René Zuurmond kent de clubcultuur van Schoonhoven als geen ander. De 42-jarige assistent-trainer van de hoofdmacht debuteerde op jonge leeftijd voor de club en raakte ermee vergroeid.
Zuurmond zou zich niet per se de officieuze titel ‘cultuurbewaker’ willen opspelden, zegt hij aan het begin van het onderhoud. Hij draagt graag bij aan de sfeer bij Schoonhoven, de vriendelijke dorpsclub die al jaren aast op een gang naar de tweede klasse.
Als zesjarig hummeltje meldde Zuurmond zich op het complex van Schoonhoven, waar hij in de hoogste jeugdelftallen speelde en het tot het eerste elftal zou schoppen. Op het middenveld greep hij zijn techniek aan om vorm en kleur aan het spel van Schoonhoven te geven. “Op latere leeftijd ben ik centraal achterin gaan spelen”, vervolgt Zuurmond zijn verhaal. “Maar de meeste tijd heb ik als middenvelder gefungeerd. Schoonhoven had best aardige jeugdteams en ook met het eerste draaiden we goed mee in de vierde klasse en de derde klasse. Het zou geweldig zijn als we de tweede klasse eens zouden halen.”
Zuurmond typeert zichzelf als een assistent die zich goed ondergeschikt kan maken aan hoofdtrainer Raymond van der Kort. Niet dat hij nederig is, maar hij kent nu eenmaal zijn plaats. “Ik ben wel aanwezig, maar niet heel prominent. Sommige assistenten willen sterk hun eigen stempel drukken, maar zo ben ik niet. Ik help bij de training met oefeningen uitzetten en denk met de trainer mee over de opstelling. Maar het is Raymond die bepaalt wie er spelen. Zo werk ik al tien jaar en dat bevalt prima.”
In een eerder stadium, vertelt Zuurmond, werkte hij prettig samen met een ervaren trainer als Wim Eilander. Het betreft een man van de oude stempel met wie hij fijn over voetbal praten kon. Dat de huidige generatie voetballers minder de behoefte heeft om met een pot bier erbij van gedachten te wisselen over het spel, is Zuurmond niet ontgaan.
“De mentaliteit is anders dan twintig jaar geleden. Ik wil niet zeggen dat vroeger alles beter was, maar wij vonden het als gasten van twintig heerlijk om na afloop van de wedstrijd in de kantine over voetbal te lullen. Iedereen bleef hangen en later die avond gingen we met z’n allen naar de kroeg, of naar discotheek Babbels. Die bevlogenheid en saamhorigheid mis ik nu wel een beetje. Je moet er echt bij sommige jongens op aandringen dat ze nog even blijven. Vooral na de wedstrijd vind ik het belangrijk dat spelers in de kantine zijn om wat te drinken. Toeschouwers hebben namelijk de moeite genomen om naar het eerste te kijken en zij vinden het leuk als die mannen ook na afloop nog even hun gezicht laten zien. Het is een beetje een cliché, maar de X-Box en de Play Station nemen een stuk sociaal gevoel weg bij jongere jongens. Gelukkig zie je dat dat bijtrekt als ze wat ouder worden. Dan staan ze er meer voor open om te bespreken wat er goed en minder goed ging tijdens wedstrijden. Ik ben daar dan erg blij mee.”
Lachend besluit Zuurmond met de mededeling dat hij blij is dat hij de goeie ouwe tijd nog heeft meegemaakt. Bij Schoonhoven heeft hij vriendschappen voor het leven opgedaan. “Meerdere vriendschappen”, besluit Zuurmond. “Martijn van Baaren bijvoorbeeld, is een heel goede vriend van me. Ik speelde met hem centraal achterin. Was echt een goede voetballer hoor.”
Voor meer informatie over over Schoonhoven, klik hier.
Meer artikelen lezen over Schoonhoven, klik hier.