Wiggert ten Haken regelt het wel

0
702
valken-68-wiggert

Hij houdt niet van gele en ál helemaal niet van rode kaarten. Wiggert ten Haken is als scheidsrechterscoördinator van Valken’68 van het regelen. “Ik rust pas als alle wedstrijden bezet zijn.”

Het zonnetje schijnt en op alle velden bij Valken’68 zijn rond elf uur wedstrijden aan de gang. Ten Haken loopt zoals zo vaak in de kantine, uitgerust met pen en papier. “Dit is mijn lijstje van volgende week zaterdag”, wijst hij op het uitgedraaide wedstrijdprogramma. “Ik doe dat altijd. Een week van tevoren loop ik op de club en probeer ik al de eerste wedstrijden te slijten. Dat werkt heel goed, want ik zie veel mensen. Meestal ben ik na zaterdag al zo’n 75 procent rond. Aan het begin van de week bel ik of app ik scheidsrechters voor de laatste wedstrijden.”

Ten Haken kan gerust als bevlogen worden betiteld. Hij realiseert zich dat hij als scheidsrechterscoördinator een sleutelpositie bekleedt. “Bij veel verenigingen klagen ze over het gebrek eraan, ik zeg niet dat het bij ons optimaal is, maar wij hebben zeker geen klagen. Persoonlijke benadering, dat werkt.”

En een beetje brutaliteit. Als Ten Haken omhoog zit en het programma van thuiswedstrijden niet dicht krijgt stapt hij de kleedkamer in van een elftal. “Er zijn altijd wel een paar jongens die zeggen: we helpen je wel uit de brand. En als ze eenmaal een keer gefloten hebben weet ik dat ik nog een keer beroep op ze kan doen als de nood aan de man is. Ze komen op mijn lijstje.”

Dat lijstje met scheidsrechters is intussen flink. “We hebben vier, vijf scheidsrechters die elke week fluiten, aangevuld met zo’n 25 die af en toe een wedstrijd willen leiden. De één vindt het prima om één keer in de twee weken te fluiten, de ander kan ik benaderen als ik omhoog zit. Op die manier gaat het eigenlijk prima.”

Zelf fluit hij ook nog steeds. “Ik heb jarenlang gefloten voor de KNVB. Daar ben ik een paar jaar geleden mee gestopt. Ik floot tweede en derde elftallen. Nu pak ik wedstrijdjes van lagere elftallen mee als het nodig is.”

En dat doet hij met groot plezier. “De één vindt het geweldig om te voetballen, voor mij is fluiten een uitlaatklep. Ik heb er spijt van dat ik pas na mijn veertigste ben begonnen. Als scheidsrechter val ik het liefst zo min mogelijk op. Ik ben ook iemand die nauwelijks kaarten geeft. Voetbal is emotie en daar moet je als scheidsrechter ook wel begrip voor tonen. Een kaart geven is niet de oplossing. Soms ontkom je er niet aan, als een speler structureel commentaar blijft geven, maar ik probeer het eerst anders op te lossen. Als spelers op mij afvliegen omdat ze het niet eens zijn met een beslissing, meld ik dat ik een paar dagen geleden nog de Champions League floot. In vrijwel de meeste gevallen verschijnt er dan een lach.”

Ten Haken vindt het sowieso belangrijk dat zijn Valken’68 een toonbeeld is van goed gedrag. Als voorzitter van de waarden- en normencommissie ziet hij daar ook op toe. “Gelukkig hebben we als club weinig incidenten. Een enkele keer krijgen we een speler doorgestuurd waarmee we een gesprek aangaan. We adviseren het bestuur dan hoe daar mee om te gaan.”

Klik op Valken’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Valken’68 voor meer informatie over de club.