Terugblikken op het jaar, dat doet Rijnsburgse Boys-voorzitter Ad Hendriksen maar al te graag. Vorig jaar rond deze tijd stonden de seinen voor een terugkeer van de Uien naar de Tweede Divisie allesbehalve op groen, nu kan de ploeg van De Middelmors zich een niveau hoger meten met de beste teams. “Op Katwijk na, dat is van uitzonderlijke klasse”, aldus Hendriksen.
“We komen van ver”, vervolgt Hendriksen. “Geen club in de grootte van Rijnsburgse Boys ambieert de derde divisie, maar kom er maar eens uit.” Rijnsburgse Boys startte vorig seizoen met een vrijwel compleet nieuw elftal en een nieuwe trainer. “Natuurlijk wisten we dat dat moest groeien. Na de winterstop is dat ook gebeurd. Daar kwamen alle investeringen er ook uit. En met investeringen bedoel ik ook het ijsbad voor het sneller herstel van de spelers.”
Het jaar in de derde divisie was ook ‘zalvend’ merkte Hendriksen. “En niet alles was en is minder dan in de Tweede Divisie hoor. Met de degradatie kregen we er een enorme troostprijs bij: de derby met Quick Boys. Dat waren twee happeningen. Niet alleen vanwege de gunstige uitslagen, maar vanwege sfeer en entourage. Vierduizend man op Middelmors, vierduizend man op Nieuw Zuid. Het getreiter van de twee supportersgroep. Alleen daarom al zou ik Quick Boys in de Tweede Divisie met open armen verwelkomen.”
Over de doorstroming en de KNVB-piramide is al veel gezegd en geschreven. “Het ligt nu weer op de tekentafel”, reageert Hendriksen, die denkt dat er uiteindelijk een model uitkomt waar iedereen mee kan leven. “Die Topklasse vond iedereen ook maar niks, maar het is wel een verademing gebleken. Zo zal het ook met de Tweede Divisie gaan, verwacht ik.”
Doorstromen betekent ook dat voor clubs als Rijnsburgse Boys de Eerste Divisie lonkt. Hendriksen: “Dit seizoen is er geen promotie vanuit de Tweede Divisie, maar we krijgen er straks zeker weer mee te maken. Ook wij kunnen in die positie komen. En dan moeten we voorbereid zijn.”
Vandaar dat zijn club inmiddels een commissie in het leven heeft geroepen die bekijkt wat er nodig is om op het tweede profniveau van Nederland uit te komen. “Ga je dat in mei na afloop van het seizoen eens doen, dan komt er heel veel op je af. Nu brengen we alvast in kaart hoe en wat we moeten organiseren.”
