Home Blog Pagina 58

Daniela de Vries doet het goed met de meiden van Heerjansdam

Toen er vier jaar geleden ‘ineens’ heel veel aanwas was bij de meiden en ze een trainer zochten voor de MO11, voelde Daniela de Vries zich wel geroepen. En met succes. Want na een aantal leerzame seizoenen, werd de MO13 van Heerjansdam deze competitie kampioen. “Het is leuk om te zien hoe ze het oppakken.”

De 38-jarige De Vries is dan ook maar wat trots op haar groep. “Als je op zaterdag dingen terugziet van de training, geeft dat voldoening. Dan leren ze er blijkbaar toch iets van, haha!” Aan haar fanatisme, kan het wat dat betreft sowieso niet liggen. “We waren een paar wedstrijden voor het einde al kampioen, maar dan wil ik toch die laatste duels ook gewoon winnen. Gelukkig denken die meiden er ook zo over.”

Kletsen

En dat is, helemaal als trainster van haar eigen dochter, maar goed ook, begint De Vries te lachen. “Soms is dat best wel lastig. Je probeert niet te streng te zijn, maar wilt wel aanwijzingen geven én het er thuis zo nu en dan eens over hebben. Dan zie je ze soms denken, moet dat mam…” Gelukkig heeft de inwoonster van Heerjansdam inmiddels wel wat ervaring. “Hiervoor heb ik de jongens getraind, het team van mijn zoontje. In het begin moest ik nog wel even een modus vinden bij de meiden, was ik nog iets té serieus. Jongens en meiden zijn toch heel anders.” Waar dat verschil hem vooral in zit? “Jongens komen echt om te leren voetballen, in plaats van gezellig te voetballen. Die zijn een stukje serieuzer. Meiden willen soms gewoon even lekker kletsen. Daar moet ook ruimte voor zijn.” Al is dat niet makkelijk, met een groep van achttien meiden, beseft De Vries zich. “In je eentje is dat soms best veel. Als ze er allemaal zijn, hebben we zeven wissels. De opstelling is toch altijd even puzzelen op vrijdagavond.” Hoe anders was dat in haar tijd. “Ik was zes toen ik begon met voetballen bij Heerjansdam. Gewoon tussen de jongens.” Op haar 24ste, na een aantal seizoenen in het damesteam, vond De Vries het mooi geweest. “Ons team had in de jeugd twee meisjes, dat was echt een bezienswaardigheid. Er was vroeger niks voor meiden. Nu hoor je er eigenlijk niet meer bij zonder meidenvoetbal. Dat komt ook door de Oranjeleeuwinnen.”

Populairder

Dus zet ze zich er met alle liefde een paar keer per week voor in. “Ik ben eigenlijk altijd wel betrokken geweest bij Heerjansdam, mijn ouders en broer zijn er ook kind aan huis. Toen mijn kinderen gingen voetballen, werd ik trainer bij de JO7.” Met nu eigenlijk nog altijd precies hetzelfde doel. “Het is leuk om ze iets bij te leren. Ik krijg gewoon heel veel energie van die meiden.” Ook tijdens trainingen. “De meerderheid is begonnen in de MO11, dus we trainen vooral op balgevoel, techniek en inzicht. Dat soort dingen. Nu gaan we ook steeds meer opbouwen, in plaats van zomaar een lange bal naar voor geven.” Iets dat hoort bij de algemene ontwikkeling, vindt De Vries. “Je merkt dat het meidenvoetbal steeds populairder wordt. Heerjansdam heeft ook de ambitie om het uit te breiden, dus proberen we veel dingen net zo te regelen als bij de jongens.” Binnen het veld is dat gezien de resultaten, in ieder geval gelukt. “We zijn ongeslagen kampioen geworden! Veertien wedstrijden, 42 punten.” Gelukkig krijgt de succesvolle samenwerking volgend seizoen dan ook een vervolg. “Waarschijnlijk gaat het hele team over naar de MO15 en ik ga mee.” Aan stoppen, denkt De Vries voorlopig dan ook nog niet. “Hoewel ik soms, bijvoorbeeld als ze staan te kletsen tijdens de uitleg van een oefening, wel eens denk: wat doe ik hier? Maar uiteindelijk overheersen de leuke momenten en is het hartstikke gezellig!”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

Jeugdcoördinator Ruud Pols van Groote Lindt gunt alle kinderen hun plezier

Als jeugdcoördinator van de onderbouw, houdt Ruud Pols zich dit seizoen bij Groote Lindt bezig met allerlei voetbalinhoudelijke zaken. Want hoe vroeger je begint, hoe eerder ze dingen leren. “Dan hebben ze daar later plezier van!”

Eigenlijk een klein beetje, zoals dat vroeger bij hemzelf ook ging, vertelt hij. “Ik ben sinds mijn vijfde lid van Groote Lindt, heb vanaf de F3 alle jeugdelftallen doorlopen en speelde later ook nog in het eerste.” Inmiddels heeft de 43-jarige Pols het stokje aan zijn zoon overgedragen. “Die speelt nu bij de JO13-1!” Maar ook zelf, draagt de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht dus nog altijd zijn steentje bij. “Er was een gat, dus daar sprong ik in. Ik wilde toch graag betrokken blijven.”

Oefenstof

In zijn geval dus als jeugdcoördinator van de onderbouw. Verantwoordelijk voor de JO7 tot en met de JO13. “Per lichting hebben we een technisch beleidsplan, van hoe we willen trainen én spelen. Spelers positief benaderen, de cultuur bewaken, maar ook opbouwen van achteruit en niet zomaar die bal naar voren peren.” Want, zo redeneert hij. “Als de jeugd nu al onder druk uit leert voetballen, hebben ze daar later plezier van. Alleen maar lange ballen leer je niks van, helemaal niet als middenvelders dan steeds worden overgeslagen.” En dus is daar een belangrijke taak weggelegd voor de trainers én Pols. “Ik moet zorgen voor voldoende trainers, leiders en het begeleiden van nieuwe leden. Dat doen we bijvoorbeeld door te promoten op scholen, tijdens het schoolvoetbal en de Koningsspelen.” Een bewuste keuze, legt hij uit. “We hebben zelfs flyers gemaakt, om te laten zien wat Groote Lindt is. Trainers zijn altijd lastig te vinden, maar door te zorgen voor aanwas van onderuit, is dat een kweekvijver voor zowel spelers als trainers.” Door vrijwilligers laagdrempelig in te laten stromen en met trainingen die zijn opgenomen in het beleidsplan. “De hele onderbouw traint in carrouselvorm, dus met drie of vier vaste vormen en trainers die bij één oefening blijven staan. Alleen de groepjes draaien door.” Het voordeel daarvan? “Gevarieerde oefenstof en je wordt gezien én getraind, door alle trainers. Dus meerdere blikken die coachen.” Een unieke manier van werken in de omgeving, zo weet Pols. “We krijgen veel positieve feedback! Spelers zijn continu bezig en krijgen alle stof aangereikt.” Toch is er ook een nadeel, heeft hij gemerkt. “Sommige trainers zitten er niet altijd op te wachten, die trainen liever alleen hun eigen team. Maar ook dat leggen we dan aan ze uit.”

Fijne jeugd

Uiteindelijk zijn het de hoofdtrainers van de verschillende teams zelf, die de oefenvormen bedenken, vertelt Pols. “Die bieden we vervolgens aan, zodat ze voor iedereen ter beschikking zijn. Van techniek, tot aan positiespel en afwerken.” Met uiteindelijk voor jeugdspelers het doel om het eerste te halen, maar op korte termijn nog iets veel belangrijkers. “Het voornaamste nu is plezier én kinderen in beweging brengen.” Iets wat Pols na al zijn jaren bij de club, als geen ander weet. “Ik ben hier opgegroeid, ging altijd met veel plezier naar de club en nog steeds. Veel van mijn sociale contacten zijn ontstaan bij Groote Lindt, dat gun ik die kinderen nu ook. Dat hoort bij de ontwikkeling, het draait niet alleen om presteren.” Wat dat betreft zit het bij de vereniging uit Zwijndrecht wel goed. “Het is een heel gemoedelijke club, iedereen kent elkaar en ieder lid telt. Daarom hebben we ook gekozen voor deze benadering, om de jeugd genoeg aandacht te kunnen geven.” En die aanpak werkt. “Sinds dit seizoen zijn we begonnen met het benaderen van scholen en je ziet de toestroom. We gaan straks in de onderbouw van twaalf naar zestien teams.” Ook het niveau, ziet Pols stijgen. Mede dankzij de inzet van alle enthousiaste betrokkenen. “Die kinderen een lach op hun gezicht geven, daar doen we het voor. Om ze gewoon een fijne jeugd te geven.” Voorlopig nog met hem aan het roer. “Ik ben een pietje-precies, dus zie mezelf dit de komende jaren nog wel doen. Eerst wat neerzetten, voordat ik het ga overdragen!”

Klik hier voor meer informatie over Groote Lindt
Klik hier voor meer artikelen over Groote Lindt

Degradatie Apollo’69 was niet waarop Robin Korsuize had gerekend

’S GRAVENPOLDER – Had afgelopen seizoen s.v. Apollo’69 te maken met een grote dosis pech? Of was het uiteindelijk toch een gebrek aan scherpte en kwaliteit? Aan het eind van de rit zag het elftal van aanvoerder Robin Korsuize (31) zich terug op een ‘zure’ negende stek, wat degradatie betekende.

“De laatste weken zagen we het onheil wel naderen, maar toch hoop je dat het geluk wel een keer goed valt en dat je toch nog kan ontsnappen. Dat lukte helaas niet en op degradatie hadden we vooraf toch niet echt op gerekend. Ik had de overtuiging dat we een selectie hadden om het ondanks de pittige tegenstand moesten kunnen redden. Dat is echter geen goede inschatting gebleken.”

Het seizoen in cijfers bekeken leert dat het allemaal in balans is. Acht overwinningen, negen keer gelijk en negen duels verloren. Drieëndertig punten en een doelsaldo van plus twee (72-70). “In elk normaal seizoen zou dat voldoende zijn om te handhaven, maar door de versterkte degradatieregeling helaas dus niet. Het is nu zaak om goed richting de toekomst te gaan kijken en ik verwacht dat er wel het nodige zal gebeuren. Jongens die vertrekken, een aantal gaat lager spelen en misschien dat er een paar stoppen. Er moet dan worden verjongd, terwijl ook een paar gasten van buitenaf naar de club komen. Noodzakelijk om de boel op pijl te krijgen en weer opnieuw te gaan bouwen.”

Zelf hoop Korsuize daar als dertiger zeker nog een prominente rol in te kunnen vervullen. “Voetballen is het leukste wat er is om te kunnen doen. Zolang het fysiek kan zal ik ook zeker doorgaan. Ik heb er nu zesentwintig seizoenen Apollo’69 opzitten en heb me nooit kunnen indenken om een andere shirt dan het blauwwit te dragen als voetballer, buiten ons uit-tenue dan uiteraard haha. Ik debuteerde ooit hier op mijn vijftiende en ben nooit meer uit de ploeg verdwenen. Dus hier ligt mijn hele voetballeven en dan kan je best spreken van clubliefde. Dat we nu met het eerste straks in de vijfde klasse spelen is balen, maar voor de rest gaat het met de vereniging goed en dat is het allerbelangrijkste voor mij. Voor mij is het meer dan een voetbalclub, het is voor veel mensen ook een sociaal baken en ontmoetingsplek. Soms voelt het als een tweede thuis en dat vind ik prachtig.”

Ooit ziet Korsuize zich wel in een bestuurlijk rol, maar niet zolang hij in het eerste speelt. “Een rol op he technische vlak wellicht. Maar nu nog even niet. Ik hoop nog tot minimaal mijn vijfendertigste door te gaan, dus hopelijk is me dat ook gegeven. Ik zou er zo voor tekenen.”

Klik op Apollo ’69 voor meer informatie over de club.
Klik op Apollo ’69 voor meer artikelen van de club.

Jeroen de Visser ziet verbondenheid bij IFC

Materiaalman, grensrechter of de kleding wassen en regelen. Je kunt het zo ‘gek’ niet bedenken, of Jeroen de Visser doet het. En dus is het seizoen van de vrijwilliger bij IFC eigenlijk nooit écht afgelopen, zo vertelt hij. “We zijn nu alweer bezig met inventariseren.”

En dat begon voor de 51-jarige De Visser allemaal zo rond 2007. “Eerst bij de zondag 2 als grensrechter, hulpje van de materiaalman én keeper. Omdat er geen doelman was, stond ik de drie bekerwedstrijden en de eerste competitiewedstrijd met handschoenen aan tussen de palen. Later ben ik als begeleider doorgestroomd naar één.” Sterker nog. “Ik heb op een gegeven moment ook de zaterdag 1 er nog bij gedaan.” Tot IFC stopte met het zondagvoetbal. “Dat was wel lekker, anders was je twee dagen bezig. Kon ik op zondag gewoon nog een beetje opruimen, want ik doe samen met mijn vrouw ook nog de was van de senioren.”

Schoonfamilie

Het klinkt veel, maar is volgens De Visser vooral allemaal heel leuk. “Het leukste van vrijwilligerswerk doen is voor mij dat je andere mensen kunt helpen.” En dat niet alleen. “Het is ook de waardering die je krijgt, dat vind ik heel belangrijk.” Binnen het veld maakte hij vooral furore binnen een hecht vriendenteam, begint de inwoner van Hendrik-Ido-Ambacht te lachen. “Ik was zelf eigenlijk helemaal geen voetballer, voetbalde gewoon met vrienden tijdens mijn jeugd. Pas op mijn achttiende werd ik lid van ASWH.” Verder dan een vriendenteam, schopte De Visser het dan ook nooit. “In 2005 of 2006, ben ik alweer gestopt.” De linkspoot beproefde vervolgens zijn geluk bij de buurman. “Mijn schoonfamilie was IFC, dus toen ik mijn vrouw leerde kennen, kwam ik hier terecht.” Helemaal toen ze hem vroegen of hij misschien in de begeleiding van het eerste wilde komen, was zijn keuze snel gemaakt. “IFC is een echte familieclub. Puur door de gezellige sfeer. Iedereen kent iedereen en ieder lid telt mee.” En dus zet De Visser zich daar dan ook met alle liefde voor in. “Het seizoen houdt eigenlijk nooit op. Nu beginnen alweer de voorbereidingen voor volgend jaar, alles inventariseren. Vanuit het bestuur krijgen we dan een budget, voor de materialen en de kleding. Dan is het dingen laten bedrukken en soms zelf nog een sponsortje ergens zoeken.”

Op de bank

Tot het straks allemaal weer écht begint. “Dan gaan we weer trainen en moet alle trainingskleding worden gewassen. Alles wordt bij ons voor die jongens op de club gewassen, opgevouwen en netjes in de kleedkamer op hun eigen plekje gelegd. Ze kunnen in principe zo zonder spullen naar IFC komen.” Een beetje verwend, worden ze volgens De Visser dan ook wel. “Iedereen loopt er spik en span bij.” De vrijwilliger verwacht daar dan ook stiekem wel wat voor terug. “Ik heb er nog steeds de pest in als we verliezen, helemaal als sommige jongens een beetje de kantjes ervan af lopen.” Gelukkig gebeurt dat niet al te vaak. “Ondertussen heb ik al heel wat promoties en kampioenschappen meegemaakt, dat is natuurlijk altijd leuk!” Zijn werkzaamheden blijft De Visser voorlopig dan ook nog vol plezier doen. “Zeker als de waardering blijft.” En die voelt hij. “Het is gewoon heel gezellig onder elkaar, ook met die jongens. Op donderdagavond blijft iedereen altijd hangen én ook op zaterdag na de wedstrijd.” Sterker nog. “Als ze vinden dat de kantine te vroeg dicht gaat, komen ze nog even met mij mee naar huis voor een biertje. Zitten ze hier op de bank, voordat ze naar de kroeg gaan. Sommige jongens zijn kind aan huis.” In een echt IFC-gezin, vertelt de eveneens terreinchef. “Mijn vrouw en kinderen zitten ook nog in de activiteitencommissie, anders zou ik al die dingen natuurlijk ook niet doen!”

Klik op IFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op IFC voor meer informatie over de club.

Gino Harreman staat volgend seizoen onder de lat bij OVV

Het leven van Gino Harreman (25) staat volledig in het teken van keepen. Hij is zelf, vanaf volgend seizoen, keeper bij OVV, heeft een keepersschool met 40 kinderen en maakt video’s met professionele keepers voor social media. Daarmee bereikt hij honderdduizenden mensen op Instagram, YouTube en TikTok. “Ik kan puur doen wat ik leuk vind. En dat terwijl ik helemaal geen profkeeper ben.”

Harreman zegt het voorzichtig en lachend: “Het voelt soms alsof ik werkloos ben. Omdat ik altijd met voetbal bezig ben. Ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt door video’s te maken met profkeepers. Het is fantastisch om te doen en bovendien ontzettend leerzaam. Ik ben bij Lars Unnerstall geweest van FC Twente, Nordin Bakker van Almere City FC, maar ook bij keepers in Duitsland en België. Laatst was ik bij Beerschot in Antwerpen voor een video met een 16-jarige keeper van het onder 23 elftal: Emile Doucouré. Onthoud die naam. Hij pakt ballen, echt geloof me, dat is bijna onmogelijk.”

Clean sheets
Zelf keept Harreman in het nieuwe voetbalseizoen bij OVV in Oostvoorne. “Ik woon in Oostvoorne en loop binnen vijf minuten naar de club.” Toen de kans zich voordeed om bij OVV keeper te worden, twijfelde hij niet, ondanks een mooie tijd bij Hekelingen. “Ik heb echt een fantastisch jaar gehad bij Hekelingen. In de vierde klasse. We eindigden als achtste, eigenlijk te laag, maar we hadden wel de minst gepasseerde defensie van de competitie. Voor mij als keeper leuk, daar doe je het ook voor. Voor clean sheets. Maar het was sowieso een mooi jaar met leuke teamgenoten.”

Verlaten doet Harreman Hekelingen niet, ondanks zijn overstap naar OVV. Op het complex van de vierdeklasser geeft de doelman zelf iedere zondag keeperstraining. Aan jongeren van 8 tot en met 21 jaar. “Ik heb vroeger zelf keeperstraining gehad van Merrick Leijnse. Een geweldige trainer. Na een tijdje had hij iemand nodig om training te geven, dat deed ik toen. Dat vond ik heel leuk. Ik heb een periode bij Merrick keeperstraining gegeven, maar wilde het daarna echt voor mezelf gaan doen.  Inmiddels train ik, samen met twee vrienden die ik in dienst heb, tientallen jonge keepers op zondagochtend. Een aantal van hen heeft al een mooie stap gemaakt, het is leuk om daaraan bij te dragen. Dat blijf ik doen bij Hekelingen. Het is een wisselwerking, want ik ben inmiddels ook sponsor van Hekelingen.”

Veel weg
Harreman reist, met zijn onmisbare vrienden die hem assisteren, het hele land af om video’s te maken voor social media. “En dan is het vaak: die keeper kan dan en dan, dus dan moet je er ook zijn. Plannen is heel lastig. Je bent afhankelijk van de clubs. Dat betekent ook wat voor mijn eigen keeperscarrière. Ik ben veel weg en bepaal vaak niet wanneer. Veel hoger spelen is voor mij lastig, maar dat vind ik ook niet heel belangrijk. Als ik op zaterdag speel, wil ik plezier hebben. Lekker in het doel staan. Dat plezier heb ik bij Hekelingen vorig seizoen echt gehad en ik verwacht ik ook terug te vinden bij OVV. Ik woon nu in Oostvoorne, maar heel goed ken ik de club niet zeg ik eerlijk. Ik ben opgegroeid in Spijkenisse. Natuurlijk speelde ik in de jeugd weleens tegen OVV, maar dat is het wel. Ik laat me graag verrassen.”

“Ik ben ontzettend dankbaar dat ik kan doen wat ik doe”, vervolgt Harreman, oud-keeper van Alexandria ’66, Hekelingen, Simonshaven, SCO ’63, het Duitse FC Gievenbeck (toen hij een jaar in Duitsland studeerde), Abbenbroek en SC Botlek. “En ik leer er zelf ontzettend veel van. Unnerstall van FC Twente maakte op mij heel veel indruk. Als je met zulke jongens traint, neem je die ervaring zelf weer mee het veld op. Als keeper, maar ook als keeperstrainer. Je wordt er zelf alleen maar beter van. Elke keeper is een mengeling van de keeperstrainers waarmee hij heeft gewerkt.”

Klik op OVV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op OVV voor meer informatie over de club.

De bekerfinale was een bijzondere dag voor Jerrel van der Zeeuw van VVGZ 2

Net geen kampioen, maar wel de beker gewonnen. VVGZ 2 draaide naar eigen zeggen best wel een aardig seizoen. En voor Jerrel van der Zeeuw, was het allemaal net nog een beetje extra bijzonder. “Die bekerfinale was voor mij echt een soort toetje.”

Om die uitspraak goed te kunnen begrijpen, moeten we terug naar september vorig jaar. Naar een onschuldig stoeprandje in Madrid, lacht Van der Zeeuw (31) als een boer met kiespijn. “Daar ging ik vol door mijn enkel heen en brak ik mijn kuitbeen.” Een ongelukje dat meer dan alleen voor de voetbal roet in het eten gooide. “Ik was heel de zomer al aan het trainen voor de marathon, toen gebeurde dit…” Na de winterstop, sloot de inwoner van Zwijndrecht na een lange herstelperiode weer aan. “Daar was ik op dat moment al heel blij mee, dus die bekerfinale was voor mij echt een soort toetje.”

Dubbel

Dat toetje werd voor VVGZ 2 een heerlijk dessert, want in die finale werd na verlenging afgerekend met Brabantia. Het leverde Van der Zeeuw een extra zoete nasmaak op, vertelt hij. “Acht jaar geleden stond ik ook in de bekerfinale, toen verloren we hem. Dus er stond nog een rekening open.” Het resulteerde in een bijzondere dag, zo herinnert hij zich nog goed. “Zeker voor een tweede elftal, waren er echt veel mensen. Dat is voor mij ook wel VVGZ, dat gevoel van familie en vrienden.” Helemaal als je dan ook nog wint. “Onze leider, Joop Bezemer, had in 40 jaar nog nooit de beker gewonnen. Als je dan ziet hoe blij zo iemand daarmee is…” Van der Zeeuw zelf, was in eerste instantie iets minder blij, moet hij bekennen. “Ik zat op de bank, dus het was toch een beetje dubbel voor mij. Nadat ik weer fit was heb ik even op mijn beurt moeten wachten, maar uiteindelijk toch nog veel wedstrijden gespeeld. Alleen jammer dat je dan juist in zo’n wedstrijd op de bank begint.” Al vergoedde de winst, ook voor hem veel. “Het was gewoon een heel leuke dag en een bekroning op een mooi seizoen waarin we bij vlagen leuk voetbal hebben gespeeld.” Naast de bekerwinst, werd de competitie namelijk afgesloten met een tweede plaats op twee punten van kampioen Oranje Wit. “We hebben tot de laatste dag meegedaan om kampioen te worden. Dan kan je niet spreken van een slecht seizoen, toch?”

Vriendenteam

Het doel voor komend seizoen is dan ook al duidelijk. “De groep blijft net als voorgaande jaren op een enkeling na weer bij elkaar, dus dan gaan we vol voor het kampioenschap!” Met hem er, zoals de afgelopen jaren, gewoon weer bij. “Van kleins af aan speel ik al bij VVGZ. Op een jaar Smitshoek en drie mooie seizoenen bij Papendrecht na, heb ik altijd bij VVGZ gespeeld.” Voor Van der Zeeuw de ideale combinatie tussen gezelligheid en prestatie. “Het is eigenlijk een soort vriendenteam, maar wel op een goed niveau. Dat is voor mij het leukste. Ik heb niet meer de ambitie om in het eerste te spelen, wel om die jonge jongens wat bij te brengen. Die dynamiek bevalt heel goed.” Ook na al die jaren én de nodige pesterijen. “Ze noemen mij inmiddels al opa…” Heel gek is dat gezien het verschil in leeftijd, misschien ook niet. “Ik ben de oudste en met de meeste jongens is het leeftijdsverschil een kleine tien jaar.” Verschil in leeftijd of niet, VVGZ 2 is bloedfanatiek. “Dat zit er bij ons zeker wel in. Tuurlijk is er genoeg ruimte voor een dolletje, maar we staan er met elkaar als het moet. Dat is niet anders dan bij een eerste.” Zijn manier van spelen is dat misschien wel een klein beetje. “Ik moet het niet hebben van mijn snelheid, wel heb ik een goede traptechniek en denk ik dat ik het spelletje wel aardig kan lezen. En weten wat je wel en niet kunt is ook een kwaliteit…” Gemaakt om straks trainer te worden? “Als ik ben gestopt ga ik daar rustig over nadenken, eerst wil ik zelf zo lang mogelijk blijven voetballen.” En dus trapt zijn fietsje voorlopig nog wel even door richting het sportpark, voor de inwoner van Zwijndrecht. “Met een biertje op het terras naar het eerste kijken, hopen dat zo’n middagje zes punten oplevert. Dat blijft voor mij toch het mooiste!”

Klik op VVGZ voor meer artikelen over de club.
Klik op VVGZ voor meer informatie over de club.

Mark van der Laan en Eelco van Viersen houden het potdicht bij FC Perkouw

0

Ze zijn 36 en 38 jaar oud, maar nog altijd fit en gemotiveerd. Mark van der Laan en Eelco van Viersen genieten van het samenspel in het defensieve centrum van FC Perkouw en slepen elkaar door de jaren heen. Hun leeftijd blijkt geen rem om de ambities van de ervaren verdedigers te hebben. ,,Ik word veertig op het veld’’.

Het is pas het eerste seizoen dat Van der Laan en Van Viersen samen in het centrum speelden dit seizoen. Van der Laan stond altijd op het middenveld van Perkouw, maar na het vertrek van teamgenoot Dennis Bodegom schoof hij een linie naar achter. ,,Dat beviel dit seizoen heel goed’’, benadrukt het duo, dat vooruitblikt op het komende voetbalseizoen en terugkijkt op hun eerste seizoen als centrale duo.

,,Hoe een vereniging hoort te zijn’’
Van der Laan speelt nu vijf seizoenen voor de hoofdmacht van Perkouw. Daarvoor speelde hij zijn hele leven voor Moordrecht. Van der Laan geniet van de sfeer op de Berkenwoudse Dreef. ,,Er hangt zo’n ontspannen sfeer. Daarom voetbal ik nu nog steeds’’, zegt de getransformeerde verdediger. Van Viersen heeft was meer clubs op zijn naam staan. Perkouw is één van de weinige clubs waar hij langere tijd voor speelt. Hij gaat het komende seizoen op voor zijn negende seizoen in de geel-zwarte clubkleuren. ,,Het voelt vanaf dag één aan als mijn clubje. Een club waar de club echt nog van de leden is, waar alles normaal is en het eerste een vriendenteam is dat op zaterdag wil presteren’’, aldus Van Viersen over de reden waarom hij het nog altijd volhoudt als voetballer. ,,Als je mij dertien jaar geleden had gezegd dat ik nog voetbal op mijn 39e, dan had ik je voor gek verklaard. Dat zegt denk ik genoeg over de vereniging. Het maakt hier niet uit of je in het eerste of vierde speelt. Iedereen zit bij elkaar en behandelt elkaar met respect, hoe een vereniging hoort te zijn’’, meent de routinier.

40 op het veld
Ondanks hun wat oudere leeftijden zijn ze nog niet van plan om te stoppen. Van Viersen geeft aan nog wel even door te kunnen. ,,Ik word veertig op het veld’’, is hetgeen wat hij altijd heeft uitgesproken. ,,Zo lang ik fit ben en er niemand is die mij uit de basis speelt blijf ik doorgaan. Uiteraard zal ik ruimte maken als er een jonge voetballer bij komt op mijn positie’’, aldus Van Viersen.

Compagnons
Het centrale duo geniet van het voetballen naast elkaar in het hart van de verdediging. Van der Laan spreekt vol lof over zijn maatje in het centrum. ,,Eelco is de leider achterin. Wat zeg ik, van het hele team. Hij zet de poppetjes op de juiste plek en houdt iedereen scherp. Hij heeft een goed overzicht en bovendien een geweldige trap. Ook op zijn leeftijd kan hij nog altijd geweldige crosspasses geven. Alle kopduels zijn voor hem en dat maakt hem sterk in de lucht. Het is gewoon een hele betrouwbare verdediger die mij veel helpt. Ik durf wel te zeggen dat hij de beste centrale verdediger is waar ik ooit mee heb gespeeld’’, beschrijft Van der Laan. Gelukkig voor hem, komt het niet van één kant, want ook Van Viersen is lovend over zijn compagnon bij Perkouw. ,,Marc is een hele betrouwbare centrale verdediger die geen gekke dingen doet. Je weet wat je aan hem hebt en wat hij doet. Hij je uitstapt loopt hij het gat voor je dicht. Je kan hem altijd inspelen en hij doet vaak de juiste dingen met de bal. Ook verdedigend is hij sterk. Ik denk wel buitencategorie voor de vierde klasse. Hij maakt net als ik gebruik van zijn inzicht, want we moeten het niet meer hebben van onze snelheid. Andere jongens hebben weleens moeite met mij, maar hij niet, we hebben nooit ruzie of gezeik’’, vertelt Van Viersen.

Voorzichtige ambitie
Perkouw heeft een tweede seizoen in de vierde klasse achter de rug. De promotiedroom viel in duigen en het seizoen ging als een nachtkaars uit. Na de dramatische degradatie van een paar jaar geleden is de ambitie om zo snel mogelijk terug te keren naar de derde klasse. ,,Het doel voor volgend seizoen is om te promoveren. We zijn wel voorzichtig met deze ambities, want we weten ook dat de klasses sterker worden. Natuurlijk gaat de Berkenwoudse formatie voor de promotie en zet het voorzichtig haar zinnen op een kampioenschap.

Klik op FC Perkouw voor de laatste artikelen over de club.
Klik op FC Perkouw voor meer informatie over de club.

Niet vanzelfsprekend dat Quick Boys een volgende stap zet

0

We spraken eind mei met oefenmeester Thomas Duivenvoorden terwijl hij in de auto zat. De trainer van Quick Boys rijdt van Almere naar zijn woonplaats Voorhout. “Ik ben net bij Alex Pastoor geweest. Voor een korte stage bij Almere City FC. Ontzettend leuk en nuttig. Bij elke club steek je wel iets op”, vertelt hij.

Duivenvoorden, 37 jaar, is in de afgelopen periode bij meer clubs geweest. Hij liep ook kort stage bij Darije Kalezic (ADO Den Haag), Ron Jans (FC Utrecht), Jeroen Rijsdijk (Sparta Rotterdam) en in Spanje bij Dick Schreuder (CD Castellon). Ik benader die trainers zelf. De ene keer word je geïnspireerd door de speelwijze van een trainer, bij een ander weer door zijn trainingsmethodes of hoe hij omgaat met zijn spelers en stafleden. Het is een heel breed vak waar veel verschillende competenties voor nodig zijn. Dat vind ik fascinerend.”

De carrière van Duivenvoorden is er één van een mooie rechte lijn omhoog. Twintig jaar geleden – hij was 17 jaar – startte zijn trainersloopbaan bij VVSB, de club waar hij destijds in de jeugd speelde. “Eigenlijk per toeval rolde ik in het vak. Ik voetbalde zelf in de A1 en ging helpen met het trainen van de jongste jeugd van VVSB. Zo begon het. En wat bleek: ik vond het hartstikke leuk. De interesse groeide en het groeide uit tot een passie. Dat is een natuurlijk proces geweest, tot waar ik nu sta, bij Quick Boys. Telkens ben je ergens en probeer je er het maximale uit te halen. En als mensen blij zijn, krijg je op een hoger niveau een kans.”

Sprookje
In de zomer van 2023 maakte Duivenvoorden de overstap van FC Rijnvogels naar Quick Boys. Bij FC Rijnvogels maakte de oefenmeester furore, met een titel in de Hoofdklasse, en een aanvallende en attractieve manier van spelen. Quick Boys hapte toe. En niet zonder resultaat. In zijn eerste jaar op sportpark Nieuw Zuid scheen bijna onophoudelijk de zon. De club eindigde als derde in de Tweede Divisie, pakte een periodetitel en de campagne in de KNVB Beker voelde bijna als een sprookje. “Als je ziet hoeveel veranderingen we op en naast het veld hebben doorgevoerd mogen we erg tevreden zijn. Het is lang geleden dat Quick Boys een rol speelde in de top van het amateurvoetbal. Daarnaast wonnen we twee keer van Katwijk en zijn we boven ze geëindigd op de ranglijst. Dat telt in de gemeente.”

Historie
Prestaties om van te likkebaarden, maar toch zal de indrukwekkende bekercampagne van Quick Boys vooral lang blijven hangen bij veel mensen. Het team van Duivenvoorden – uitgeroepen tot beste trainer van het KNVB-district West II – versloeg De Graafschap en NAC Breda en kegelde in Alkmaar bijna AZ uit de KNVB-beker. Na 3-3 na 120 minuten voetballen, dolf Quick Boys pas na penalty’s het onderspit. “Tijdens die wedstrijd genoot ik niet. Ik zat in een professionele modus, een prestatiemodus. Je bent geconcentreerd je werk aan het doen. Maar natuurlijk, achteraf weet je ook: dit is historie voor de club. Niet alleen die wedstrijd tegen AZ, we hadden al twee BVO’s verslagen. Het was echt een campagne. Een amateurclub verslaat wel vaker een BVO, maar twee keer winnen van niet de kleinste clubs en zo dichtbij zijn tegen AZ, dat was wel uniek.”

In die periode besefte Duivenvoorden des te meer hoe groot Quick Boys is. Hoe erg de club leeft bij supporters. Mensen die echt een blauw-wit hart hebben. “Ja, dat uitte zich in het bijzonder in die topwedstrijden. Tegen Katwijk in de competitie, maar ook in de KNVB Beker. Je weet dat het gek wordt, maar het overtreft als je er middenin staat, toch je verwachtingen. Als fans van Quick Boys het AFAS-stadion van AZ overnemen, is dat wel heel bijzonder.”

Bijzonder voor Quick Boys was ook het seizoen in de Tweede Divisie, met een derde plek als eindrangschikking. En dat in het eerste jaar van Duivenvoorden op Nieuw Zuid. “Het idee was dat we zouden bouwen in het eerste jaar, om de jaren erna te gaan oogsten. We kunnen wel zeggen dat we dit seizoen al geoogst hebben met de mooie momenten die we meegemaakt hebben. We liggen in dat opzicht voor op schema.”

Hunkeren
De vraag is of die stijgende lijn wel door te zetten is voor Quick Boys in het seizoen 2024/2025. Die vraagt leeft ook bij de trainer zelf. Duivenvoorden tempert de verwachtingen. Ook hij voelt dat clubmensen verlangen naar meer. Van plek drie naar één, als je puur naar de ranglijst kijkt, is het maar een klein stapje. “Dat mensen hunkeren naar meer is logisch. Wij als trainers, spelers en stafleden willen ook niets liever. Alleen raken wij na dit mooie seizoen wel meerdere belangrijke spelers kwijt aan clubs in het betaalde voetbal. Is een volgende stap dan wel reëel? Wellicht moeten we eerst een stap terug doen om opnieuw te bouwen aan een succesvol elftal. Het heeft natuurlijk wel impact.”

“Stel: FC Twente wordt derde in de Eredivisie en raakt vijf van haar beste spelers kwijt, is het dan logisch om een seizoen later een kampioenschap te verwachten? FC Twente heeft met PSV en Feyenoord twee hele stabiele topploegen boven zich. Voor ons geldt dat met Spakenburg en De Treffers.”

Stages
Terug naar de stages van Duivenvoorden bij betaald voetbalorganisaties. De trainer van Quick Boys laat geen mogelijkheid onbenut om zichzelf te ontwikkelen als trainer. Want bij Quick Boys is hij blij en voelt hij zich op zijn plek, maar het betaald voetbal is het uiteindelijke doel van de 37-jarige oefenmeester. “Maar dan moet ik een UEFA Pro-diploma hebben en die heb ik niet. Daarvoor moet je toegelaten worden en er zijn in het verleden al vele grote namen afgewezen. Ik hoop dat ik me kwalificeer op basis van mijn kwaliteiten. Door het goed te doen bij Quick Boys én mezelf te verrijken met korte stages bij BVO’s. Ik wil optimaal voorbereid zijn als ik die kans krijg.”

Arne Slot
Duivenvoorden steekt ook veel op van collega-trainers. “Niet één trainer in het bijzonder, maar Arne Slot heeft mij wel enorm geïnspireerd. Hij is heel compleet. De manier waarop zijn team speelt vind ik heel interessant. Het staat dicht bij mijn ideeën over voetbal. Maar een andere grote kwaliteit van hem is ook hoe hij mensen te woord staat en hoe hij Feyenoord heeft vertegenwoordigd. Daar geniet ik van. Maar ik geniet ook van Josep Guardiola, de grootste die er is, en Xabi Alonso dit seizoen bij Bayer Leverkusen. Voor mij allemaal inspiratiebronnen.”

Klik op Quick Boys voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Quick Boys voor meer informatie over de club.

Wouter Hartog trots op kampioenschap met SKNWK

NIEUWERKERK – Het bleef spannend tot de laatste speeldag, maar de 0 – 1 overwinning uit bij ASV Brouwershaven bezorgde SKNWK de titel in de 4e Klasse C. Verdediger Wouter Hartog (23) is trots op het kampioenschap. Na één seizoen keert hij met zijn ploeg terug in de derde klasse van het zaterdagvoetbal.

“In 2022 maakte ik de vorige promotie via de nacompetitie ook mee. Toen was ik voornamelijk bankzitter en moest het doen met incidentele basisplaatsen en invalbeurten. Na de degradatie vertrokken er enkele spelers en heb ik de kans gekregen. Dat we dan nu direct de titel konden pakken én ik voornamelijk basisspeler ben, dat maakt me dan wel heel trots. Nu voelt het ook echt een beetje als ‘mijn’ kampioenschap omdat ik nu een veel actievere rol heb gehad binnen het elftal. We hebben daarna dan ook een heel mooi feestje gebouwd en er een onvergetelijke ervaring van gemaakt. We moesten er tot de allerlaatste speelronde wel heel diep voor gaan om het kampioenschap binnen te slepen, maar het was in mijn ogen wel dik verdiend.”

Sinds zijn vijfde speelt hij op Sportpark Het Springer waar hij vanaf zijn negentiende begon mee te trainen met de selectie. Eerst nog moest de jonge verdediger het onder toenmalig trainer Johnny van Dijke vooral doen met spaarzame invalbeurten. Toen hij overstapte vanuit de jeugd was het de bedoeling om als linksback voor zijn kansen te gaan, maar dat liep toch anders. Onder huidig trainer Johan Sulkers pakt hij zijn kans en liet zien een betrouwbare centrale verdediger te zijn. “We hebben dit seizoen als ploeg ook de minste tegendoelpunten, dus dat geeft wel aan dat we het ook achterin aardig op de rit hadden met z’n allen. Op dit niveau is het in veel wedstrijden vooral ook een fysieke krachtmeting en daarin hebben we ons prima staande gehouden. Over de gehele lijn zijn we tijdens het seizoen de meest constante ploeg gebleken en dus in mijn ogen de terechte kampioen.”

De bereidheid om voor elkaar te knokken en met de individuele klasse die sommige selectiespelers in zich hebben waardoor het de Nieuwerkerkers op bepaalde momenten nét dat beetje extra’s brengt. Het zijn de perfecte ingrediënten volgens Hartog om ook in de derde klasse de huid wekelijks zo duur mogelijk te gaan verkopen. “Daar ben ik wel van overtuigd. We hebben een goede selectie met enkele jongens die al wat meer ervaring hebben, maar vooral jonge spelers die nog beter kunnen worden. Dus ook volgend seizoen denk ik zeker dat we op een hoger niveau moeten kunnen doorgroeien met z’n allen. We gaan sowieso voor handhaving, want we willen niet net als de vorige keer alweer na één jaar terug afdalen.”

Hartog zelf begon overigens ook dit seizoen niet als basisspeler. Hij moest in eerste instantie nog wachten op zijn kans, maar dankzij een suggestie van aanvoerder Tim van der Cingel richting Sulkers kreeg de jongeling zijn kans. “En die kans heb ik met beide handen gegrepen. Tim gaf bij de trainer aan of het geen optie was mij als centrale verdediger te proberen. Zo ben ik op die positie terecht gekomen. Dat was even wennen, maar gaandeweg ben ik steeds meer gegroeid in mijn rol en heb ik zeker wel een mooi seizoen gehad. Natuurlijk moet je kritisch zijn en is er nog heel veel te verbeteren aan mijn spel. Maar ik heb gelukkig de trainer kunnen overtuigen en kunnen laten zien dat ik op dit moment in de basis thuishoor. Het is voor mij nu zaak om dat niveau vast te houden en als centrale verdediger door te groeien. Ik ben een echte verdediger dus ik denk dat ik volgend seizoen vol aan de bak mag en moet, maar ik kijk er nu al enorm naar uit.”

Klik op SKNWK voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SKNWK voor meer informatie over de club.

Eerste titel in tien jaar maakt emoties los bij Hermes DVS

SCHIEDAM – Je moet er even op wachten maar dan heb je ook wat: niet minder dan tien jaar moest de hoofdmacht van Hermes DVS geduld hebben om eindelijk weer een titel te kunnen vieren. De Schiedamse club ontsteeg de vierde klasse door uitgerekend met concurrent Zestienhoven af te rekenen.

Hermes DVS heeft een roemrucht verleden als voormalig profclub. Maar juist in het afgelopen decennium was er sprake van prijzendroogte bij de Schiedamse club: titeljubel bleef uit, het was wachten op een moment dat het feest eindelijk weer los kon barsten.

En eindelijk was ‘ie daar dan, de aanleiding om als vereniging weer helemaal los te gaan voor een sportieve topprestatie van het eerste team. Voor het eerst in tien jaar kon, uitgerekend in een directe confrontatie met rechtstreekse concurrent Zestienhoven het titelfeest gebouwd worden bij een gunstig resultaat.

De formatie van trainer Gökham Cayir slaagde met vlag en wimpel voor die opgave. Adilson Mendes Moreira maakte het beslissende doelpunt in de topper, die in Schiedams voordeel doorsloeg (0-1) waarna een groot blauw-wit feest kon losbarsten. ,,Ik ben echt zó ongelooflijk trots op die jongens, we zijn de terechte kampioen. Het is ook pas de eerste keer dat Zestienhoven in eigen huis verliest dit seizoen, dat maakt het nog lekkerder’’, glunderde de trainer van de kampioen.

Een bijzonder feest met emotionele taferelen was het gevolg en gek was dat niet. Bijvoorbeeld voor het kwartet Marius Lansbergen, Koen Pijpers, Kai Broer en Arse Calame die tien jaar lang moesten wachten op het volgende titelfeestje na 2014 dat zij ook hadden meegemaakt. En Lansbergen had er echt alles van over om het kampioenschap te kunnen bejubelen: hij moest niet denken aan een optreden van Hermes DVS. ,,Want daar zijn we nou eenmaal niet zo goed in’’, merkte hij op in het titelgewoel.

Maar het was ook het titelfeest van matchwinnaar Adilson Mendes Moreira, die de hoop van tien jaar op een nieuw kampioensfeest eindelijk realistisch maakte. En dat na een bijzonder carrièreverloop want vier jaar geleden scheurde hij de achterste kruisband en dacht hij dat zijn dagen als actief voetballer geteld waren. Maar hij bewandelde de weg van het herstel, kwam terug en was dit seizoen met dertien treffers enorm belangrijk in de realisatie van de titelwens van Hermes DVS.

Met overigens nog een bijzonder detail: toen Adilson Mendes Moreira ooit gevraagd werd door de keeperstrainer van de Schiedamse club beloofde hij voor zijn komst dat hij de Schiedammers kampioen zou maken. Het bleek geen loze belofte: de titel is na een decennium wachttijd een feit.

Klik op Hermes DVS voor meer informatie over de club.
Klik op Hermes DVS voor meer artikelen van de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.