De spelbepalende spelers hoefden zich altijd weinig zorgen te maken over hun verdedigende taken. Achter hen stond toch wel iemand die de gaatjes dichtte; iemand die maar al te graag het vuile werk opknapte. Jeroen van den Broeke was in zijn hoogtijdagen als voetballer die kilometervreter waar iedere medespeler op kon bouwen. Tegenwoordig is hij voetbaltrainer.
Op de training rondjes lopen? ,,Mij had je er niet mee”, vertelt Van den Broeke (36), trainer van zondag-vierdeklasser RIA Westdorpe én wederom besmet met het loopvirus. Onlangs voltooide hij zijn eerste marathon: de Marathon Zeeuws-Vlaanderen. Ondanks een flauwte voltooide hij de 42 kilometer en 195 meter.
Leuke bijkomstigheid dat hardlopen, maar de focus van Van den Broeke ligt toch voornamelijk bij het voetbal. Na jarenlang bij Terneuzense Boys assistent te zijn geweest van onder anderen Diederik Hiensch (,,Een betere leermeester kun je in Zeeland niet krijgen”) staat hij nu sinds anderhalf jaar op eigen benen bij RIA Westdorpe. De lange middenvelder van weleer zei in een eerder stadium goed na te moeten denken over een vierde- of vijfdeklasser. Toch bevalt het hem uitstekend. Grotendeels dan. ,,Kijk, wat ik soms mis: je voetbalt, dus dan wil je er toch alles aan doen? Maar die bereidwilligheid mis ik weleens. Soms sta je met acht man op de training. Maar al zijn er maar vier, trainen doen we altijd.”
Over bereidwilligheid gesproken. Van den Broeke voelde zich dit seizoen al vier keer verplicht om zichzelf op te stellen. Begin april speelde hij nog een helft mee tegen IJzendijke, maar in november maakte hij het helemaal bond. ,,Scoorde ik als invaller de winnende tegen Vivoo. Maar het zijn wel zaken die ik echt probeer te beperken’’, zo zegt Van den Broeke.
Meespelen doet hij dus liever niet, aangezien hij het dit seizoen al druk genoeg heeft om zijn elftal in de vierde klasse te houden. ,,We hebben veel wisselingen, dus een spelbezetting kun je niet echt trainen. En het is ook weer iets vrijblijvender dan dat ik gewend was bij Terneuzense Boys. In de winter zijn er vijf Belgische versterkingen gekomen, maar zijn er ook weer vier jongens afgehaakt. Je leeft dus echt van wedstrijd tot wedstrijd en dan is het lastig om iets op te bouwen.”
Toch weerstond hij wel de lokroep van andere clubs. ,,Ik heb bijvoorbeeld een belletje van Breskens gehad maar hoefde echt niet na anderhalf jaar al weg. Er staat ons nog een druk programma te wachten maar het moet wel heel gek lopen willen we nog in die nacompetitie voor degradatie belanden. Wie weet kunnen we hier volgend seizoen dan met gerichte versterkingen weer iets leuks neerzetten. Al is die zoektocht zeker niet zo simpel. RIA is een club zonder jeugdafdeling en die krijg je ook niet zomaar weer terug vrees ik.”