Van Geel (RKVV Roosendaal): ‘Waarom is het voor meiden anders?’

0
162

Ze is trainster van de MO13 bij RKVV Roosendaal, speelster en aanvoerder van Vrouwen 1 en betrokken bij het organiseren van activiteiten voor meiden. Toch vond Merel van Geel ergens nog een beetje tijd om ook coördinator vrouwenvoetbal te worden. Ze is het pas net, maar zit nu al vol met ambitie.

Tic_253688“Waarom is het anders voor meiden, dan voor jongens?” Eigenlijk is die vraag de motivatie voor de 29-jarige Van Geel. Nu ze zelf alweer zo’n tien jaar lang lid is van de club, heeft ze genoeg voorbeelden om uit te putten. Want nog steeds is er dat verschil, vertelt ze. “We speelden de bekerfinale, maar we kregen geen bus voor de supporters. Bij de mannen is dat de normaalste zaak van de wereld, maar wij moeten daar zelf achteraan en moeite voor doen. Dan lukt het uiteindelijk wel, maar het zou eigenlijk ‘gewoon’ moeten zijn.”

Betrokken

En dus toen ze haar vroegen het stokje over te nemen, had ze weinig tijd om na te denken nodig. Want dat ze meer is dan alleen speelster, dat mag duidelijk zijn. “Ik ben altijd betrokken geweest bij de club. Bij activiteiten begeleid ik vaak de meiden en als aanvoerder moet je ook veel dingen regelen, dat heb ik altijd al graag gedaan.” Vanaf nu is ze aanspreekpunt voor alle meiden, de focus wordt dan ook een stukje breder. “De complete damesafdeling moet gaan groeien, zodat je meer kwaliteit kunt gaan leveren. Het moet echt een onderdeel worden van de club, vrouwen moeten in de voetbalwereld toch nog altijd hun plekje veroveren. Het blijft een mannenwereldje.”

Als geboren en getogen Roosendaalse en een broer die al voetbalde bij RKVV, was de keuze voor een club niet zo moeilijk. Al gebeurde dat pas toen ze negentien was. “Ik vind voetbal echt heel leuk, maar ik moest kiezen. Toen was het vooral tennis en atletiek, maar ik had het eigenlijk best wel al in mijn jeugd willen doen.” Ze heeft het spelletje dan ook volledig gevonden en ze is, om in tennistermen te blijven, niet weg te slaan. “Ik ben misschien de oudste van de groep, maar daar merk je niks van. We zijn echt een team, dat maakt het zo leuk.”

Ontwikkelingen

Er werd vaak al naar haar gekeken, dat wordt waarschijnlijk alleen nog maar meer. “Ik nam al het voortouw en dat zal zeker niet minder gaan worden vrees ik, haha!” Maar de plannen zijn duidelijk, daar vertelt ze dan ook graag en vol enthousiasme over. “We hebben nu per leeftijd één team, maar we zouden heel graag zien dat dat er meer worden. Nu kun je eigenlijk geen selectieteams maken, omdat je maar één team hebt. Daardoor zit er best veel niveauverschil tussen de meiden.” Een eerste en tweede team dus. “Nu stromen speelsters door op basis van leeftijd, maar het zou mooi zijn als dat straks kan op kwaliteit.” Dat zou in de toekomst ook het probleem bij de senioren, waar nu veel onderling moet worden geschoven, kunnen oplossen.

Van Geel ziet zelf in ieder geval de nodige positieve ontwikkelingen als ze rondloopt op sportpark Hulsdonk. “Meer jonge meiden, betere faciliteiten en een eigen tenue. Niet meer in oude kleding van de jongens, maar mooie kleren die goed passen.” Ze merkt dan ook dat de club steeds gevoeliger begint te worden voor het vrouwenvoetbal. “Het wordt serieuzer genomen. Als er activiteiten worden georganiseerd, worden de dames ook steeds vaker betrokken.” Een goed voorbeeld is het organiseren van de Meidendag, vorig jaar werd die nog afgelast, dit jaar gaat het wel door. “Op die manier willen we nieuwe meiden naar Roosendaal krijgen, maar ook aan huidige leden laten zien wat voor leuke club we zijn.”

Samen optrekken

Want dat het een leuke club is, weet Van Geel maar al te goed. Toch ziet de verdedigster nog genoeg verbeterpunten. “Eenheid binnen de vrouwenafdeling. Het is een grote groep, maar ze moeten elkaar ook echt allemaal leren kennen. Dan lever je uiteindelijk ook meer kwaliteit.” Daarvoor heeft ze al de nodige ideeën. “Een onderling toernooi, met alle vrouwen en de teams door elkaar. De speelsters van de eerste selectie kunnen dat dan organiseren en helpen coachen. Zo is iedereen op die dag betrokken.” Maar ook het onderling organiseren van activiteiten of het betrekken van de vrouwen tijdens voetbalkampen staan op het lijstje, daar gaat ze zich de komende tijd hard voor maken. Al staat ze er als enige vrouw in de technische commissie misschien nog een beetje alleen voor. “In het bestuur zit nog geen vrouw, maar dat zou best wel goed zijn. We worden nog te vaak los gezien van de mannen, terwijl we juist samen op willen trekken.” Dat gebeurde onlangs nog, vertelt ze. “We kregen als club een uitnodiging van Ajax, voor een voetbaldag. Dan denk ik: laat dan ook een vrouw training komen geven. Al is het maar om te laten zien wat er mogelijk is.”

Toch ziet ze ook dat er in de afgelopen jaren de nodige stappen zijn gezet. “We zijn van ver gekomen en het gaat beter dan ooit.” De successen van de Oranjeleeuwinnen dragen daar zeker aan bij, denkt ze. “Tot vijf jaar geleden zag je het amper op tv, nu zie je het overal. Meisjes kunnen echt voetballen, dat is nu wel duidelijk. Het is normaal geworden.” In dat promoten ziet ze ook voor haar eigen club nog wel een rol weggelegd. “We moeten nog meer uitdragen dat we een leuke vereniging zijn voor vrouwen. Dat we echt wat te bieden hebben.” En dat hebben ze. “We zitten erover te denken of we de meiden misschien in een iets andere kleur moeten laten spelen, dat ze er echt uitspringen. Ze hebben nu al een eigen tenue, en trainingspak, met meer vorm. Maar misschien is dat ook nog iets.”

Toekomst

Hun aanwezigheid is in ieder geval breed geaccepteerd. “Ze blijven hangen op de club, niemand vindt dat nog raar, we horen er echt wel gewoon bij nu.” En ondanks dat ze pas net is begonnen in haar nieuwe rol, kijkt ze alvast vooruit. “Hopelijk hebben we over een paar jaar meer meidenteams, zodat je dat ook merkt bij de senioren. Het is vaak lastig om meiden als vereniging langer vast te houden, maar met een goed beleid moet dat lukken. Met meer teams, heb je meer te bieden. Zowel prestatief als recreatief.” Ook op het gebied van trainers is er, overigens net als bij de jongens, nog een wereld te winnen. “Dat zijn vaak toch ouders. Ik doe het nu samen met een teamgenoot, straks gaan we ook de cursus volgen. Ooit hebben we gekscherend geroepen dat ik trainer word van Vrouwen 1, maar voorlopig wil ik nog niet stoppen hoor.” Leiderschap zit ook als voetbalster wel in haar. “Ik sta centraal achterin. Probeer het neer te zetten, te coachen en vooral de rust te bewaren.”

Ze heeft wel gemerkt dat het trainen van meisjes eventjes iets anders van je vraagt. “Het is een andere benadering, daar ben ik wel achter gekomen. Het moet vooral gezellig en leuk zijn, terwijl jongens een stuk individualistischer zijn. Meiden zijn meer één groep.” Voor nu is het vooral inlezen, zich concentreren op de indelingen voor komend seizoen en natuurlijk het organiseren van de Meidendag. Ze deed al veel voor de club, dat wordt de komende tijd niet minder, gelukkig heeft ze hulp. “Mijn teamgenoten helpen vast wel met organiseren, hoop ik!”

Klik hier voor meer informatie over RKVV Roosendaal

Klik hier voor meer artikelen over RKVV Roosendaal