De meisjesafdeling van Rijnsburgse Boys heeft de afgelopen jaren body gekregen. Met honderdtwintig voetballende meiden hebben de ‘girls’ hun plaats op sportpark De Middelmors gevonden. “We krijgen de ruimte van de club”, aldus Lewina Blom, die met Patricia Duindam coördinator is van de meisjestak van de Uien.
Het leven op zaterdag van Blom en haar gezin – een man, twee dochters en een zoon – speelt zich af op het veld bij Rijnsburgse Boys. Als zij niet staat te coachen langs de lijn bij de MO13-1 is ze actief als steward bij thuiswedstrijden van het eerste elftal van Rijnsburgse Boys. “Ik doe dat al een paar jaar. Mijn man is ook steward. Het is altijd gezellig. Meestal sta ik bij het sta-gedeelte van onze supporters achter het doel.”
Haar twee dochters spelen in het eerste en enige vrouwenelftal dat Rijnsburgse Boys heeft. “Ze zijn twee totaal verschillende voetbalsters”, zegt Blom (46) lachend. “De ene staat in de aanval, de andere in de verdediging.”
Zelf voetbalde Blom ook bij Rijnsburgse Boys. Dat was in een tijd dat er nog geen meisjesvoetbal was. “Er is ook een lange tijd geen vrouwenafdeling geweest. Veertien, vijftien jaar geleden is gestart met een meisjesafdeling. Ik heb jarenlang, ook met Patricia Duindam, het elftal van mijn dochters getraind. Nu trainen we, ook weer samen, al vijf jaar dezelfde groep die ooit als een MO9 begon.”
De meisjesafdeling bestaat inmiddels uit een MO19, MO17, MO15, twee MO13-teams en een MO11. “Daarnaast hebben we nog twee speelsters spelen in de selectie bij de jongens. Eén meisje speelt in een lager team omdat ze graag bij de jongens wil spelen. Die ruimte is er ook.”
“Onze sterkste groei hebben we doorgemaakt nadat de Oranje-leeuwinnen hun eerste successen gingen behalen en Europees kampioen werd in 2017. Daarna is het een paar jaar stabiel geweest, totdat de coronaperiode aanbrak. Als buitensport hadden we als voordeel dat we in de lockdownperiode snel weer konden trainen. De binnensporten mochten dat nog niet. Daardoor hebben veel meisjes voor voetbal gekozen.”
En die groei zet zich nog steeds door nu het seizoen loopt. “Elke week krijgen we wel weer een aanmelding of een mail met het verzoek om op proef te komen trainen. Dat is mooi, maar onze teams zitten intussen aardig vol. Meer als zestien speelsters per team moet je eigenlijk niet hebben.”
Voor de toekomst zou Blom graag verder willen groeien. “Het meest ideale is dat je twee teams hebt in één leeftijdscategorie. Dan kun je ook selecteren op niveau. Dat is beter voor de goede, maar ook minder goede speelsters.” Blom geeft echter aan dat bij Rijnsburgse Boys het plezier voorop staat. “Er is best wel veel concurrentie met clubs die op een hoog niveau spelen, zoals FC Rijnvogels en Ter Leede. Die blijven altijd een grote aantrekkingskracht houden op talentvolle meisjes.”
Rijnsburgse Boys probeerde het prestatievoetbal een paar jaar geleden in te voeren met een eredivisieteam in de beloftencompetitie. “Maar vijf meisjes van dat team waren van onze club zelf, het merendeel kwam ergens anders vandaan. Het was een soort vreemdelingenlegioen in Rijnsburgse Boys-tenue.” Het project ging ook snel ter ziele. “Als we hogerop gaan, doen we dat met meiden van de eigen club”, is Blom stellig.
Voor meer informatie over Rijnsburgse Boys klik hier.
Meer artikelen van Rijnsburgse Boys klik hier.