Home Blog Pagina 73

VV Vianen 2: Een zesdeklasser met miljoenen TikTok-views

Waar je normaal gesproken de grootste amateurclubs met de meeste prestaties in de spotlights ziet, doet VV Vianen 2 het op een heel andere manier. Deze zesdeklasser, officieel het tweede elftal van VV Vianen, heeft meer dan een miljoen volgers op TikTok en tienduizenden op Instagram.

Wat begon als een vriendenteam met weinig verwachtingen, groeide uit tot een online fenomeen. “Het is eigenlijk allemaal begonnen met biertjes en een beetje kutten,” vertelt Nigel Nijzink, vaste waarde op het middenveld van het elftal.

TEAM DAT EIGENLIJK NIET HAD MOETEN BESTAAN
Vianen 2 bestaat pas drie jaar. Vianen 1 bestaat niet meer dus is het ‘tweede’ het hoogst spelende team van de club. “Ik zat zelf eerst bij de Onder 23 van Vianen. De club heeft nu in totaal vijf elftallen. Dat we als tweede elftal nu het hoogste elftal zijn, is best bijzonder,” zegt Nigel, die al meer dan tien jaar bij de club voetbalt. Ooit speelde hij bij
VV Brederodes, de grote buurman van het kleine VV Vianen. “Ik ben begonnen bij Brederodes, maar dat is zo’n grote club… daar miste ik het gevoel. Bij Vianen kent iedereen elkaar, dat maakt het leuk.” Voor Nigel was het een bewuste keuze om in de
D’tjes naar Vianen te gaan. “Ik had twee vrienden die bij Vianen voetbalden. Zij zijn inmiddels gestopt, maar ik ben gebleven.”

EEN VRIENDENTEAM MET EEN KNIPOOG
Wat Vianen 2 uniek maakt, is niet alleen hun samenstelling – twee vriendengroepen die samensmolten tot één team – maar vooral hun online aanwezigheid. “Didier Bogert doet dat voor 99%. Wij hadden nooit het idee om filmpjes te maken of iets met social media te doen. Hij begon gewoon met filmpjes van ons tijdens en na de wedstrijden, vaak met een dikke knipoog. En dat sloeg aan.” Wat begon als gein groeide uit tot iets serieus. “We hebben samenwerkingen met merken als Focusdrink en zelfs met De Bankzitters. Allemaal voetbal gerelateerd. Dingen die je normaal nooit zou doen in je leven. Daarom vind ik het heel leuk dat we online zo succesvol zijn.”

BEKENDHEID ZONDER GEDOE
Op straat herkend worden? “Gelukkig niet,” lacht Nigel. “Het is heel leuk als mensen je herkennen, maar ik ben blij dat ik niet overal word aangesproken. Dat past ook niet bij mij. Wij zijn gewoon een vriendenteam dat in de zesde klasse speelt.” Vianen 2 is niet van plan te transformeren naar een eerste elftal om zich in te schrijven in de vijfde klasse. “Die ambitie om hogerop te komen is er wel hoor. Maar het is vooral belangrijk dat we plezier maken. We trainen twee keer per week, op maandag en woensdag. Maar eerlijk is eerlijk: dat lukt niet altijd.”

TUSSEN AMBITIE EN REALITEIT
Toch sluiten ze een stap hoger niet uit. “Je kunt je inschrijven voor die vijfde klasse, maar als we eerlijk zijn… We zouden waarschijnlijk elke week worden weggespeeld. In de zesde klasse kan je van iedereen winnen en van iedereen verliezen. We moeten reëel blijven.”Nigel zelf is een vaste kracht op het middenveld. “Ik heb een redelijke visie denk ik, maar mis snelheid en techniek. Toch weet ik mijn rol in het team wel te pakken.” Of hij
ooit nog bij een andere club wil spelen? “Nee. Als ik stop met voetballen, dan stop ik bij VV Vianen. Hier ken ik iedereen en heb ik goed contact met het bestuur. Het is gewoon een hechte club.”

TOEKOMSTMUZIEK
Het team is in korte tijd uitgegroeid tot een vaste kern. “We zijn inmiddels echt een vastgegroeid team. Iedereen kent elkaar goed, er is weinig verloop. Dat maakt het leuk, zolang we plezier blijven maken, komt de rest vanzelf wel.”

Klik hier voor meer informatie over Vianen
Klik hier voor meer artikelen over Vianen

 

NOAD’67 en Justin Moerland doen volop  mee voor prijzen in de 4e Klasse B!

SINT PHILIPSLAND – In het derde seizoen dat NOAD’67 uitkomt in de vierde klasse van het zaterdagvoetbal ligt het elftal van verdediger Justin Moerland vol op koers voor de eventuele prijzen. Volop kansen op een periodetitel, nacompetitie en dus eventuele promotie.

“Dat zou wel heel mooi zijn mochten we dat weten te bemachtigen. Er zijn drie ploegen die kans maken om nog twee periodetitels te verdelen, als je er vanuit gaat dat Krabbendijke wellicht kampioen wordt. Daar moeten wij als NOAD’67 in mijn ogen dan toch zeker één van zijn. We beleven een behoorlijk goed seizoen al is het zonde dat we gaandeweg een klein sportief dipje hebben gehad. Dat je de ene week 1-5 wint en een week later 1-5 verliest. Heel bizar wel en misschien ook wel doodzonde aan het eind van de rit.”

Moerland (29) begon ooit bij de smurfen op de club, stopte een paar jaar om later bij de F’jes weer opnieuw te beginnen. “Sindsdien ben ik nooit meer weggeweest en uiteindelijk speel ik nu alweer zo’n tien jaar ook in het eerste. Tussendoor heb ik nog wel één seizoen in het derde gespeeld omdat ik het voetbalplezier wat was kwijtgeraakt. Maar dat had ik al vrij snel weer hervonden want het is een geweldige club en bovendien de mooiste sport om te kunnen beoefenen.”

Het verval in wedstrijden waarover Moerland het had wijt de middenvelder misschien nog wel het meeste aan het gemis van echte leiders in het veld. “Als bepalende jongens bij ons geblesseerd zijn, zoals Frank en Rob den Engelsman bijvoorbeeld dan zie je dat we mensen missen die in het veld de lijnen uitzetten of jongens bijsturen. We hebben best wat jonge gasten in de selectie en dan is sturing en coaching essentieel.”

Het eigen seizoen van de centrale verdediger is er eentje met verschillende gezichten. “In de voorbereiding was ik nog met vakantie en heb ik de eerste drie wedstrijden gemist. Daarna heb ik voor de winterstop vrijwel alles gespeeld tot een blessure roet in het eten gooide. Na de winter tegen WIK’57 kreeg ik een tik op mijn knie en heb daardoor een flinke reeks moeten missen. Trainen doe ik wel maar met bal gaat het nog niet zo heel lekker en dat is wel balen. Maar ik heb goede hoop om toch nog wat duels mee te pikken.”

Het liefst hoopt men bij NOAD’67 nog op het veroveren van een eventuele periodetitel. “We wisten vooraf niet goed wat de kracht van onze tegenstanders zou zijn. Maar ik denk zeker dat we hebben laten zien om prima onszelf te kunnen meten qua niveau. Jammer dat we na de winter even een paar mindere weken hadden. We hebben een goede, hechte groep. Ook een mooie mix van jonge gasten en wat oudere spelers. Als we een periode weten te bemachtigen dan zou dat toch een mooi cadeau zijn voor iedereen. Of we dan uiteindelijk iets in de derde klasse kunnen betekenen, dat durf ik niet te beweren. Maar als je de kans krijgt om ervoor te gaan dan vind ik dat je die met beide handen moet aangrijpen.”

Klik hier voor meer informatie over NOAD’67.
Klik hier voor meer artikelen over NOAD’67.

Teun Vanwesenbeeck beleeft dubbelzinnig seizoen bij MOC’17

BERGEN OP ZOOM – Tweedeklasser MOC’17 beleeft een leerzaam, maar sportief wel lastig seizoen. Centrale verdediger Teun Vanwesenbeeck (21) baalt wel van laatste plaats op de ranglijst, maar is persoonlijk wel blij dat hij eindelijk zijn basisplek in het elftal te pakken heeft. Daardoor beleeft de verdediger een dubbelzinnig seizoen.

“Het is zo ontzettend zuur dat we tijdens dit seizoen van heel veel tegenstanders de complimenten krijgen, maar aan het eind van veel wedstrijden zonder punten de kleedkamer in moeten. Want je kan nog zo leuk en goed voetballen, maar om te kunnen overleven en niet de degraderen moet je wel voldoende punten pakken en dat hebben we te weinig gedaan.”

Grote kansen die niet worden afgemaakt, cruciale fouten die ons wel tegengoals en punten kosten, het is volgens Vanwesenbeeck het repeterende verhaal van het seizoen. “Als je ziet dat we tegen SVOD’22 een grote kans niét maken en daarna een doelpunt zelf weggeven, vlak voor tijd de 3-3 scoren en die dan discutabel afgekeurd zien worden… Het is soms om moedeloos van te worden, zeker als je probeert om degradatie te ontlopen.”

Wat de ploeg mist, dat is voor de jonge verdediger klip en klaar. “Ervaring in het elftal. We hebben een heel jonge selectie nadat een aantal routiniers zijn gestopt. Dat heeft tijd nodig en op dit niveau krijg je die tijd niet makkelijk en moet je er gelijk staan met alle logische gevolgen van dien. Tegenstanders zijn nu niet iets sneller, slimmer en sterker waardoor je wedstrijden niet wint die je op basis van het spel en de inzet wel zou verdienen te winnen. Maar in het voetbal telt dat niet en gaat het om de stand op het bord aan het eind van de wedstrijden.”

Vanwesenbeeck speelt al sinds zijn vierde voor MOC’17 en maakt nu voor het tweede seizoen deel uit van het eerste. “In mijn eerste jaar had ik Robin Hanssler die op mijn positie speelde. Geen schande als je dan op de bank zit. Dat was heel leerzaam en ik heb nu profijt van wat ik toen allemaal heb geleerd. Dit seizoen heb ik onder de nieuwe trainer Remco Broos een basisplek en daar ben ik natuurlijk enorm blij mee. Ik richt me nu ook volledig op de rol van centrale verdediger, hoewel ik ook als controlerende middenvelder uit de voeten kan. Ooit heb ik in de jeugd zelfs nog spits gespeeld, maar dat vond ik niks. Ik zie mezelf meer als verdediger omdat ik dat beter bij mijn kwaliteiten als spelers vind passen.”

Het liefst blijft hij die kwaliteiten ook komend seizoen tonen in de tweede klasse, al beseft hij heel goed dat dit naarmate de resultaten uitblijven een steeds moeilijker verhaal wordt. “Elke week is voor ons een finale en zo staan we er ook allemaal in. Iedereen wil er vol voor blijven gaan en doet zijn stinkende best. Maar het zal aan het eind blijken of dat voldoende is. Zolang er kansen zijn om de nacompetitie te halen moet je erin blijven geloven. Het is hoe dan ook in heel veel opzichten een leerzaam seizoen voor ons allemaal. Het feit dat ik basisspeler ben geworden is heel mooi voor mij persoonlijk. Mochten we de nacompetitie halen dan zou dat fantastisch zijn voor iedereen bij de club. Daar moeten we vol voor blijven knokken met z’n allen.”

Klik op MOC’17 voor meer artikelen over de club.
Klik op MOC’17 voor meer informatie over de club.

“HAAFTEN IS DE RODE DRAAD IN ONS LEVEN”

Voor vader Jan van Heusden (76) en dochter Arja de Bruin (50) voelt het vanzelfsprekend om zich met volle overgave in te zetten voor VV Haaften. De voetbalclub vormt een rode draad in hun leven. 

Het klinkt wellicht als een overdrijving van de hoogste plank, maar bij deze vader en dochter is het echt zo: de voetbalclub loopt als een rode draad door hun leven. “We zijn niet anders gewend,” vertelt dochter Arja. “Haaften is een belangrijk deel van ons leven. Ik denk dat het voor mijn vader misschien nog wel meer betekent dan voor mij. Toch, pa?” Vader Jan knikt instemmend. “Bij mij is het inderdaad een dikke rode draad. Ik ben dan wel niet op het voetbalveld geboren, maar mijn vader grapte altijd dat ik er waarschijnlijk wel ben verwekt.”

De vader van Jan, en dus de opa van Arja, was Willem van Heusden. Hij overleed in 2013 op 95-jarige leeftijd. Willem bekleedde zo’n beetje elke functie binnen de voetbalclub en was jarenlang voorzitter. In 1988 besloot Jan het stokje over te nemen en werd hij secretaris, een functie die hij tot 2008 bekleedde. “De verplichtingen gingen me tegenstaan,” vertelt Jan. Toch blijft hij actief voor de club. “Als ik een keer niets te doen heb, zoek ik gewoon iets op. Nu ik met pensioen ben, heb ik tijd genoeg. Ik zorg bijvoorbeeld dat er kantinebezetting is, doe de ledenadministratie en regel de schorsing van een speler. Het houdt me van de straat, zeg ik altijd.”

Ook Arja is actief voor VV Haaften. “Voor mij was het vanzelfsprekend om iets voor de club te doen. Sinds mijn twintigste loop ik hier al rond. Nadat mijn vader in 2008 stopte als secretaris, nam ik die taak over. Dat heb ik vijf jaar gedaan. Nu zit ik samen met enthousiaste vrijwilligers in de sponsorcommissie en de activiteitencommissie. Daarnaast beheer ik de website en de sociale mediakanalen.”

De jongste zoon van Arja voetbalt bij de Onder 23 van Haaften. Haar oudste zoon is gestopt met voetballen, maar zijn vriendin speelt nog wel bij de club. Ook Arja’s man draagt zijn steentje bij en draait doordeweeks kantinediensten. Arja en Jan proberen zo veel mogelijk wedstrijden te zien. “Zaterdag is echt ons dagje,” vertelt Arja. “Samen met mijn vader en een aantal vaste anderen gaan we elke zaterdag op pad. Meestal zijn we met een groep van zo’n tien mensen. Als het te combineren is, kijken we bij mijn zoon, schoondochter en het eerste elftal. Daarna gaan we gezellig de kantine in. Het voelt als één grote familie. En het is fijn dat we geen bestuursfunctie hebben, waardoor we de zaterdag helemaal naar eigen wens kunnen invullen.”

Jan voegt toe: “Doordeweeks zijn we druk bezig met dingen regelen. Mensen denken soms dat alles vanzelf gaat, maar er moet elke week echt wel van alles gedaan worden. Niet dat ik het erg vind hoor, ik doe het met liefde. Maar zaterdag is echt mijn dag. Ik kijk er de hele week naar uit.”

Gevraagd naar wat ze het mooiste vinden aan VV Haaften, noemen beiden de saamhorigheid. “We zijn er voor elkaar. Het is een hechte club waar jong en oud elkaar kennen en steunen. Er komt altijd wel iemand vragen hoe het met je gaat. En dan echt hoe het écht gaat.”

Klik hier voor meer informatie over vv Haaften
Klik hier voor meer artikelen over vv Haaften

Dennis Voorbraak ziet Lepelstraatse Boys stappen maken

LEPELSTRAAT –  Hoewel de ploeg nog altijd de laatste plaats bezet in de zaterdag vijfde klasse, is er gedurende het seizoen wel een duidelijke kentering te bespeuren. Dat zegt routinier Dennis Voorbraak van Lepelstraatse Boys. ‘Ik zie, zeker na de winterstop dat we met elkaar stappen vooruit maken.’

Waar Lepelstraatse Boys vorig seizoen in de vierde klasse zonder overwinning bleef en zelfs puntloos degradeerde, daar heeft de ploeg dit seizoen een podium lager twee overwinning te pakken. “Een wedstrijd winnen kan dus wel. En de twee keer dat we gewonnen hebben die waren ook nog dik verdiend en overtuigend. Het zegt ook wel iets over het veranderde gevoel in de groep. De overige resultaten zijn ook een stuk beter dan voorheen, alleen drukte dat zich nog niet uit in punten. Nu je een paar keer wint valt het de mensen wel op dus dat is een goede ontwikkeling.”

Voorbraak (33) speelde in het verleden voor RKSV Halsteren, waar hij tot en met het tweede elftal reikte. “Dat team viel toen uit elkaar in de reserve-hoofdklasse. Er vertrokken jongens naar eerste elftallen in de regio. Zelf besloot ik toen vooral voor de gezelligheid te kiezen bij Lepelstraat, dat destijds speelde in de zondag vierde klasse spelen. En daar speel ik nu nog altijd.”

Vorig seizoen was de selectie vooral erg jong en sneeuwden de jonkies onder in het seniorengeweld. Daarom is er dit seizoen gekozen om de selectie weer aan te vullen met oudere spelers uit lagere elftallen. “Ik was vorig seizoen de oudste en nu zijn er nog wat ervaren gasten bijgekomen. Dat is ideaal om die jonge spelers te laten groeien en zich eraan te doen optrekken. Dat werpt vruchten af want zeker ons veldspel is, zeker na de winter, stukken beter geworden. Qua ranglijst hadden we dit seizoen geen doelstelling, langer meedoen en niet met grote cijfers verliezen daar ging het om. En dat gaat steeds beter en beter, met die twee overwinningen als beloning.”

De centrale verdediger, die in het verleden ook in de spits en als vormgever op het middenveld speelde, hoopt nu met zijn ploeggenoten op een ander doel. “We willen nu proberen om niet als laatste te eindigen. We maken stapjes en komen dichterbij. Hopelijk lukt het om in de laatste weken nog wat punten te behalen en ook op de ranglijst te klimmen. Door mijn werk kan ik helaas weinig trainen maar probeer wel om een zo goed mogelijke bijdrage te leveren. Jongens te sturen en mee helpen hen te doen groeien naar een hoger niveau. Als dat uiteindelijk lukt en het voor elkaar krijgen dat het vertrouwen blijft groeien, dan is dat de grootste winst van allemaal. Bij Lepelstraatse Boys moet er niets en mogen we alles, zeker als het gaat om resultaat boeken.”

De keus om ervaring terug te koppelen aan jonge talentvolle spelers is voor Lepelstraatse Boys goed uitgepakt. “Nu moeten we zorgen dat we de groep bijeen kunnen houden en dat we er hopelijk nog een paar spelers bij weten te halen. Als de groep in balans is en iedereen heeft de bereidheid om ervoor te gaan, dan gaan we de komende seizoenen echt nog wel klimmen.’

Klik op vv Lepelstraatse Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op vv Lepelstraatse Boys voor meer informatie over de club.

Thijs Goossens ziet zichzelf als 1001-dingendoekje bij ODIO

OSSENDRECHT – In de jeugd van ODIO speelde Thijs Goossens in eerste instantie in de spits, later ook centraal op het middenveld. Inmiddels heeft hij sinds zijn debuut op zijn zeventiende al verschillende posities als voetballer gehad en noemt hij zichzelf het 1001-dingendoekje van ODIO.

“Dit seizoen ben ik gestart als rechtsback, daarna centrale middenvelder en verder heb ik ook nog rechts- en linksvoor gespeeld. Wat mijn beste positie is? Ik kan overal wel redelijk uit de voeten en maak gebruik van mijn loopvermogen en inzet. Dat is mijn kwaliteit, niet persé de technische hoogstandjes. Het maakt voor mij ook niet heel veel uit, zolang ik maar in de basis kan starten.”

Voor de winterstop speelde de polyvalente Goossens vrijwel alles, maar een moment van onoplettendheid zorgde ervoor dat hij na de winterstop een reeks wedstrijden moest missen. “Na een teamactiviteit kwam ik op de fiets hard ten val. Niet omdat ik teveel bier op had, maar gewoon door niet op te letten. Een zware hersenschudding en een kapot gebit waren het volg. Daardoor heb ik pas in maart weer mijn eerste minuten kunnen maken. Nu heb ik nog een spalk over enkele tanden, maar verder ben ik gelukkig helemaal hersteld.”

In de tussentijd ging hij wel altijd mee als supporter, maar de 20-jarige loodgieter is blij dat hij nu weer terug in de basis staat bij de club waar hij al zijn hele voetballeven rondloopt. “Ik zit nu vier seizoenen bij de eerste selectie, waar ik op mijn zeventiende onder Erwin van Schilt mocht debuteren. Inmiddels ben ik van de jonge gasten die destijds doorkwamen degene die het langst in de basis staat, daar ben ik wel trots op. Het is leuk om uiteindelijk het eerste te halen als je daarvoor als jeugdspeler geregeld hebt staan kijken met het idee ‘dat wil ik ook’.  Het is een mooie club en voel me hier prima thuis. Je ziet ook dat er vrij weinig verloop is van spelers.”

Na elf jaar vierde klasse komt de ploeg uit Ossendrecht nu uit in de vijfde klasse van het zondagvoetbal waarin het middenmoter is. “Dat valt wel enigszins tegen want we wilden proberen te gaan voor promotie. Door een reeks aan blessures en een aantal vaste krachten die zijn weggevallen of definitief gestopt is dat tot heden niet gelukt. Door al die redenen hebben we tijdens het seizoen al teveel onnodige punten laten liggen en kan je wel spreken van te groot verval in prestaties. Soms is het voor de trainer zelfs een echte puzzel om op zondagmiddag een mooi team op het veld te krijgen.”

Op het veld staan en plezier beleven in het voetbal is voor Goossens hetgeen waar het allemaal om draait. En het liefst ook nog met een prestatief randje eraan. “Mijn vrienden voetballen in het tweede en derde elftal, maar dat is nu nog niets voor mij. Ik heb die prestatieprikkel nodig. Om me fit te voelen en om me sportief uit te dagen. Voorlopig zie ik mezelf nog wel wat jaren in het eerste voetballen en zoveel mogelijk blessurevrij te blijven. Verder zie ik wel hoe het in de toekomst verloopt. Uitdagingen elders zijn sowieso niet aan mij besteedt, want ik zie me wel altijd bij ODIO blijven. Met het eerste lijkt het me gaaf om nog eens een promotie mee te maken. Al zie ik dat helaas dit seizoen nog niet gebeuren.”

Klik op rkvv ODIO voor de laatste artikelen over de club.
Klik op rkvv ODIO voor meer informatie over de club.

Trappenburgs tweede kans: “Ik geniet weer van het spel”

Je plezier kwijtraken in hetgeen je eigenlijk het liefste doet. Het overkwam Niek Trappenburg (30) van ASV Arkel. De 30-jarige legde de lat te hoog voor zichzelf, waardoor hij zijn plezier voor het voetbal verloor. Maar nu, bij zijn vertrouwde club, heeft hij de reden teruggevonden waarom hij als kleine jongen zo graag voetbalde. “Het klinkt misschien gek, maar dit voelt een beetje als een tweede jeugd.”

Zijn voetbalreis begon in de jeugd van GJS, waar hij met name in de JO17-1 op een competitief niveau speelde. “Dat was een geweldige tijd. We speelden in de derde divisie tegen clubs als PSV en andere BVO’s. Maar na dat seizoen begonnen we vaker te verliezen, en door mijn drang om te presteren verdween het plezier.”

In die periode kwam Trappenburg via goed contact met Remie Schuurman in aanraking met het zaalvoetbal bij Jogadores CF. Die connectie speelde uiteindelijk een belangrijke rol in zijn overstap van de jeugd van GJS naar het eerste elftal van ASV Arkel.

Bij Arkel kwam Trappenburg in goede handen terecht. Jerome Ceton was daar namelijk de hoofdtrainer. Het klikte tussen de twee en, niet onbelangrijk, Trappenburg speelde direct alle wedstrijden. Toch veranderde de situatie na zijn vierde seizoen. “We werden kampioen, maar met de komst van een nieuwe trainer belandde ik op de bank. Ook dat jaar pakten we de titel, maar omdat ik nauwelijks in actie kwam, voelde ik me geen onderdeel van het team. Dat knaagde aan mijn zelfvertrouwen en ging ten koste van mijn mindset. Uiteindelijk besloot ik te stoppen, ik was klaar met voetbal.”

Trappenburg geeft toe dat zijn prestatiedrang hem vaak in de weg zat. “Ik denk dat die drang altijd de boosdoener is geweest, waardoor ik niet altijd mijn beste spel kon laten zien. Daarnaast had ik zo nu en dan blessures, en in de senioren kampte ik lange tijd met een hardnekkige bilblessure, waardoor ik een periode niet volledig topfit was.”

Twee jaar lang stond hij aan de kant, maar een definitief afscheid van het voetbal bleek onmogelijk. “Ik betrapte mezelf erop dat ik hele dagen voetbal op tv keek en bleef volgen hoe clubs in de regio presteerden. Na twee jaar besloot ik terug te keren. Eerder had ik al contact gehad met trainer Tutu N’Dona, die mij hielp de voetbalschoenen weer uit de kast te halen.”

Bij SVW maakte hij een seizoen lang kennis met het niveau van de eerste klasse. “Dat was een totaal andere ervaring dan ik gewend was. De sportparken waar je komt, de faciliteiten, alles is veel groter. Pas dan zie je hoe groot het amateurvoetbal eigenlijk is. Het was een geweldige tijd met een leuke spelersgroep en een hoog niveau in zowel trainingen als wedstrijden. Aanvankelijk begon ik op de bank, maar wist ik toch de nodige speelminuten mee te pakken. Toch wilde ik meer, dus besloot ik een stap terug te doen.”

Na één seizoen keerde hij terug naar ASV Arkel, waar inmiddels ook oud-trainer Jerome Ceton weer aan het roer stond. “Nu speel ik elke wedstrijd als centraal verdediger en voel me als een vis in het water. Het vuur is terug, en het voelt echt als een tweede jeugd. Mijn vertrouwen is hersteld, en ik geniet weer van het spel. Het belangrijkste is om plezier te behouden en een groeimindset te hebben. De prestaties volgen dan vanzelf.”

Klik op ASV Arkel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op ASV Arkel voor meer informatie over de club.

Broers, buurmannen en bovenal voetballiefhebbers

Broers Jan (71) en Rob (72) van Driel zijn bijna buren en zijn al lang betrokken bij de voetbalvereniging Schelluinen. Vooral Jan zet zich al zo’n 35 jaar in voor de club. Met nog maar één jeugdteam bij de club vragen de heren zich af hoe de toekomst er voor hun club uit zal zien, wat hun wil om de club draaiende te houden alleen maar versterkt. Beiden hebben in het bestuur gezeten en steunen de vereniging nu op andere manieren.

Jan woont op nummer 34 en Rob op nummer 38 van dezelfde straat. De twee waren als broers aan elkaar verbonden en zijn dat dus altijd gebleven. Niet alleen doordat het bijna buren van elkaar zijn, maar ook door het voetbal. Ze zijn alle twee actief bij Schelluinen. “Normaal gesproken zaten Rob en ik samen in de VUT-ploeg” vertelt Jan. “Maar nu niet meer omdat de penningmeester zwanger is” voegt Rob eraan toe. “Die functie neem ik nu dus tijdelijk over. Daarnaast ben ik leden-en contributieadministrateur en beheer ik Sportlink. ”

Jan zit nog wel in de VUT-ploeg. Drie keer per  week onderhoudt hij samen met een groep van vijf anderen de velden en de rest van de accommodatie. Daarnaast is hij al vele jaren wedstrijdsecretaris. “Je probeert iets voor de club te doen om het draaiende te houden. Je wilt Schelluinen ook niet in de steek laten, want het wordt steeds lastiger de club te laten voortleven. De toekomst is onzeker. Waar we vroeger tien jeugdteams hadden, hebben we nu alleen de JO9-1.”

Op de zaterdagmiddag vermaken de twee zich prima als ze langs het veld staan om naar een wedstrijd van het eerste te kijken. “We leven in ieder geval wel mee, ja” vertelt Jan en moet lachen “af en toe maken we de grensrechter van de tegenpartij een beetje gek. Maar wel met een knipoog hoor, het zal nooit escaleren. Maar goed, dat is altijd wel een gezellige middag. Het veld ligt er dan weer mooi bij en we hopen op een leuk potje. Het eerste team speelt in de derde klasse. In onze ‘goede’ jaren speelden we zelfs in de eerste klasse. In die tijd hadden we een geweldig elftal met allemaal talentvolle spelers. Wat een mooie tijd was dat. Na de wedstrijd, of we nu winnen of verliezen, drinken we altijd een lekker glaasje bier in de kantine met ons vaste ploegje.”

Rob speelde vroeger in het eerste van Unitas in Gorinchem en is nog steeds lid, dat in zijn tijd op het hoogste amateurniveau van Nederland uitkwam. Hij mist het voetballen nog wel eens. Jan speelde in de jeugd en later in het derde elftal bij Unitas en heeft nog een paar jaar in het vierde elftal van Schelluinen gespeeld.  Ook heeft hij later een korte periode zeven tegen zeven gespeeld: “We hebben hier een zeven tegen zeven competitie. Ik heb een paar keer meegedaan, maar kreeg een zweepslag. Ik had vier dagen last van mijn kuit, dus heb ik toen besloten om te stoppen.”

Jan verzorgt ook elk jaar het ‘Rad van avontuur’. Er worden dan lootjes verkocht waarmee de bezoekers in de kantine een prijs kunnen winnen. De opbrengst gaat in de clubkas. Jan heeft in het verleden meerdere succesvolle acties opgetuigd. De laatste editie van het Rad van avontuur was een groot succes. Als toetje kon door de aanwezigen worden geboden op een gesigneerd shirt van Frenkie de Jong. “Dat is de kleinzoon van erevoorzitter Jan de Bruijn. De penningmeester zat met een grote glimlach op het gezicht achter het geldkistje.”

Klik op VV Schelluinen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Schelluinen voor meer informatie over de club.

Aanvoerder Jeroen Augustijn blijft strijdbaar met VVC’68 tot laatste snik

HALSTEREN – Na tevredenheid vorig seizoen met een stevige plek in de middenmoot, ging men bij VVC’68 ook deze competitie vol vertrouwen van start. Dat liep helaas even anders en nu is de derdeklasser met nog vier ploegen vol in de slag voor lijfsbehoud. Aanvoerder Jeroen Augustijn blijft echter strijdbaar tot de laatste snik.

“Het is constant stuivertje wisselen nu onderin. Eén overwinning kan het verschil maken tussen rechtstreekse degradatie of directe handhaving.. De laatste weken hebben we de aansluiting gevonden en daar zag het heel lang niet naar uit. Het zit extreem dicht bij elkaar en die kans om de dans te ontspringen op het eind mogen we nu niet meer laten glippen.”

Augustijn speelt alweer zes seizoenen voor de roodhemden op Sportpark de Beek en heeft het ondanks het teleurstellende seizoen heel goed naar zijn zin. Hoewel de jaren tellen voelt hij zich nog altijd fysiek en conditioneel sterk en heeft hij al te kennen gegeven ook volgend seizoen nog bij VVC’68 actief te blijven. “Daarin sta ik niet alleen overigens, want ook nagenoeg de complete selectie blijft intact. Ook als we het onverhoopt niet mochten redden en degraderen naar de vierde klasse. Gezien de kwaliteit in de selectie zou dat doodzonde zijn, maar iedereen is er debet aan en dan hebben we direct een goede reden om in de vierde klasse weer vol te gaan voor een terugkeer.”

Zover is het echter nog niet, want VVC’68 heeft dankzij enkele belangrijke overwinningen de aansluiting met de vier ploegen erboven te pakken. Hoewel de centrale verdediger de mening heeft dat er kwaliteit voldoende is bij zijn ploeg, ziet hij wel oorzaken van het slechte seizoen. “Er is vaak een te groot verval. De ene week spelen we goed en winnen we overtuigend, maar andere wedstrijden hebben we in mijn ogen niet altijd het maximale gegeven en dan kan je van iedereen verliezen in deze klasse. We zijn de enige ploeg die nog geen duel gelijk heeft gespeeld…. Het is of alles of niks en dat heeft ons al te vaak punten gekost dit seizoen.”

Al vroeg in de competitie kreeg men te maken met een trainerswissel. Peter Remie vertrok en werd opgevolgd door Remco van Haaren. “Er zijn daarna wel dingen veranderd, ook qua trainingen en spelopvatting. Iets meer zekerheid en dat gaf wel meer vertrouwen. Remco blijft ook komend seizoen dus dat geeft ook rust. Het is nu voor iedereen zaak om de komende weken de schouders er met elkaar onder te zetten en de overtuiging op het veld te tonen. Want dat we voetballen weten we, dat we mee kunnen op dit niveau hebben we vorig seizoen bewezen. Maar als je bijvoorbeeld de wedstrijd tegen WHS neemt… Wij hebben driekwart balbezit, krijgen twee counters om de oren en verliezen met 2 – 0. Dat mág gewoon niet! Ook bij standaardsituaties zijn we niet scherp genoeg geweest met tegendoelpunten en puntverlies tot gevolg. Als je alles bij elkaar optelt hebben we het zelf laten liggen en dat is doodzonde.”

Toch heeft de Steenbergenaar nog het volste vertrouwen dat VVC’68 het kan redden. “Dat hebben we toch echt zelf in de hand. De kwaliteit is aanwezig, alleen moet iedereen het geloof en de overtuiging nu laten zien. Als we na een jaartje laatste te hebben gestaan nu inblijven… Reken maar dat we het dan dik gaan vieren. We blijven strijdbaar, tot het eind.”

Klik op VVC’68 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVC’68 voor meer informatie over de club.

 

Jasper Gunter: dit seizoen stevig gegroeid in voetbalontwikkeling!!

HALSTEREN – Het eerst seizoen bij Vierde Divisionist RKSV Halsteren was vooral eentje ‘wennen en groeien’ voor aanvaller Jasper Gunter. Nu in zijn tweede seizoen is hij naar eigen zeggen aardig toegegroeid naar het gewenste niveau.

“Toen ik overkwam van WHS, uitkomend in de tweede klasse zaterdag, was het toch echt wel wennen en aanpoten. Alles bij Halsteren ging zo ongekend veel sneller… Dat deed me wel beseffen dat je niet ‘zomaar’ even overstapt naar een hoger niveau. Waar ik bij WHS nog wel eens een bal kon goedleggen of iets meer tijd kreeg voor het doel, daar merkte ik dat op divisieniveau je veel sneller moet handelen en betere keuzes moet maken.”

Gunter verkeek zich dus op de stap die hij maakte van WHS naar Halsteren, maar inmiddels heeft hij wel de nodige stappen voorwaarts in zijn voetbalontwikkeling gezet. “De intensiteit op trainingen en wedstrijden ligt zoveel hoger dan ik gewend was. Daar moet je in mee en dat gaat dan op een gegeven moment wel vanzelf. Daardoor is de ‘motor’ qua inhoud wel enorm toegenomen. Voor een speler zoals ik ook wel noodzaak, want ik ben iemand die altijd heel veel energie in zijn spel legt en altijd vol gas geeft. Nu kan ik dat wel weer volhouden, al is het wel een leerpuntje om meer mijn momenten te kiezen. Dat kan net het verschil zijn tussen nog wel of geen energie hebben voor die laatste sprint aan het eind van de wedstrijd.”

Waar hij in de tweede- en derde klasse veelal aan het eind van een WHS-aanval de trekker succesvol overhaalde, vraagt het leven van een Halsteren-spits net wat andere dingen. “Hier is het ook belangrijk dat je als spits meer meevoetbalt, aanvallen vloeiend houdt en óók als het even kan de trekker overhaalt.. In het voetballend stuk heb ik hier, mede door de intensiteit en de kwalitatief sterke selectie flinke stappen gemaakt. Daardoor ben ik wel toegegroeid tot het divisieniveau, al kan en moet het nog op heel veel facetten beter. Dat is ook de drijfveer die ik mezelf als voetballer opleg, want de competitie in de regio Den Haag en Rotterdam is toch wel van een ander level dan dat we gewend waren.”

Dit seizoen in de ‘regio West’ is er voor zowel Gunter als zijn ploeg eentje met twee gezichten. Vanaf het begin viel het steeds de verkeerde kant op en zag de ambitieuze Brabantse club zichzelf helemaal onderaan de ranglijst van de 4e Divisie B. “Dat was wel even slikken. In wedstrijden kregen we vaak op het eind nog een goal te slikken terwijl eigen kansen er niet ingingen. Ook bij mij niet en dat was balen. We hebben een grote selectie en heel veel kwaliteit. Maar het wilde in het begin niet onze kant opvallen en dat heeft ons heel veel punten gekost. Inmiddels hebben we sinds een paar weken voor de winter een goede reeks neergezet en een prima ‘flow’ te pakken. We hebben laten zien dat we óók tegen hoger geklasseerde (top)ploegen resultaat kunnen boeken. Daarom heb ik veel vertrouwen in een goede afloop.”

Want Halsteren is er alles aan gelegen om Vierde Divisionist te blijven. “Daarvoor hebben we absoluut de kwaliteiten. We hebben in de winterstop een aantal versterkingen van buitenaf erbij gekregen en dat heeft de concurrentie nog doen toenemen. We wisten in deze competitie niet wat we exact konden verwachten en het zich heel erg dicht bij elkaar. Win je twee keer sta je in de subtop, verlies je twee duels kan je op een nacompetitieplek eindigen. We moeten vol aan de bak en dat beseffen we ook. Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat we het gaan redden, dat hebben we de afgelopen maanden laten zien.”

Klik op Halsteren voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Halsteren voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.