Internos is er dit seizoen niet in geslaagd om zich te handhaven in de derde klasse. Waar de ploeg zich vorig jaar via de nacompetitie nog ternauwernood wist te redden, is degradatie dit keer een feit. Een bittere conclusie, ook voor middenvelder Dirk van der Ham. “We wisten als groep van tevoren dat het niet makkelijk ging worden.”
Al was de start met tien punten uit zeven duels hoopvol, herinnert Van der Ham (24). “We begonnen goed, maar daarna werd het wisselvallig en hadden we een slechte reeks.” Zonder echt weggespeeld te worden, vindt hij. “In een aantal wedstrijden hadden we meer verdiend. En als we verloren, was het vaak met één doelpunt verschil.” Hoe dat komt? “Een paar keer pech, een stukje fitheid én het gebrek aan vechtersmentaliteit.” Toch is één ding, volgens hem misschien wel het allerbelangrijkste. “Verdedigend staat het over het algemeen vrij aardig, alleen missen we scorend vermogen.”
Geloven
De verklaring daarvoor, is echter vrij simpel, vertelt Van der Ham. “Door een aantal blessures, hebben we bijna geen aanvallers meer over. Zo hebben we regelmatig met een back op rechtsbuiten gespeeld.” En dat niet alleen. “Op de bank zat soms maar één wissel…” De tegenvallende resultaten zijn volgens Van der Ham dan ook een combinatie van pech én kwaliteit. “Als je naar de uitslagen kijkt, zijn we vaak dichtbij geweest en heb je het gevoel dat er meer in had gezeten.” Desondanks weigert de middenvelder om de handdoek in de ring te gooien. “Vorig seizoen is het via de nacompetitie nét wel gelukt om ons te handhaven, daar moeten we nu ook weer in geloven.” Al probeert de inwoner van Etten-Leur ook reëel te zijn. “Tot nu toe, pakken we te weinig punten. Zo simpel is het.” Tijd om daar in die laatste paar wedstrijden, verandering in te brengen. “Als we dat stukje extra geven, zijn we moeilijk te verslaan. Helemaal als we dan ook nog vaker voor de goal gaan komen.” En scoren natuurlijk. “We hebben voldoende kwaliteit om in derde klasse te kunnen spelen, dat hebben we vaak genoeg laten zien. Met deze groep, is dat echt wel realistisch.” In zijn tweede volledige jaar bij de selectie, ziet Van der Ham dat sommige ploeggenoten tijd nodig hebben om te wennen aan het niveau. “Dat is logisch. En normaal krijgen ze die ook, maar nu moeten ze er door bepaalde blessures ineens meteen staan.”
Vuile meters
Zoals dat bij hemzelf, een stuk meer geleidelijk ging. “Ik ben bij Internos begonnen in de F’jes en speelde altijd in lagere elftallen. De E3 en D4, dat soort teams.” Via de A1, kwam Van der Ham in het tweede terecht. “Uiteindelijk heb ik vier jaar bij de selectie gezeten, voordat ik echt naar het eerste ging.” Van plan om ooit ergens anders te gaan voetballen, is hij niet. Een reden om weg te gaan, kan Van der Ham dan ook niet bedenken. “Ik voetbal nu met jongens die ik al heel lang ken, dus dat zijn inmiddels vrienden geworden.” Ook in de jeugd, beleefde hij een mooie tijd. “Met goede trainers én betrokken ouders.” Een periode waarin hij zichzelf als lopende middenvelder, heeft kunnen ontwikkelen. “Bij het tweede stond ik altijd op tien, maar bij het eerste begon ik als zes. De laatste weken sta ik weer op tien.” Wat heeft zijn voorkeur? “Vorig seizoen heb ik als nummer zes een goed seizoen gedraaid en alles gespeeld, alleen vind ik het fijner op tien. Terwijl ik op zes misschien wel beter ben, haha!” Aan zijn kwaliteiten, zal het in ieder geval niet liggen. “Iemand die veel loopt, duels speelt en vuile meters maakt.” En iemand, die te weinig doelpunten op zijn naam heeft staan. “Daar hoop ik nog beter in te worden!”
Klik op Internos voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Internos voor meer informatie over de club.