordt.”
Over geld gesproken, sinds Wim en Nel de keuken bestieren heeft VDL de opbrengsten in de kantine spectaculair zien stijgen. “De bakker zei onlangs dat wij meer broodjes afnemen dan Excelsior Maassluis.”
En dan is er nog de soep. Ook die is ver buiten Maassluis ‘wereldberoemd’. “Je wilt niet weten hoeveel liter we soms verkopen”, zegt Van Beieren. “Ik maak altijd twee verschillende soorten. Op zondag zit hier altijd de Feyenoord Academy en de selecties van Jeugdplan Nederland. Wat er dan doorheen gaat, ik sta er soms nog steeds van te kijken. Er zijn mensen die met een paar liter naar huis gaan. Zó lekker vinden ze het.”
“We zorgen altijd dat we een broodje van de week hebben. Dat kan zijn: broodje saté of een andere keer broodje kipkerrie. We houden het spannend, voor onszelf en voor de mensen.”
Zijn ‘hobby’ slokt veel tijd op, want Van Beieren zorgt ook voor de totale inkoop van de kantine. En op dinsdag kokkerelt hij voor de werkploeg van VDL. “Die mannen verdienen een goede maaltijd. De ene keer maak ik chili con carne een andere keer nasi of bami. Je moet ze wel verwennen, ze zijn altijd in de weer voor de club.”
Hij schat dat hij dertig uur per week in touw is voor VDL. “Het zou ook meer kunnen zijn.”
Dat heeft een prijs. Hij heeft moet breken met zijn oude liefde: het zingen. “Ik heb jaren opgetreden in heel het land. Feesten, partijen. Op YouTube staan nog 23 filmpjes van me. Aan de ene kant vind ik het wel jammer dat dat niet meer kan, aan de andere kant: je moet ook niet alles willen. En af en toe zing ik bij VDL. De zingende kok ben ik dan.”