“We gingen de polonaise in vlak vóór de kampioenswedstrijd”

0
26

Op donderdagavond, tussen negen en elf, schuift Gerard Zuijderduijn (67) standaard aan bij zijn vaste groep in de lounge van Quick Boys. Een biertje, wat oude verhalen, een paar grappen “wij zijn de wijze mannen,” zegt hij met een brede lach. “We lossen de wereldproblemen op en nemen daarna de week door. Af en toe komt er een selectie-trainer bij zitten. Hartstikke gezellig.”

Gerard is al ruim zeven jaar met pensioen, maar nog altijd een markant figuur op Nieuw Zuid. Iedereen kent hem, en hij kent iedereen. “Ik kan bij wijze van spreken elke deur van het sportpark nog openen.”

Van de jeugd tot het tweede

Hij begon als achtjarig jongetje in de jeugd van Quick Boys. “Toen trainde je eerst een paar jaar voordat je wedstrijden speelde. Pas op mijn tiende mocht ik meedoen in de competitie. In mijn eerste wedstrijd maakte ik meteen drie of vier doelpunten. Toen ging het snel.”

Hij groeide op in een andere tijd, maar het spelletje was hetzelfde. “Je ging gewoon trainen, voetballen, plezier maken. Van de C1 naar de B2, B1, A2 en A1, steeds een stapje hoger. Uiteindelijk kwam ik in de A-selectie terecht. Ik heb daar elf jaar ingezeten. We trainden daar met 25 man in. Die A-selectie bestond dus uit zowel het tweede als het eerste elftal. Negentig procent van die tijd speelde ik in het tweede. Dat kwam mede omdat ik ook ander dingen belangrijk vond. Ik studeerde in Leiden en zat op kamers. Dat bevordert niet altijd je gezondheid, laat ik het zo zeggen. Daarnaast had ik hobby’s zoals zeilen of tennissen.”

Gerard had, naast voetbal, een hele reeks interesses. “Ik speelde in bandjes, ook in het buitenland. Het was niet zo dat dat grote concerten waren, maar we hebben bijvoorbeeld op een camping in Frankrijk gestaan. Muziek was m’n andere passie. Martin Haasnoot, een goede vriend van me die helaas is overleden, was onze zanger. Met hem heb ik altijd gevoetbald. Zowel in de jeugd als in de senioren.”

“Ik had vrienden die op vrijdagavond om half tien naar bed gingen omdat ze de volgende dag moesten voetballen. Ik ging dan de kroeg in en dronk met mate wat biertjes. En ik nam m’n petje af voor die gasten, hoor. Ze deden het goed. Maar ik keek er gewoon anders naar. Ik hield van muziek, zeilen, tennis, gewoon het leven. Toch heb ik voor mijn gevoel alles uit voetbal gehaald.”

Dat blijkt wel. Met het tweede elftal van Quick Boys werd hij drie keer landskampioen. “Dat vergeet je nooit meer. We hadden een geweldig team en een prachtige tijd. We hebben gelachen.”

Drie keer landskampioen en een polonaise

Over één kampioenschap kan hij nog steeds smakelijk vertellen. “Nadat we districtskampioen waren geworden en daarna landelijk kampioen van de zaterdag, speel je een laatste wedstrijd tegen de kampioen van de zondag. Als je die wint, zou je dus landskampioen zijn. Voor de wedstrijd zitten we met z’n allen in de kleedkamer en leveren we onze horloges in. Die gingen in zo’n tasje weet je wel. Nadat de trainer zijn laatste bespreking (dat was overigens nooit langer dan vijf minuten) had gedaan, ging één van die horloges af. Er speelde een soortement polonaise-achtig nummer. Ik stond op en begon de polonaise te lopen en vrijwel iedereen deed mee. Eén minuut voor die wedstrijd om het landskampioenschap. En natuurlijk: we werden kampioen.”

De man van de lange trap

Gerard speelde als centrale middenvelder, technisch sterk, met een goede trap. “Ik had een goeie pass en kon hard werken. In de senioren heb ik elf keer vanuit de aftrap gescoord. Eentje kan ik me nog goed herinneren. Dat was tegen Noordwijk 2. Arie Haasnoot was die dag trainer en hij zei nog in de kleedkamer: ‘geen gekke dingen doen met die aftrap vandaag.’ Eenmaal op het veld aangekomen, was hij zijn waterzak vergeten en liep even heen en weer naar de kleedkamer en terug. Toen hij terug was lag de bal in het doel van de tegenpartij. Arie geloofde het bijna niet.”

Tot zijn 45e heeft Gerard gevoetbald, daarna werd hij zeventien jaar lang jeugd-/senioren-trainer “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets miste toen ik stopte. Ik verveel me niet snel. Ik ben twee jaar bezig geweest met het opknappen van een oud huis voor mijn dochter, ik ben mantelzorger voor mijn oudere zus en ik heb kleinkinderen. Daar geniet ik enorm van.”

Maar Quick Boys bleef altijd zijn tweede huis. “Ik ben nog steeds lid. En ik ben trots op wat ik voor de club heb mogen doen.”

De supportersvereniging

Gerard zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de supportersvereniging van Quick Boys, die hij dertig jaar diende. “Ik was medeoprichter. Samen met drie vrienden zaten we te brainstormen: we moeten iets doen voor de supporters. Zo is het ontstaan, bij Arie de Vreugd thuis. Hij was degene die de papieren regelde. Arie kreeg later de ziekte van Huntington. Hij is helaas overleden, maar hij hoort bij het fundament van onze vereniging.”

Gerard was tien jaar penningmeester en hielp met het organiseren van talloze activiteiten. “We begonnen klein. Met een budget van vijfhonderd gulden organiseerden we de eerste familiedagen. Nu gaat er twintig tot vijfentwintigduizend euro in om. Het is allemaal veel groter geworden, maar de gedachte is hetzelfde gebleven: gezelligheid en saamhorigheid.”

De familiedagen zijn inmiddels een begrip. “Van vierjarigen tot zestigplussers, iedereen doet mee. Voetballen, spelletjes, muziek. Ik was altijd meer van de bandjes, tegenwoordig draait er een DJ nummers als Blikkendag of Bacardi Lemon. Dat is niets meer voor mij. Niet dat ik dat erg vind ofzo hoor, alleen door dat soort dingen realiseer je je dat de jeugd het verder moet oppakken. Daarom ben ik ook drie jaar geleden uit de supportersvereniging gestapt en het wordt geweldig opgepakt moet ik zeggen.”

Hij is apetrots op wat de supportersvereniging tegenwoordig doet. “De sfeeracties, de vlaggen, de feesten, ze doen het fantastisch. Ik hoef daar niet meer vooraan te staan. Het is tijd voor een nieuwe generatie.”

Na al die jaren kijkt Gerard met een tevreden gevoel terug. “Ik ben 67, nog steeds fit, tennis nog, ga regelmatig zeilen. En elke donderdagavond zit ik met de oud-selectiespelers aan de bar. We praten over van alles, maar Quick Boys is altijd een onderwerp. De club heeft me veel gegeven.”

Hij wordt nog geregeld gebeld om advies. “Vrijwilligers, feestcommissie, oud-spelers, ze weten me te vinden. En dat vind ik alleen maar leuk. Je blijft toch betrokken.”

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.