Je zou ze een beetje kunnen zien als de pioniers van het jeugdvoetbal bij RKVV DIA. Tino Sprangers en Mario de Koning, een onafscheidelijk duo. Als jeugdtrainers, beleidsbepalers, maar toch vooral als liefhebbers. Want gooi er bij de twee voetbaldieren een kwartje in en ze raken geen moment uitgepraat.
De 63-jarige De Koning is, zonder enig overdrijven, de oudgediende van het stel. “Vanaf mijn negende ben ik hier lid. Ik speelde in de jeugd, bij het eerste en werd daarna ook nog leider. Volgens mij zit ik nu al een jaar of dertig in het jeugdvoetbal.” Niet geheel toevallig kwamen ze elkaar bij DIA opnieuw weer tegen. “We kenden elkaar nog van de lagere school. Eigenlijk ben ik ‘import’, want ik kom oorspronkelijk uit Breda. Sinds 2005 ben ik jeugdtrainer en zit ik in de technische commissie”, vertelt Sprangers (62). In al die jaren is er een hoop veranderd. “Begonnen met 500 leden, dat zijn er nu meer dan 1100. Er was geen voetbaltechnisch beleid, aan selecteren deden we niet.”
Met plezier presteren
Dat moest anders. “We speelden eigenlijk alleen maar in de vierde klasse, terwijl spelers beter worden als ze meer weerstand krijgen. Nu speelt de O14 in de vierde divisie.” Ook de hoofdklasse en eerste klasse zijn goed vertegenwoordigd, maar Sprangers houdt zich als lid van de TC ook bezig met de breedtesport. “Hoe maak je het voor iedereen leuk? Trainers proberen we daarin te ondersteunen.” Ook De Koning maakte jarenlang deel uit van het bestuur. “Sinds kort ben ik eigenlijk alleen nog jeugdtrainer, maar stiekem blijf je altijd betrokken.” En dat is niet voor niks, vertelt hij. “We waren een echte dorpsclub. Een leuk eerste, lekker barbecueën en een biertje drinken. Toen we gingen selecteren, stonden er soms echt mensen aan je deur.” Al met al heeft die beslissing dus wel zijn vruchten afgeworpen, Sprangers legt uit hoe ze te werk gaan. “Volgens vaste basisprincipes. Uiteindelijk draait het bij DIA om het voetballen, daar hoort ontwikkelen bij, maar vooral samen met plezier presteren. Zoiets geeft nieuwe trainers ook een bepaalde richting.” Na twaalf jaar als trainersduo, dit seizoen van de JO12, kennen de twee elkaar door en door. “Spelers moeten ons altijd een hand geven, dat is een stukje respect, maar ook verbinding. Hoe staat de pet vandaag? We eisen best veel van die jongens en meisjes, maar die kinderen zijn ook echt bereid om hun stinkende best te doen.”
Onder weerstand
Toch is er één fenomeen, waar vooral Sprangers maar niet aan kan wennen. “Dat ouders hun kind afzetten en later weer ophalen. Vroeger stonden ze allemaal naast het veld, dan beleefde je het samen.” Echt streng zijn ze niet, denkt De Koning. “We willen die kinderen helpen om beter te worden. De lach van het kind, het plezier dat ze uitstralen, dat blijft voor ons de drijfveer. Tino en ik zijn allebei gek van het spelletje, dat proberen we over te brengen.” Voorlopig lukt dat nog aardig, de resultaten zijn goed en de trainingen uitdagend. “Eigenlijk doen we alles onder weerstand en met zowel links als rechts. Op deze leeftijd is balbeheersing zo belangrijk. Ze moeten elkaar in het veld weten te vinden, alles draait om de techniek.” Als twee doorgewinterde Ajacieden, mag één beweging tijdens het huiswerk nooit ontbreken. “De Cruijff-turn, die zit er altijd bij!” En uiteraard zien vier ogen meer dan twee. “We zijn verweven in elkaar, daardoor zie je alles en kun je eigenlijk meteen anticiperen.” Of ze dat volgend jaar ook opnieuw weer doen, bekijken ze na het seizoen, over hun opvolging denken ze zo nu en dan al weleens na. “Onze ervaringen zouden we wel graag willen delen, zodat beginnende trainers daarvan kunnen leren.” Ook Sprangers kijkt alvast naar de toekomst. “Een sterk bezette technische commissie, zodat we de hele club goed kunnen blijven bedienen. Maar ook aandacht voor de uitstroom in de bovenbouw. Vroeger wilde je echt graag voor het eerste spelen, dat is een aandachtspuntje!”
Klik de link voor een recent artikel over RKVV DIA