Pieter Vermeer: FC ’s-Gravenzande is meer dan een verstandshuwelijk

0
467

Elf jaar geleden smolten ’s-Gravenzande VV en ’s-Gravenzandse SV, in de volksmond respectievelijk Rood-Wit en De Sport, samen tot FC ’s-Gravenzande. Het was destijds een voor onmogelijk gehouden fusie vanwege de sterke rivaliteit tussen de clubs. Met de fusie keerde de rust op sportpark Juliana terug. “Er is veel moois bereikt.”


Pieter Vermeer (57) is kind van de SV en van FC. Bij de Sport bekleedde hij tal van vrijwilligersfuncties, begon als leider van het team van zijn zoon, daarna als jeugdwedstrijdsecretaris in het jeugdbestuur en vele jaren de webmaster van zowel de website van de SV als van FC. Maar hij was vooral de hoffotograaf van het eerste elftal en in die rol ging hij verder toen de beste voetballers van ’s-Gravenzande verenigd waren in de ‘FC’.

“Ik ben er altijd bij, thuis en uit”, vertelt Vermeer. “Dat ik een wedstrijd heb gemist van het eerste elftal is een zeldzaamheid. 99,9 procent ben ik er.” Vermeer maakte de fusie tussen Rood-Wit en de Sport van dichtbij mee. Hij zag dat de fusie niet zonder slag of stoot was. “We hadden natuurlijk een unieke situatie met twee clubs hier op het sportpark. We zaten regelmatig bij elkaar in het vaarwater, maar tegelijkertijd waren we ook tot elkaar veroordeeld. Met de verdeling van de velden bij thuiswedstrijden bijvoorbeeld. De ene week speelde Rood-Wit thuis met de jeugd, de andere week de Sport. Aangezien de Sport een stuk groter was, was het niet vol te houden zo. Daardoor speelden de jeugdteams al door elkaar, wat de integratie al ten goede kwam.”

De brand
Brand in de kantine van Rood-Wit bracht beide clubs dichter bij elkaar. Vermeer: “We hadden allebei een eigen kantine, maar door de brand kon Rood-Wit daar niet meer in. De Sport heeft hulp geboden en ik ben ervan overtuigd dat die periode heel goed is geweest voor verdere toenadering.”

Alles bij elkaar duurde de fusiebesprekingen drie jaar. “Het lag erg gevoelig. De meerderheid van de leden was voor de fusie, maar er was ook een aanzienlijke groep die het niets vond. Die sentimenten leefden vooral bij de oudere leden. Ik weet nog dat in de beginjaren een seniorenelftal weigerde om in de clubkleuren de nieuwe fusieclub te spelen. Het was de eerste jaren flink wennen aan elkaar, maar na een tijdje zijn de scherpe randjes eraf gegaan.”

Vermeer begrijpt wel dat de fusie destijds moeilijk lag. “Het waren twee verschillende culturen. Dat had zijn charme, maar twee clubs in een dorp als ’s-Gravenzande zorgde ook vaak voor onrust. Je had twee kampen. Voor sponsors visten beide clubs uit dezelfde vijver. Als de ene club dan een sponsor voor de neus van de ander had weggekaapt, dan werd dat met veel tromgeroffel aangekondigd. Dat daar een einde aan gekomen is, vind ik persoonlijk niet erg. Als je het samenvat heeft de fusie gezorgd voor rust.”

De brug naar het hedendaagse FC is snel gemaakt. Elf jaar na dato is de fusieclub een goed georganiseerde vereniging met ambities. “Er zijn grote stappen gemaakt in de organisatie. We hebben verenigingsmanagers en vaste mensen op technisch en commercieel gebied. Of we elf jaar na dato één vereniging zijn, weet ik niet. Dat heeft denk ik niets te maken met de voorgeschiedenis, wel met de huidige tijd dat de betrokkenheid van leden in het algemeen wat is afgenomen. Daarnaast moet je de vraag stellen of het lukt om van duizend leden één vereniging te maken.”

Jubileumgids
Naast zijn wekelijkse ‘kiekjes’ bij het eerste elftal verzorgt Vermeer al jaren de presentatiegids van de club. Daarom was het niet vreemd dat hij door de club werd gevraagd om een speciale jubileumgids vanwege het tienjarig bestaan te maken. De gids werd vorige maand gepresenteerd. Voorzitter Leo van der Lans mocht uit handen van Vermeer het eerste exemplaar ontvangen.

“Het plan was oorspronkelijk om op het hoofdveld één grote foto met alle leden te maken”, zegt Vermeer. “Door dat plan kon door corona echter een streep. Van die foto zou een poster worden gemaakt en op de achterkant zouden wat foto’s en verhalen komen. De poster zou onder de leden worden verspreid.”

Als alternatief werd de jubileumgids bedacht. Vermeer stelde die samen, verzorgde de lay-out en het beeld, mede met andere enthousiaste clubfotografen. “Hans Bos en Lennart ’t Hart hebben de verhalen voor hun rekening genomen. Er staat van alles wat in.”

“Persoonlijk vond ik twee verhalen het leukst: de eerste waarin vijf echte FC-jongens, die nu in het eerste spelen, vertellen hoe zij de afgelopen tien seizoenen hebben ervaren. Ik vond het leuk om te lezen hoe zij de club beleven, een eye-opener ook. Daarnaast staat er een verhaal in van twee families en hun band met de club. Dat verhaal doet me wel wat.”

De jubileumgids is onlangs verspreid onder de leden. “Hij lag al een tijdje op de club. We dachten eerst dat we het eerste exemplaar konden overhandigen bij de eerste wedstrijd van het eerste als de competitie weer zou worden opgestart. Zo bleven we schuiven. Uiteindelijk hebben we gezegd: het moet er een keer van komen om het magazine onder de leden te verspreiden.”

Als het aan Vermeer ligt, is dit de laatste gids waaraan hij gewerkt heeft. “Mijn persoonlijke mening is dat een gids niet meer van deze tijd is. We moeten wat anders bedenken. Een kalender ofzo waarbij we ook de mogelijkheid hebben om sponsors in de picture te zetten. Mijn ervaring bij de gids is dat deze vooral door de ouderen wordt gelezen. Jongeren onder de veertig lezen ook haast geen kranten meer.”

Als fotograaf maakte hij de twee promoties naar de hoofdklasse mee. “De eerste keer was te snel en vlogen we er binnen een jaar weer uit. Daarna is gebouwd aan een stevigere basis. Inmiddels spelen we weer een aantal jaren in de hoofdklasse. De eerste promotie bij Alexandria’66 was een grandioos feest met tien, vijftien bussen aan supporters die waren meegereisd. Maar ook de derby’s tegen Westlandia, dat toen ook in de eerste klasse speelde, staan mij ook nog helder op het netvlies. Met tweehonderd man op de fiets van ’s-Gravenzande, dat beeld vergeet ik ook nooit meer.”

Liever andere clubkleuren
Pieter Vermeer is niet blij met het tenue van FC ’s-Gravenzande, maar dat heeft niets te maken met de schoonheid of charme ervan. “Dat donkerblauw is lastig met fotograferen”, zegt hij. “De kleur weerkaatst niet, waardoor gezichten van spelers flets zijn. Ik moet foto’s ook altijd bijwerken. Als we in de witte uitshirts spelen, heb ik dat minder.”

De leden konden bij de fusie kiezen uit drie tenues. Vermeer ging, vanwege fototechnische reden, voor een bordeaux-broekje en bruinig/oranje-shirt. “Het leek op het shirt van AS Roma. Dat was ideaal voor mijn foto’s geweest.”

Klik hier voor meer artikelen over FC ’s-Gravenzande.
Klik hier voor meer informatie over FC ’s-Gravenzande.