Home Blog Pagina 204

Reinier Thomaes heeft zijn plekje bij HBC’22 veroverd

BIERVLIET/HOOFDPLAAT – Hij woont al zijn hele leven in de polder tussen Hoofdplaat en Biervliet. Toen Reinier Thomaes mocht gaan voetballen, viel de keus niet op Hoofdplaat maar koos de middenvelder voor v.v. Biervliet. Inmiddels zijn beide clubs sinds dit seizoen actief als Samenwerkende Senioren Afdeling HBC’22, waar de 18-jarige Thomaes zijn plekje heeft gevonden én veroverd.   

Als jeugdspeler was hij al langer actief in een SJO van beide verenigingen, maar nu zijn ook beide seniorenafdelingen samengevoegd. En dat bevalt de jonge middenvelder uitstekend. “Ik ging naar school in Biervliet en al mijn vrienden daar waren lid bij Biervliet. De keus was voor mij dan ook erg eenvoudig en snel gemaakt. Ik heb daar de gehele jeugd gespeeld en kende vanwege de samenwerking ook al een hoop mensen uit Hoofdplaat. Het is voor mij ook wel handig dat onze boerderij zowat in het midden ligt, dus maakt het me niet zoveel uit waar ik moet trainen en voetballen.”

De eerste seizoenshelft speelde de vierdeklasser zijn thuiswedstrijden in Biervliet, maar na de winterstop is het elftal onder leiding van trainer Steve Kesteleyn actief op Sportpark De Oesterput in Hoofdplaat. “We mogen denk ik sportief gezien zeker niet ontevreden zijn, want je merkt nu dat de spelers steeds meer en beter aan elkaar gewend raken. Ik merk het op trainingen en ook tijdens wedstrijden is dat echt zichtbaar. We doen het als ploeg dan ook helemaal niet onverdienstelijk denk ik met een plek in de middenmoot.”

Thomaes zat tot nu toe twee keer op de bank en kwam als invaller toen het veld in. De rest van de nu gespeelde wedstrijden kreeg de jongeling van zijn trainer een basisplek als centrale middenvelder in een controlerende rol. “Dat is ook wel de plek die het beste past bij mijn kwaliteiten en waar ik ook in de jeugd veelvuldig heb gespeeld. Ik probeer rust te brengen aan de bal en heb we een behoorlijk spelinzicht. Dat is op die plek ook wel nodig. Dankzij de ‘wijze lessen’ van de groep ervaren jongens uit Terneuzen waarmee ik vorig jaar samenspeelde bij Biervliet, heb ik ook geleerd om sneller te handelen. Dat is toch wel een groot verschil ten opzichte van je wedstrijdjes spelen in de jeugd. Nu pluk ik daar de vruchten van en dat is prettig.”

Waar de controleur ook van geniet, dat is het samenspelen met zijn broer Maarten. “Dat is natuurlijk extra leuk om samen met elkaar in het eerste elftal te kunnen spelen. We praten er veel over, steunen elkaar en zijn ook best kritisch. Maar dat is alleen maar goed, want daar worden we als voetballer beter van. Hopelijk kunnen we dit seizoen in het restant ervoor zorgen dat we ons weten te handhaven, het liefst natuurlijk rechtstreeks. De stijgende lijn is zichtbaar, we groeien wekelijks als groep meer en meer naar elkaar toe. Steeds vaker en beter vallen nu de puzzelstukjes in elkaar en dat is een fijne gewaarwording voor iedereen.”

Kijkende naar zijn eigen prestaties in de twee seizoenen dat hij nu als senior actief is, ziet hij ook daarin wel een duidelijke progressie. “In het begin was het aanpoten en moest ik het nog vaak doen met invalbeurten. Sinds dit seizoen krijg ik meestal een basisplek, dus dat zegt me dat ik het in de ogen van de trainer niet onverdienstelijk doe. Toch wil ik als speler blijven groeien en beter worden. Voor de winterstop was het wisselvallig en gelukkig heb ik nu een constanter niveau te pakken. Ik krijg hier volop kansen en dat is prettig. Nu hoop ik alleen nog eens een keertje te scoren. Als dat lukt en we handhaven ons, dan ben ik meer dan tevreden.”

Klik hier voor meer informatie over HBC’22.
Klik hier voor meer artikelen.

‘Trots dat hij hetzelfde pad bewandelt bij Westlandia’

Meedoen is belangrijker dan winnen. Vanaf vandaag is dat niet alleen meer de Olympische gedachte, maar ook het motto van Westlandia JO7. Want of ze nou verliezen of winnen, het plezier wordt er niet minder om. “Ze hebben het bij 0-4 achter net zo naar hun zin!”

Was getekend, Sonny Kastelein. Begeleider op de zaterdagochtend. Dus hij kan het weten. “Lekker de wei in, iedereen aan het voetballen. Het is heerlijk om ze zo te zien huppelen.” Om die Olympische gedachte meteen nog maar een beetje meer kracht bij te zetten, neemt de betrokken ouder ons in gedachte mee naar het veld. “We spelen vier tegen vier, soms vijf tegen vijf, ligt eraan hoeveel er zijn. Maar heel af en toe, hevelen we ook spelers over naar de tegenstander. Als die er niet goed genoeg hebben. Laatst speelde mijn zoontje, tegen zijn eigen team. Die waren wel blij met ‘die lange’. Het gaat om het plezier, niet om de puntjes.”

Speciaal liedje
Plezier dat de jeugdspelertjes van de JO7 ook maken op woensdagmiddag, maar dan zonder de 41-jarige Kastelein. “We hebben zes ouders die training geven, aan in totaal dertig kinderen. Vier begeleiders zijn er zeker altijd.” In het weekend, wordt de groep gesplitst. “Ik ga met vijftien spelers de deur uit én iemand anders ook: JO7-A en JO7-B.” Maar eigenlijk, is die hele wedstrijd in principe van ondergeschikt belang, lacht de trainer. “De penalty’s, na afloop, vinden ze eigenlijk het leukste!” Sterker nog, bij Westlandia hebben ze er zelfs een speciaal liedje voor bedacht. “Dan zingen ze: ‘Deurtje open, of deurtje dicht’, afhankelijk van of wij moeten scoren of keepen!” Ook Kastelein, kent zijn klassiekertjes inmiddels. “Ik ben betrokken sinds mijn zoon vier is, hij is nu zes. Eerst als trainer. Dan doe je met die kleintjes tikkertje, schieten, op de bal zitten, dat soort dingen.” En het mooiste van allemaal, voor het voetbaldier: “Ik heb hier zelf ook altijd gevoetbald en rondgelopen. Westlandia is echt een familieclub. Ondanks dat het één van de grootste clubs van Nederland is, is het heel erg hecht.” En dat heeft hij gemerkt. “Een periode kwam ik er minder, dan kom je na acht jaar weer terug en voelt het alsof je maar één dag bent weggeweest: ‘Leuk dat je er weer bent’. Alsof je gister de deur dichtdeed.” Want voor Kastelein, voelt het als een soort reünie. “Je geeft nu eigenlijk training, met oude voetbalmaten. Hun kinderen, voetballen hier dan ook weer allemaal.” 

Soort droom
En wat is er mooier, dan om dat samen met je zoon te beleven. “Elke zaterdag is een feestje! Ik ben best wel trots, dat hij nu eigenlijk hetzelfde pad bewandelt.” De sfeer thuis, laat zich dan ook raden. “Daar gaat het natuurlijk veel over voetbal, over de wedstrijd. Tegen wie we moeten, of dat ‘ie vorige keer een hattrick had gescoord.” Het doet hem terugdenken aan zijn eigen tijd, als jong ventje. “Het is leuk om zijn plezier te zien, omdat ik dat zelf vroeger ook altijd had. Dan is het mooi voor hem, als ik dan langs de kant sta. Mijn ouders waren gescheiden, dan is dat toch minder.” Herkent hij iets van zichzelf als voetballer, in zijn zoon? “Die kleine scoort veel en vooral die lange benen, heeft hij wel van mij. Ik was van origine een aanvaller, dat spel zie ik soms al een beetje terug in hem.” Een fanatieke voetbalcoach, in de goede zin van het woord. Want uiteindelijk, draait het natuurlijk allemaal om plezier. “Ik geniet dat mijn zoon er, samen met die andere jongetjes, loopt en dat ze het ongelooflijk leuk vinden. Het enthousiasme van die voetballertjes, maar ook hun ouders, die er staan in weer en wind… Dat is toch een soort clubgevoel.” En, zo beseft Kastelein zich tegelijkertijd. “Het is ook een beetje kneuterig, maar dat maakt het leven mooi.” De inwoner van Naaldwijk kan er geen genoeg van krijgen. “Het is toch een soort droom, als je zelf twintig jaar gevoetbald hebt, dat je zoon het dan ook heel leuk vindt. Maar als hij op ballet gaat, ga ik ook mee hoor!” Voorlopig houden ze het samen nog maar even bij voetballen. “Zolang hij voetbalt, blijf ik meegaan. Als trainer of om ballen op te pompen, ik ben er toch!”

Klik op RKVV Westlandia voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKKV Westlandia voor meer informatie over de club.

Bogaert kwam destijds als voetballer, maar staat toch weer tussen de palen

NIEUW-NAMEN – Hij keepte tot 2015 bij Kieldrecht, maar nadat hij zijn handschoenen had opgeborgen en veldspelers werd, besloot Thomas Bogaert om de overstap te maken naar Hulsterloo. Ook daar ging hij voetballen, maar een blessure bij keeper Jelle van Damme zorgde ervoor, dat hij het veld weer verruilde voor een rol als doelman. En dat is hij bij de vierdeklasser tot op heden nog steeds.

“Dat was feitelijk niet de bedoeling nee. Maar goed, soms lopen zaken nou eenmaal anders. De keeperstrainer kende me nog vanuit Kieldrecht en wist dat ik wel een aardige bal kon pakken. Daarop vroeg men bij Hulsterloo of ik dan terug keeper zou willen worden. Daarop heb ik positief gereageerd en tot op heden zonder enige spijt. Al moet ik bekennen dat het voetballen me toch ook wel beviel. Bij Kieldrecht was de zoon van de toenmalige trainer ook keeper en speelden we om en om. Daar had ik geen zin meer in en besloot te gaan voetballen.”

Dat ging hem overigens niet onverdienstelijk af, want regelmatig scoorde Bogaert voor zijn ploeg. Toch bleek dat de drukte van het eigen bedrijf niet langer te combineren bleek met trainen en voetballen. Hij koos voor de overstap naar Hulsterloo en trok de grens over naar Nederland. “We hebben een eigen bedrijf in de perenteelt en dat vergt heel veel tijd. Voetbal is voor mij puur ontspanning. Bij Hulsterloo ligt qua moéten presteren de lat dan toch net even lager dan ik bij Kieldrecht gewend was. Toch ben ik anderzijds ook wel competitief ingesteld en kreeg net voor corona de kans om op provinciaal niveau in de Antwerpse regio te gaan spelen. Dat bleek echter een misvatting en duurde niet heel lang.”

De inwoner van het Belgische Verrebroek waagde de stap, maar al snel bleek dat het fysiek en vooral ook qua tijdsinvestering niet te combineren was met het eigen bedrijf. “Toen was corona eigenlijk het ‘geluk bij het ongeluk’, want na enkele maanden lag alles stil en ben ik daarop weer teruggekeerd bij Hulsterloo. En dat was precies wat ik nodig had en had gemist. Het familiaire wat bij Hulsterloo heerst dat past me goed. Het nuttige van sportief bezig zijn met het aangename van de ‘derde helft’ combineren. Gezelligheid en kameraadschap tellen voor mij toch ook zwaar. In mijn werk heb ik het druk en dan is die ontspanning echt noodzaak. Toen ik in het begin hier kwam waren het overigens veelal Nederlandse teamgenoten, maar gaandeweg is die verhouding wel helemaal veranderd en zijn het nu vooral Belgen waarmee ik hier inmiddels samenspeel.”

Voorlopig vind Bogaert zich met zijn teamgenoten nog altijd terug in de vierde klasse van het zondagvoetbal. Waar andere clubs praten over de stap naar het zaterdagvoetbal, is dat bij Hulsterloo geen issue. Mocht dat ooit wel gebeuren, dan zal dat sowieso zonder Bogaert zijn. “Op zaterdag werk ik altijd in het bedrijf, dus voetballen op zondag is voor mij ideaal. En dan het liefst ook op een leuk niveau. Het spel in Nederland bevalt me wel goed. Hier krijg je als voetballer toch net iets meer tijd dan in België, terwijl het soms hier wel fysieker aan toegaat. Inmiddels ben ik er goed aan gewend en begint iedereen eraan te wennen. Het team draait wat beter en we pakken geregeld weer wat punten. Die zijn ook broodnodig want we wilden graag mooi in het linkerrijtje eindigen. Er zijn een ploeg of zes die zo ontzettend dicht bij elkaar liggen. Dat is elke week stuivertje wisselen. Na de winter hebben we een goede reeks neergezet en hopelijk houden we dat vol. Want bij de eerste zeven zou prachtig zijn als ons dat lukt. En wat er dan komend seizoen uitrolt, dan zien we daarna wel weer.”

Klik op v.v. Hulsterloo voor de laatste artikelen over de club.
Klik op v.v. Hulsterloo voor meer informatie over de club.

‘Dat is geen vraag meer, maar een must bij VELO’

Een bredere organisatie, meer mensen om op terug te vallen en alles onder één stichting. Als het straks 1 januari is, moet dat het beeld zijn bij OMNI-vereniging VELO. En dus is Ton van den Berg daar samen met voorzitter Richard Wolf nu, op de achtergrond, al meer dan druk mee bezig. “We zijn eigenlijk gewoon een soort bedrijf met bijna 2500 leden.”

Het staat volgens hem allemaal weliswaar dan nog in de kinderschoenen, de plannen zijn duidelijk. En dus neemt de 67-jarige Van den Berg ons daar graag in mee. “We willen bij VELO van twee stichtingen, naar één stichting met een breed bestuur.” Waarom? “Dat is overzichtelijker, zorgt voor een bredere organisatie en meer mensen om op terug te vallen. Zo gaan we samen sterker de toekomst in.”

Noodklok
Want als er iemand is, die dat graag wil, dan is het Van den Berg wel. Op zijn elfde begonnen én nooit meer weggeweest. “VELO is een echte familieclub, van de jeugd tot aan de senioren. Voor de Wateringers voelt dit echt als thuis. Hier zijn heel wat relaties ontstaan, waaronder die van mijn eigen dochters. Zelf heb ik mijn vrouw ook bij de club ontmoet. Mijn vader en broers, hebben er altijd gevoetbald. Net als nu de kleinkinderen.” Zelf was hij een middenvelder die graag aan de bal was, maar ook buiten het veld, was de vrijwilliger van waarde. “Als leider, bestuurslid en later voorzitter van ‘Stichting Vastgoed’.” Precies daar, moet nu dus iets aan gebeuren. Samen met ‘Stichting Exploitatie Accommodatie’. “We zijn, met alles wat we bij VELO hebben, gewoon een bedrijf met bijna 2500 leden. Dat heeft natuurlijk zijn zorgen.” Van den Berg vertelt wat die zijn. “Hoe krijg je de exploitatie rond? Hebben we genoeg vrijwilligers? Mensen die iedere dag het nodige bij onze club doen, die zijn goud waard. Onmisbaar voor onze vereniging.” Maar, zo luidt hij de noodklok. “Die worden ouder, dan moet de jongere generatie het overnemen. Dat is geen vraag meer, maar een must.” En dus is er werk aan de winkel. “We moeten mensen bewustmaken, dat het niet vanzelfsprekend is wat er bij VELO gebeurt. Als dat soort vaste vrijwilligers wegvallen, en er zijn geen opvolgers, is het gewoon klaar.”

Slapende reus
Een bredere organisatie, onder de vlag van één stichting, Van den Berg legt het nog maar eens uit. “Kantine-inkopen, onderhoudswerkzaamheden, verzekeringen, personeelszaken, beveiliging en bankzaken. Net als in een bedrijf, hebben wij daar bij VELO ook mee te maken. Wij doen dat allemaal net zo goed, maar dan met vrijwilligers.” En dat kan overzichtelijker, denkt de Wateringer. “Het managen van dit alles, is onze grootste ‘zorg’. Het is echt veelomvattend. Daar heb je een stichting voor nodig, met daaronder verschillende commissies.” Zodat je op meer mensen terug kunt vallen. “Langzaam maar zeker, gaat iedereen wel beseffen dat het niet vanzelfsprekend is. Dat de ‘ouderen’ het hier allemaal wel even doen.” Enthousiasmeren en gesprekken voeren, Van den Berg is er maar druk mee. “Ik wil best twee of drie jaar de kar trekken, daarna moet de organisatie staan en kunnen anderen het overnemen.” Voor nu richten ze zich op uiterlijk 1 januari van volgend jaar, geen tijd te verliezen dus. “VELO is altijd mijn club geweest, nu heb ik meer tijd, dus vind ik dit leuk om te doen. Vanuit mijn werk heb ik ook altijd in besturen gezeten, daar blijf je mee besmet.” Als Van den Berg dan na een dag organiseren, vergaderen én overleggen op de bank ploft, ziet hij weer waar ze het allemaal voor doen. “Vanuit mijn woonkamer, zie ik de lampen van het trainingsveld. VELO is een slapende reus, die langzaam aan het wakker worden is!”

Klik op VELO Wateringen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VELO wateringen voor meer informatie over de club.

Danny Slingerland wil blijven bijdragen aan het succesvolle IFC project

Danny Slingerland verruilde samen met IFC de Zondag Hoofdklasse voor de vierde klasse zaterdag. De ervaren aanvoerder van de club uit Hendrik-Ido-Ambacht wil ook de komende jaren blijven bijdragen aan het succesvolle project. 

“Een clubman”, zo noemt Danny Slingerland zichzelf. En geef hem eens ongelijk. De middenvelder speelt al sinds 2007 bij de club en droeg sindsdien ongeveer vijfhonderd keer het shirt van IFC. “De club is echt in mijn hart gaan zitten”, aldus Slingerland. “Ik heb het hier altijd uitstekend naar mijn zin gehad.”

Zelfs toen de club besloot om in 2020 over te stappen naar het zaterdagvoetbal. Jarenlang behoorde IFC tot een van de meest succesvolle zondagclubs in de regio, tot het bestuur besloot om over te stappen naar de zaterdag. Slingerland kreeg aanbiedingen van andere clubs, maar bleef IFC trouw. “Natuurlijk was het even wennen aan het niveau en de entourage, maar ik heb er geen moment spijt van gehad.”

Als 37-jarige ziet hij de ambitie van IFC om snel naar een hoger niveau te komen als een mooi project. Afgelopen seizoen werd IFC met overmacht kampioen in de vierde klasse en ook dit seizoen is de titel na enkele monsterscores al binnen. Zo passeerde de club al in april de grens van honderd doelpunten en werd middenmoter Hekelingen in maart met liefst 12-0 verslagen. Komend seizoen gaat IFC naar de tweede klasse. “Ik wilde onderdeel zijn van het traject, dus ik heb er volmondig ja op gezegd. Dit kwam ook voor mij op een mooi moment.”

Slingerland overwoog nooit om het elders te proberen. “Ik speel bij IFC met heel veel voetbalvrienden, het is hartstikke mooi om samen prestaties neer te zetten. Ik woon ook maar vijf minuten van de club vandaan, dus ook privé is het ideaal. Dat zijn voor mij belangrijke voorwaarden. Plezier is uiteindelijk het belangrijkste.”

De club heeft als doel gesteld om zo snel mogelijk in de eerste klasse te komen. De club is na dit seizoen nog één promotie verwijderd van die doelstelling . “Of ik dat ook red, bekijk ik per jaar. Zo lang ik met mijn vrienden en broertje (Michael, red.) kan blijven spelen, kan het echt nog heel lang duren. Maar ik heb ook een gezin, dat krijgt steeds meer prioriteit. En mijn werk is ook belangrijk. Daarmee denk ik meer te kunnen bereiken dan met voetballen.”

Desondanks denkt Slingerland, die de jeugdopleiding van ASWH doorliep, voorlopig nog niet na over zijn voetbalpensioen. ,,Ik voel me goed en kan nog steeds bepalend zijn voor het team. Maar als ik zelf merk dat het teveel wordt of als er jongens zijn die het stokje kunnen overnemen, dan ben ik de laatste die dat tegen zal houden. We hebben ook nu al genoeg talentvolle jongens rondlopen, dus de toekomst voor de club ziet er goed uit. Dan blijf ik wel op een andere manier betrokken bij IFC, maak ik me op een andere manier nuttig. Maar dat is iets voor de toekomst. Komend seizoen wil ik in ieder geval weer bijdragen aan goede prestaties.”

Klik op IFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op IFC voor meer informatie over de club.

Honselersdijk: ieder kind zijn eigen ontwikkeling

De jeugd heeft de toekomst, zeggen ze. Maar dan moeten talentvolle voetballertjes natuurlijk wel op de goede manier training krijgen. Dat beseft Trudie van Giesen als TC-lid bij Honselersdijk gelukkig maar al te goed: “Het is heel belangrijk dat trainers in de onderbouw de juiste bagage mee kunnen geven.”

En als iemand weet waar ze het over heeft, dan is het de 62-jarige Van Giesen wel. Na achttien seizoenen als trainster bij de F’jes en E’tjes, waarvan acht jaar samen met Moek van der Meer, is een rol als bestuurslid TC-Onderbouw, haar op het lijf geschreven. “Opleiden, aandacht schenken aan ieder kind en ze helpen ontwikkelen op hun eigen niveau. Ik ben heel gedreven om dat voor elkaar te krijgen.” Inmiddels dus voor een jaar of drie, buiten het veld. “Na al die jaren, vond ik het weer om in te trainen niet meer leuk. Later heb ik ook nog het organiseren van activiteiten gedaan. Samen naar Oranje, in de ArenA, dat was prachtig!” Want, zo memoreert ze. “Die kinderen vonden het gek, dat ze daar maar één veld hadden…”

Voetbalspelletje
Gelukkig hebben ze er bij Honselersdijk een paar meer, weet Van Giesen al bijna dertig jaar. “Mijn zoon had motorische problemen, liep altijd op zijn tenen en zat daardoor bij de fysio. Ik ben verpleegkundige, toen hebben we hem op voetbal gedaan. Wat is beter dan het spelenderwijs te leren?” Haar liefde voor de club, was geboren. “Ze zochten een trainer, ik kom uit een voetbalfamilie, dus dat leek me wel wat!” Een beetje, zoals het nu jaren later, nog altijd ongeveer gaat. “Jeugd van vroeger, staat nu zelf training te geven. Dat is het mooie, het wordt steeds weer doorgegeven.” Van Giesen weet als geen ander hoe belangrijk dat is. “Met KNVB-cursussen, proberen we dat soort jongens, bepaalde kennis mee te geven. Zodat ze het voetbalspelletje over kunnen brengen.” Een voetbalfilosofie waar ze zo’n anderhalf jaar geleden, op initiatief van Marcel Bruggeling (bestuurslid TC-Bovenbouw), mee zijn begonnen. “Eén op één gesprekjes en een vaste manier van spelen. Van boven naar beneden, van de selectie naar de jeugd. Qua opstelling of afspraken voor bijvoorbeeld opbouwen.” Zo weet iedere trainer, van tevoren wat het systeem is. “Als ze dan op gesprek komen, is de speelwijze al bekend. Altijd 4-3-3.” Binnenkort wordt er hopelijk ook inhoudelijk, naar trainingen gekeken. “Dat pakken Marcel en ik nu samen richting het bestuur op, om te kijken wie dat kan gaan doen. En hoe we dat kunnen regelen.” Straks dus alleen nog toepassen in de praktijk. “Teams bezoeken, hoe trainen we? Op die manier kunnen we jonge trainers ook begeleiden, daar steken we veel energie in. Je krijgt soms toch best wat weerstand van ouders of kinderen.”

Sociale functie
In de toekomst zou Van Giesen dat concept graag nog wat verder uit willen diepen. “Gewoon een paar weken meelopen, om het coachen te verbeteren.” Want het individu, staat altijd centraal. “Elke speler, selectie of recreant, heeft zijn eigen ontwikkelingsplan. Iedereen kan beter worden, op zijn of haar eigen niveau. Plezier staat voorop, dus we geven aandacht aan ieder kind.” Toch blijft klaarstomen voor het eerste elftal natuurlijk het ultieme doel, maar Van Giesen weet dat Honselersdijk meer is dan dat. “Het gevoel van een familieclub, wil je behouden. Je hebt ook spelers als vrijwilliger nodig achter de bar. Dus de vereniging heeft ook een sociale functie binnen het dorp, het is een soort ‘meetingpoint’.” Fanatiek als ze is, legt ze desondanks de lat hoog. “We hebben al flinke stappen gezet. Er is meer aandacht voor de ontwikkeling van het individu, dat was 28 jaar geleden heel anders. Toen ging het veel meer om winnen. Daarnaast gaan jongeren nu eerder op voetbal, maar spelen ze wel minder buiten. Motorisch gezien merk je dat.” Nog genoeg werk aan de winkel dus, beseft de inwoonster van ‘s-Gravenzande. “Het kost veel tijd, zeker twee avonden per week, toch krijg ik er veel energie van. Ik kan het natuurlijk niet alleen, om samen met mensen die er echt voor willen gaan, iets op te bouwen. Dat is voor mij de drijfveer.” Van stoppen, wil Van Giesen dan ook absoluut niks weten. “Zolang ik het kan, blijf ik het doen. Omgaan met kinderen is fantastisch, daar krijg je zoveel voor terug!”

Klik op SV Honselersdijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Honselersdijk voor meer informatie over de club.

Pelikaan verduurzaamt accommodatie

Pelikaan is de laatste maanden volop bezig met het verbeteren van het verouderde sportcomplex. De Zwijndrechtse club zet grote stappen in het verduurzamen en het verfraaien van de accommodatie, in de hoop de komende jaren leden te blijven binden. 

In het dagelijks leven is John Mol architect, waardoor hij binnen Pelikaan de aangewezen man was om zich bezig te houden met de verbouwing van de accommodatie. “We zijn het complex langzamerhand aan het voorzien van een metamorfose”, vertelt Mol. “Het was rommelig. We hadden containers overal en nergens staan, het was niet netjes en veel dingen waren verouderd. Nadat de gemeente twee nieuwe kunstgrasvelden heeft aangelegd, zijn we zelf ook aan de slag gegaan. Dat was voor ons een mooi moment om de handen uit de mouwen te steken.”

Een ‘verduurzamingsslag’, zo noemt Mol het. “We hebben inmiddels al best wat dingen uitgevoerd. We hebben nieuwe entreehekken, nieuwe naamborden, maar maken sinds kort ook gebruik van LED-verlichting. Ook hebben we een gloednieuw scorebord laten maken.”

Het was nodig, aldus Mol. “Duurzaamheid is een serieus vraagstuk, daar heeft iedere vereniging mee te kampen. Als je verslapt in dit soort zaken, gaat je club achteruit. Dat merk je aan het aantal leden dat binnen komt. Zes jaar geleden merkten wij dat de aanwas van jeugdleden stagneerde. Dat maakt het noodzakelijk om te investeren. Uiteindelijk gaat het zich uitbetalen en zie je dat je weer aantrekkelijk wordt voor nieuwe leden. Dat is mooi om te zien. Het is puur om ons bestaansrecht op te krikken.”

Pelikaan wordt er toekomstbestendig door, aldus Mol, die tevens actief is als jeugdvoorzitter en daarin vooral bezig is met het technische aspect. De club heeft meerdere doelen voor de toekomst. “Uiteindelijk willen we meer kleedkamers erbij”, zegt Mol. “We spelen op een te krappe locatie, die ruim twintig jaar geleden is gebouwd voor zo’n 450 leden. Inmiddels hebben we er zo’n 800. Ook willen we een mooi businesshome maken. Zo probeer je op allerlei manieren je complex te verfraaien.”

De grootste ambitie is een compleet nieuwe accommodatie, aldus Mol. Eenvoudig is dat echter allesbehalve. “Dit complex is met beperkte financiële middelen neergezet. Voor de toekomst hebben we grote plannen. We zouden graag partijen bij ons in laten trekken, er iets commercieels van maken. Misschien kunnen we er fysiotherapie aanbieden, of ook overdag sport faciliteren. Het moet meer worden dan een clubgebouw. Maar dat is voorlopig nog ver weg. Daarvoor zijn we ook afhankelijk van subsidies, al proberen we zelf ook zaken te financieren.“

Aan plannen voor de toekomst geen gebrek bij de Zwijndrechtse tweedeklasser, dat liefst 42 teams heeft. Eerst wil Mol met Pelikaan de groei van de afgelopen maanden voortzetten. “We willen de grootste vereniging van Zwijndrecht blijven en op een mooi niveau spelen. Het is ons doel om voor de mensen in de regio de meest aantrekkelijke club te zijn om te komen voetballen. Wat dat betreft zijn we de laatste tijd goed bezig.”

Klik op Z.V.V. Pelikaan voor meer artikelen over de club.
Klik op Z.V.V. Pelikaan voor meer informatie over de club.

De droom van Gianni Staal bij Heerjansdam wordt werkelijkheid

Gianni Straal is met Heerjansdam kampioen geworden in de eerste klasse C. Dankzij het kampioenschap mag hij volgend seizoen gaan spelen in de vierde divisie, het niveau waar hij met Rijsoord al eens op speelde. Hiermee gaat zijn droom die hij had bij Heerjansdam in vervulling. 

Vijf jaar lang speelde Heerjansdam al in de middenmoot en subtop van de eerste klasse, waardoor de wil om te promoveren erg leefde binnen de groep. “Aan het begin was het nog even wennen aan elkaar, de resultaten vielen tegen. Met elkaar hebben we gewerkt om een betere ploeg te worden. De laatste maanden zagen we het steeds beter in elkaar vallen. Dat was erg goed om te zien.”

Voor Straal was dit zijn eerste seizoen bij Heerjansdam en ook komend seizoen zal hij hier blijven. Als jeugdspeler van Alexandria werd hij op jonge leeftijd opgepikt door profclub Excelsior. Na zeven seizoenen kwam hij steeds meer in de buurt van een profloopbaan, maar een zware blessure gooide roet in het eten. “Dat was zeker een teleurstelling, maar ik zag het wel aankomen. Bij zo’n profclub staan er genoeg spelers klaar om je plek over te nemen als je geblesseerd bent. Ik heb me er snel bij neergelegd. Ik houd gewoon van voetbal, dat is ook bij de amateurs leuk. En het niveau is gewoon prima.”

Straal werd dus weggestuurd bij Excelsior en koos voor de jeugdopleiding van de amateurs van Feyenoord. Na vier seizoenen bij SC Feyenoord en twee jaar bij Rijsoord belandde hij afgelopen zomer bij Heerjansdam. Coach Ben Mierop, met wie Straal samenwerkte in de jeugd bij Feyenoord, gaf de doorslag. “Hij belde me of ik interesse had om naar Heerjansdam te komen. Daar had ik een goed gevoel bij. Bovendien kende ik al veel jongens die hier speelden. Het is een goede keuze geweest, want ik heb het goed naar mijn zin.” Straal was dit seizoen een vaste waarde en speelde een belangrijke rol in de goede prestaties van zijn ploeg.

De ambities van Straal sluiten uitstekend aan bij die van Heerjansdam. “Ik wil het hoogst mogelijke niveau bereiken. Uiteindelijk moet blijken wat dat is, maar ik wil in ieder geval het maximale eruit halen. Mijn ambitie is om sowieso in de vierde divisie te spelen. Bij Rijsoord heb ik er al even aan kunnen ruiken, maar in de toekomst hoop ik er langer te spelen. Persoonlijk denk ik dat ik het niveau goed aan kan. De club en de spelersgroep zijn ook goed genoeg voor de Vierde Divisie, daar ben ik van overtuigd. Het is aan ons als spelers om dat te laten zien.”

Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.

Isaque Sousa Monte “Inzaghi” verruilt VVGZ voor de jeugdopleiding van profclub Excelsior

Isaque Sousa Monte verruilt na dit seizoen VVGZ voor de jeugdopleiding van profclub Excelsior, waar het zestienjarige toptalent gaat uitkomen in het Onder 18-elftal. Voor de aanvaller komt daarmee een droom uit. 

Sousa Monte maakte afgelopen februari zijn debuut in de hoofdmacht van VVGZ, waar hij sindsdien een veelgebruikte invaller is in het eerste elftal. De spits van VVGZ Onder 19 speelde zich in de jeugd en tijdens zijn invalbeurten in het eerste elftal in de kijker bij Excelsior. Daar gaat hij vanaf komend seizoen zijn grote droom najagen: profvoetballer worden. 

“Het is natuurlijk echt heel leuk, een droom die uitkomt”, vertelt de spits. “Ik had het niet verwacht. Ik twijfelde geen moment en pak deze kans met beide handen aan. Dit is waar iedere voetballer van droomt. Profvoetballer worden is altijd mijn ambitie geweest. Ik ben er natuurlijk nog lang niet, maar ben nu wel wat dichterbij gekomen.”

Sousa Monte begon op zesjarige leeftijd bij Groote Lindt, waar hij het grootste deel van zijn voetballoopbaan speelde. Twee jaar geleden koos hij voor een overstap naar VVGZ. “En dat heeft zich uitbetaald. Excelsior heeft me zien spelen, met de Onder 19 spelen we in de Vierde Divisie. Ze zijn een aantal wedstrijden komen kijken en zijn overtuigd geraakt. Komend seizoen sluit ik aan.”

Bij VVGZ wordt Sousa Monte ‘Inzaghi’ genoemd, een verwijzing naar de legendarische oud-topspits Filippo Inzaghi. “Haha, dat heb ik vaak gehoord. Ze maken er een lolletje van. Ik ben een doelgerichte spits, maar ik vind mezelf meer een type Santiago Giménez van Feyenoord. Hij is een voorbeeld voor me, ik kijk veel naar hem. Zijn positionering is enorm goed, hij staat bijna altijd op de juiste plek en scoort enorm makkelijk.”

Sousa Monte hoopt ooit in zijn voetsporen te treden. “Ik ben een echte Feyenoorder, dus het is mijn droom om ooit daar te spelen. Maar het allerliefst haal ik de Premier League. Dat is de mooiste competitie ter wereld. Qua sfeer, maar ook qua kwaliteit. Het Engelse voetbal is het leukst om naar te kijken. Manchester United is mijn droomclub. Het zou natuurlijk fantastisch zijn om daar ooit te spelen. Dromen mag.”

Daarvoor moet Sousa Monte nog wel wat stappen zetten. “Ik moet vooral nog werken aan mijn fysiek, ik ben niet zingen lang. Ik moet het meer hebben van mijn snelheid en behendigheid. Zeker in het huidige topvoetbal is fysiek heel belangrijk. Voor mij is het een voordeel dat ik al jaren tegen oudere en sterkere spelers speel. Ook nu train en speel ik tegen veel oudere jongens. Daaraan pas je je aan en daar leer je enorm veel van.”

De komende weken gelden als zijn afscheidstournee bij VVGZ. “Ik heb hier heel veel vrienden gemaakt, dus ik ga het zeker wel missen. Ik heb heel erg genoten van de twee jaar bij VVGZ. De club heeft veel voor me betekend, hier heb ik me in de kijker gespeeld bij Excelsior. Dat ga ik zeker niet vergeten. Maar het is nu aan mij om mijn droom na te jagen.”

Klik op VVGZ voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VVGZ voor meer informatie over de club.

De cirkel is rond voor Moustakim Atlagh van VV Groote Lindt

Moustakim Atlagh maakte afgelopen zomer de cirkel rond met zijn terugkeer bij Groote Lindt, waar hij zijn voetballoopbaan begon. De topscorer van het eerste elftal is met zijn 36 jaar de veteraan in de selectie, maar kan simpelweg geen genoeg krijgen van het spelletje.

Atlagh heeft al een bijzondere carrière achter de rug. De aanvaller begon in de jeugd van Groote Lindt, speelde een seizoen in het tweede elftal, maar koos al op jonge leeftijd voor een stap naar het eerste team van IFC. Na een paar seizoenen verkaste hij naar Wieldrecht en droeg hij vervolgens de shirts van ZBC (twee periodes), Pelikaan en Swift Boys. Na te zijn teruggekeerd bij IFC, koos hij afgelopen zomer voor een overstap naar Groote Lindt.

“Het is mooi om terug te zijn bij de club waar het voor mij allemaal begonnen is”, aldus Atlagh. “Ik werd benaderd of ik weer voor Groote Lindt wilde komen voetballen. Ik heb nog een jaartje samengespeeld met de coach (Randall Neeskens, red.), dat is natuurlijk hartstikke leuk. Hij geeft me heel veel vertrouwen en weet goed waarvoor hij me kan gebruiken. Of dat ook wel eens gek is? Nee, dat valt eigenlijk wel mee. We hebben ook bij ZBC samengewerkt. Je vergeet eigenlijk dat we met elkaar hebben gespeeld. Inmiddels ken ik hem ook veel meer als een trainer.”

Bij Groote Lindt kan Atlagh dit seizoen in zijn kracht spelen. Als topscorer van de ploeg speelt hij een belangrijke rol in de prestaties van zijn ploeg. Groote Lindt hoeft op de ranglijst alleen het ongenaakbare IFC voor zich te dulden. “Ik ben altijd wel iemand geweest die zijn doelpunten meepikte. Gemiddeld maak ik er jaarlijks ongeveer twintig. Ook dit seizoen gaat het weer lekker. Dat komt omdat ik het nu echt naar mijn zin heb. We hebben een leuke groep en de mix tussen jonge en oude spelers is goed. Het valt allemaal op zijn plek.”

Atlagh is dan ook van mening dat Groote Lindt goed genoeg is om mee te strijden om promotie naar de tweede klasse, waar de club in 2016 voor het laatst speelde. “Ik denk dat we op termijn best wel een goede, stabiele tweedeklasser kunnen worden. Het enige manco is dat we niet zo’n brede selectie hebben”, weet Atlagh. “Met blessures komen we al snel in de problemen. Daarom moeten we komend seizoen voor wat gerichte aanwinsten gaan en proberen de groep bij elkaar te houden. Samen kunnen we echt een mooi niveau gaan bereiken. Er zit heel veel potentie in deze spelersgroep”

Als het aan Atlagh ligt, blijft hij daar nog wel even aan verbonden. Hij mag dan wel 36 jaar zijn, hij voelt zich nog altijd fit. “Ik vind het nog steeds heel leuk om te doen. Het scoren, met de bal bezig zijn. Ik geniet er iedere week weer van. Zo lang ik het niveau aankan en kan blijven brengen wat ik doe, wil ik doorgaan. Ik hoop er nog een paar jaar aan vast te kunnen plakken.”

Klik hier voor meer informatie over Groote Lindt
Klik hier voor meer artikelen over Groote Lindt

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.