Ronald Blankert geniet bij VV Oosterhout

0
211

Ronald Blankert (44) is een onmisbare vrijwilliger voor voetbalvereniging Oosterhout. De vader van twee voetballende kinderen is regelmatig 25 uur per week bezig bij de club van het zwartwitte tricot. Hij staat achter de bar, is terreinmedewerker én zit in de toernooicommissie.

Ronald Blankert is een clubman pur sang. Hij komt niet ergens binnen om puur vanaf de zijlijn toe te kijken, maar steekt liever de handen uit de mouwen als hij zich bij een vereniging thuis voelt. “Mijn kinderen zijn vijf jaar geleden naar Oosterhout gekomen. Ze voetbalden eerst ergens anders, maar daar verliep het niet naar wens. Ze wilden op een hoger niveau voetballen en kregen hier die kans.” Het beviel vanaf dag één uitstekend. “Ze voelden zich direct thuis.”

BARMAN
Blankert wist genoeg: zijn kinderen zitten bij Oosterhout prima op hun plek. Hij ging om zich heen kijken wat hij bij kon dragen voor de club en vond de functie van barman. “Daar ben ik mee begonnen, ik hou van de sociale contacten die je hebt als je achter de bar staat. Ik hoorde al vrij snel dat ze ook nog een terreinmedewerker zochten en ben toen gaan informeren.” Daarmee was zijn wens om vrijwilligerswerk te doen nog niet volledig ingewilligd. “Ik vernam dat ze maar één iemand hadden voor de toernooicommissie en die stopte ermee. Met een groepje mensen hebben we het toen opgepakt, Oosterhout zonder de organisatie van toernooien vonden wij niet kunnen.”

Inmiddels is hij zo’n 20 tot 25 uur per week actief bij Oosterhout. “Ik vind het fi jn om de club te helpen, het is zo’n leuke vereniging en ze kunnen altijd wel mensen gebruiken. Het kost veel tijd, maar een vereniging bestaat nou eenmaal uit vrijwilligers.” Blankert heeft ook nog een fulltimebaan én een gezin naast zijn vrijwilligerswerk, leidt dus een druk bestaan.

BRAND
De brand die het oude complex in 2016 verwoestte, was ook voor Blankert een grote schok. “Ik had afgesloten die bewuste avond, rond 19.30 uur. 2,5 uur later werd ik gebeld dat er brand was. Ik kan mezelf niks verwijten, weet zeker dat ik alles goed had afgesloten en het vuur was ook niet in de keuken ontstaan.” Maar het deed natuurlijk wel wat met de enthousiaste vrijwilliger. “Alles was weg, al die herinneringen.” Je moet door, besefte Blankert al snel. Dat er nu weer zo’n schitterend complex staat, doet hem veel deugd. “Dat ga je absoluut extra waarderen. Je ziet mensen die hier binnenkomen echt met open mond om zich heen kijken, wat wil je als club nog meer?”

Hij ziet dat de aantrekkingskracht van de club ook groot is en hoopt dat Oosterhout stappen kan zetten in de toekomst. “Ik hoop dat we een gezonde club mogen blijven, die zowel bij de senioren als de jeugd groeit. Een vereniging waar iedereen lekker kan voetballen, met een eerste elftal dat steeds beter wordt.”