Home Blog Pagina 202

CION heeft deze zomer de handen vol

Voor CION wordt het een zomer zonder vakantie. De bal mag dan even niet rollen, de club staat voor serieuze uitdagingen. Het nieuwe complex moet gereed gemaakt worden, de noodgebouwen gedemonteerd en de fusie met buurman Deltasport worden volbracht.

“We doen er alles aan om voor komend seizoen alles rond te hebben”, zegt Sebas Verburgh, één deel van het voorzittersduo bij CION. “Eén ding is zeker, een haastklus wordt het.”

De leden van de twee clubs gingen op de voorlaatste vrijdag van april akkoord om een fusietraject te starten. Zowel bij CION als bij Deltasport was een overgrote meerderheid van de leden voor een samensmelting van de twee clubs. “De trein is gaan rijden”, zegt Verburgh. “Deze week presenteert een speciaal in het leven geroepen werkgroep waarin beide clubs vertegenwoordigd zijn de naam en nieuwe clubkleuren.”

Of het nu DeltaCION wordt, CIONDelta of FC Broekpolder, Verburgh is blij dat de fusie er komt. “Ik denk dat we heel veel gemeen hebben, ons dna verschilt niet zo veel met dat van Deltasport. We behoren tot hetzelfde slag mens.”

Hij zegt dat terwijl hij een rondleiding geeft in het nieuwe complex, dat Deltasport en CION zouden gaan delen. Na de verwoestende brand moesten beide clubs veel geduld hebben voordat er werk werd gemaakt van het nieuwe clubgebouw. Terwijl Deltasport het oude deel van het complex ombouwde, was CION aangewezen op noodunits. “Het werd tijd dat we weer onze intrek nemen in een normaal clubgebouw”, zegt Verburgh. Dat nieuwe gebouw fungeerde wel als vliegwiel voor de aanstaande fusie van de twee clubs die allebei alleen seniorenelftallen hebben.

“Het is een prachtig gebouw”, geeft Verburgh aan als hij de ruimte van de kantine laat zien. “In de oorspronkelijke plannen, met twee afzonderlijke clubs, zouden we deze ruimte verdelen. Er zou een afscheidswand komen. Dus twee barren en een keukengedeelte. Eigenlijk was dat gezien de ruimte niet wenselijk geweest.”

Vanaf 1 mei kunnen de handige leden van Deltasport en CION gaan sleutelen aan hun nieuwe gezamenlijke toekomst, met zes kleedkamers en een gasarmvrije energiebron. Dat laatste is volgens Verburgh nog wel een ‘dingetje’, want de energiecapaciteit is onvoldoende. “Het is afwachten wanneer netwerkbeheerder die extra energievoorziening kan realiseren. Dat zal bepalend zijn wanneer we hier in kunnen.”

Dat maakt het ook lastig voor de demontage van de noodgebouwen, die vier jaar hebben dienstgedaan als het thuis van CION. “We kunnen ze nog niet weghalen als we niet zeker weten wanneer we in het nieuwe clubgebouw kunnen. Het zou best kunnen zijn dat we pas in november definitief verhuizen.”

Diezelfde onzekerheid kleeft er ook aan de fusie met Deltasport, waarbij beide clubs vooral haast moeten maken richting de KNVB. “Onze voorkeur is uiteraard dat we al komend seizoen onder één vlag spelen. We hoeven ons niet te vervelen deze zomer.”

Klik op CION Vlaardingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op CION Vlaardingen voor meer informatie over de club.

Dubbele schaar bij meisjesdag MVV’27

MVV’27 voert de meidenjacht op. De club hield onlangs de eerste meisjesdag ooit met als doel Maaslandse meisjes te laten kennismaken met de club en te verleiden lid te worden. “We zijn trots op de teams die we hebben, maar er kan altijd meer bij.”

Als één van de trainsters vraagt aan een groep meisjes of zij de dubbele schaar kennen, gaan er een aantal vingertjes omhoog. Vervolgens wordt door één van de jonge speelsters de passeerbeweging vlekkeloos in uitvoering gebracht bij de dribbel en slalomoefening.

“Natuurlijk zijn we hartstikke blij als straks blijkt dat er pareltjes bijzitten, maar dat is niet het hoofddoel van MVV”, zegt Frans van der Burg, de vrouwencoördinator van de club, die binnenkort ook officieel aan de slag gaat als meisjescoördinator. “We stellen geen eisen aan niveau. We promoten gezelligheid.”

Het idee van een meisjesdag werd spontaan geboren, vertelt Van der Burg. “Eén van onze speelsters heeft een vriendin die Youtube-ster is. Zij voetbalt bij FC Creators, een team van influencers die het hele land door benefietwedstrijden spelen voor een goed doel. Vanavond spelen ze tegen een vrouwenteam van ons met als doel geld in te zamelen voor Spieren voor Spieren. Een aantal speelsters vond het wel leuk om daar meteen een meisjesdag van te maken. Wij hebben dat aangegrepen voor een dag om leden te werven.”

Meisjes in de leeftijd tot 19 jaar kregen in twee blokken – onderbouw en bovenbouw – een alternatieve training voorgeschoteld. “Na de gezamenlijke warming-up wordt de groep verdeeld in vieren. We hebben op het hoofdveld vier voetbalvormen/spelletjes uitgezet. Die eerste daar is een dribbel-slalom-oefening, daar”, wijst Van der Burg naar het strafschopgebied, “is het een afwerkingvorm. We hebben ook nog twee voetbalspelletjes waarbij denkwerk vereist is, boter, kaas en eieren en mastermind.”

Het meisjes- en vrouwenvoetbal neemt bij MVV’27 al jaren een belangrijke plaats in. “Er voetballen hier al heel lang meisjes en vrouwen”, zegt Van der Burg, die zelf zes jaar geleden onder het genot van een pilsje werd verleid om toen de MO17 te gaan trainen. “ Samen met een maat. Intussen doe ik het zes jaar. Die meiden vormen dames 2.”

Het aantal teams is al jaren stabiel. “We hebben dit seizoen vier meisjesteams, een onder 11, onder 13, onder 15 en onder zeventien. Daarnaast hebben we drie vrouwenteams. Het meest ideale is dat daar nog een onder twintig-team tussen zit, want nu is het gat wel groot. We zien in het ledenbestand vooral gaten in de leeftijd zestien tot achttien jaar. Dat is natuurlijk ook een lastige leeftijd.”

Maar dat wil niet zeggen dat je het niet moet proberen is het credo van Van der Burg, die ‘stiekem’ hoge verwachtingen heeft van het vervolg van de meisjesdag. “Het zou mooi zijn als we nog tweede MO13 konden maken. We zoeken eigenlijk ook nog speelsters voor de vrouwenteams, want we zitten nu op een punt dat we net tekort komen voor een vierde team. De deadline hebben we gesteld eind mei.”

Klik hier voor meer informatie over MVV ’27
Lees hier meer artikelen over MVV ’27

RKC Waalwijk verrast dit seizoen vriend en vijand

Qua begroting zou RKC Waalwijk in de kelder van de eredivisie moeten bungelen, maar de Brabantse profclub streed dit seizoen verrassend mee om Europees voetbal. De ploeg van Joseph Oosting speelde zich al razendsnel veilig en verrast dit seizoen vriend en vijand. Het Waalwijkse sprookje verklaard. 

Alleen promovendus Excelsior heeft dit eredivisieseizoen de beschikking over een lager budget. Het lag bij de start van de nieuwe eredivisiecampagne dan ook in de lijn der verwachting dat RKC zich dit seizoen moest richten op een felle strijd om lijfsbehoud in de eredivisie. Dat werd het allesbehalve. RKC speelde zich acht duels voor het einde al officieel veilig en mocht zelfs ruiken aan de top 8, die rechtgeeft op play-offs voor Europees voetbal. En dat terwijl zelfs clubs uit de Keuken Kampioen Divisie, het tweede niveau in Nederland, een vollere portemonnee hebben dan de blauw-gele formatie.

Het leest als een sprookje en dat is het ook voor de kleine club uit Waalwijk, dat al jaren spot met de voetbalwetten en sinds de promotie in 2019 een volwaardige eredivisionist is. RKC stuntte dit seizoen bijvoorbeeld tegen AZ en maakte het de overige topclubs lastig, maar presteerde vooral tegen de clubs uit het lagere segment. Tegen ploegen uit de degradatiezone van de eredivisie verloor RKC nauwelijks. 

Hoe dat kan? De Brabanders formeerden op creatieve wijze een ploeg die aanzienlijk sterker bleek dan de vooraf voorspelde concurrentie. Met Iliass Bel Hassani, Michiel Kramer, Florian Jozefzoon en winteraanwinst Mats Seuntjens heeft RKC flink wat spelers met een ‘krasje’, maar juist zij floreerden dit seizoen en namen RKC bij de hand. Spits Kramer haalde voor het tweede seizoen op rij de dubbele cijfers en werd de meest trefzekere RKC’er in de eredivisie sinds Rick Hoogendorp in 2003 (16 goals).

Bovendien was er aan ervaring geen gebrek bij de eredivisionist: de 34-jarige Vurnon Anita speelde bij Ajax en bij Premier League-club Newcastle United en bewaakt nu de balans op het middenveld bij RKC. Anita, die net als ploeggenoot Juriën Gaari tevens international is van Curaçao, speelde al ruim 450 wedstrijden op het hoogste niveau.

En dan heeft RKC met Etienne Vaessen ook nog eens een keeper die punten pakt voor zijn club. Vaessen heeft zich dankzij zijn knappe reddingen dit seizoen in de kijker gekeept bij andere clubs en droeg bij aan het droomseizoen van de Waalwijkers. Dat deed ook coach Joseph Oosting, die vakwerk leverde en dat komend seizoen bij FC Twente moet gaan doen. Oosting zal door zijn goede prestaties van dit seizoen ongetwijfeld worden genomineerd voor de Rinus Michels Award, die jaarlijks wordt uitgereikt aan de beste coach van het jaar.

Grote vraag is of de plek in de middenmoot dit seizoen een incident was of dat we RKC structureel tot een stabiele eredivisionist kunnen rekenen. Bij RKC zullen ze in ieder geval nooit naast hun schoenen gaan lopen. In vrijwel alles zijn de Waalwijkers een typische Eerste Divisie-club, maar dit seizoen bewees de ploeg van Oosting op indrukwekkende wijze het tegendeel.

Klik op RKC Waalwijk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKC Waalwijk voor meer informatie over de club.

Keuze voor senioren bij SDO’63 bevalt Finn van Eerdenburgh meer dan goed

LAMSWAARDE – Waar sommige jeugdspelers van de SJO HSVC’20, die lid zijn van SDO’63 kozen voor een langer verblijf bij de jeugd was het voor Finn van Eerdenburgh (18) duidelijk: hij wilde naar de senioren toe. En zo komt het dat de middenvelder dit seizoen niet in het rood-wit-blauw van de JO19, maar in het geelzwart zijn wedstrijden speelt. ‘En die keus bevalt me meer dan goed.’

Hoewel hij woont in Terhole, speelde hij naast SDO’63 ook bij de HVV’24 jeugd. Uiteindelijk kwam hij via SDO’63 en HSVC’20 vorig seizoen terecht bij het eerste elftal van de vierdeklasser uit Lamswaarde. “Ik voetbalde bij de JO19 en samen met Jorn van Assche deed ik regelmatig al mee bij het eerste elftal. Voor het begin van dit seizoen moesten we een keuze maken wat we wilden gaan doen. Jorn koos ervoor om nog een jaar bij de JO19 te blijven, maar ik wilde graag proberen om mijn kans te pakken bij het eerste elftal. En dat is me tot op heden wel gelukt.”

SDO’63 is hekkensluiter in de 4e Klasse A en komt volgend seizoen uit in de vijfde klasse, het niveau ook waar het eigenlijk de afgelopen decennia altijd wel actief was. Hoewel de sportieve prestaties tegenvallend te noemen zijn, kijkt Van Eerdenburgh zelf vooral naar zijn ontwikkeling als voetballer.

“Ik ben in mijn ogen zeker wel verbeterd. Het is toch fysiek flink aanpoten en ook qua handelingssnelheid heb ik stappen gemaakt. Het is wel even wat anders om met de JO19 een wedstrijd te spelen of tegen de verdedigende middenvelder van Sluis of Breskens. De stap was een hele grote en vooral een uitdagende voor mij als voetballer. Maar het feit dat ik van de trainer een basisplek heb gekregen in het elftal, dat zegt me dat ik het niet onverdienstelijk heb gedaan. En hoewel we laatste staan, blijft de sfeer hier gelukkig goed. Daarom staat SDO’63 ook wel bekend, want gezelligheid is er hier altijd wel. Al is het natuurlijk nog altijd gezellig wanneer je punten pakt maar dat is logisch lijkt me.”

Zijn eerste jaar bij de senioren ziet de centrale middenvelder vooral als een heel belangrijk leerseizoen. Waar hij op verschillende posities heeft gespeeld. “Zowel achterin, maar ook vaak links- of rechts op het middenveld. Nu speel ik samen met Ruud van Driessche samen in de as en dat bevalt me goed. Qua spel ben ik nog zeker niet tevreden, want ik moet soms nog volwassener worden.”

”Sneller beslissen, maar ook slimmer worden. En natuurlijk ook fysiek groeien, want het is aanpoten op het middenveld. Maar ik ben nog jong en begin pas. Volgend seizoen waarschijnlijk in de vijfde klasse en dan richting Brabant. Dat zal weer anders zijn en leerzaam. Vlieguren maken en dan belangrijker worden voor het team, dat zijn twee voorname punten. De keus om voor de senioren te kiezen, dat is voor mij de juiste gebleken. Nu is het zaak om door te groeien en ik ben blij dat ik hier bij SDO’63 daarvoor alle kansen krijg.” 

Klik op SDO’63 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SDO’63 voor meer informatie over de club.

WSC 3 geniet wekelijks van het spelletje

Tim van de Velden geniet als aanvoerder van het vriendenteam WSC 3 nog wekelijks van het spelletje. Samen met zijn voetbalkameraden maakt hij van iedere zondag weer een groot feest.

Een vriendenteam? Ja, zo kunnen we WSC 3 best wel omschrijven. Maar nee, het is ook weer niet puur voor de lol. “We zeggen wel dat we een vriendenteam zijn en dat gezelligheid op de eerste plaats komt, maar het gaat er toch nog best wel fanatiek aan toe. Ieder seizoen strijden we toch weer mee om het kampioenschap. Dan merk je naarmate het seizoen vordert dat het er toch steeds een stukje serieuzer aan toe gaat. Aan het begin van het seizoen krijgt iedereen nog even veel speeltijd, maar in de laatste fase van het seizoen zetten we toch nog net wat vaker onze beste spelers in het veld, haha.”

Van de Velden en zijn vrienden voetballen al jaren samen. “Mijn vorige team viel negen jaar geleden uit elkaar. Toen zijn er wat jongens bij ons komen voetballen die wij dan weer trainen hebben gegeven. Zij namen weer hun vrienden mee en dat heeft ons team bij elkaar gebracht. Een bij elkaar geraapt zooitje, haha. Maar wel een heel gezellige ploeg.”

Want ja, lol is er voldoende in het derde elftal van WSC. “Het is iedere week weer lachen, gieren brullen”, vertelt Van de Velden. “We hebben een paar clowns in ons team. Zij kunnen prachtige anekdotes vertellen waarin iedereen meegenomen wordt. En er wordt iedere wedstrijd of training wel iemand voor schut gezet. We zeiken elkaar goed af, maar dat gebeurt op een gezellige manier.”

“De sfeer onderling maakt het zo leuk”, vervolgt Van de Velden. “Maar we kunnen elkaar soms ook wel eens goed de waarheid vertellen, hoor. In het veld zijn we soms wel eens boos op elkaar, maar na afloop drinken we dan een biertje samen en is er niks meer aan de hand. Dan zitten we als tv-analisten aan de bar en komen we tot de conclusie dat we er eigenlijk helemaal geen klote van kunnen, haha.”

Van de Velden is zelf de spits van WSC 3. “Ik ben pas op mijn zeventiende begonnen en ben nooit een uitzonderlijk talent geweest, maar scoren kan ik wel. Dit seizoen ben ik al de grens van de dertig goals gepasseerd. Ik sta eigenlijk altijd op de goede plek, op een of andere manier. Ik word natuurlijk ouder, maar het lijkt alsof ik steeds beter word.’’

WSC 3 kan de komende jaren nog op zijn neusje voor de goal rekenen. Van de Velden is namelijk vastberaden om er nog wat jaren aan vast te plakken. “Het lijkt er wel op dat we nog wel even doorgaan. Het ziet er niet naar uit dat er de komende jaren veel willen gaan stoppen. De meeste jongens worden nu vader, maar de zondag blijft nog wel belangrijk. Hoe mooi zou het zijn als die kleintjes over een paar jaar met elkaar langs de lijn staan om ons te bekijken?”

Klik op WSC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op WSC voor meer informatie over de club.

Reinier Thomaes heeft zijn plekje bij HBC’22 veroverd

BIERVLIET/HOOFDPLAAT – Hij woont al zijn hele leven in de polder tussen Hoofdplaat en Biervliet. Toen Reinier Thomaes mocht gaan voetballen, viel de keus niet op Hoofdplaat maar koos de middenvelder voor v.v. Biervliet. Inmiddels zijn beide clubs sinds dit seizoen actief als Samenwerkende Senioren Afdeling HBC’22, waar de 18-jarige Thomaes zijn plekje heeft gevonden én veroverd.   

Als jeugdspeler was hij al langer actief in een SJO van beide verenigingen, maar nu zijn ook beide seniorenafdelingen samengevoegd. En dat bevalt de jonge middenvelder uitstekend. “Ik ging naar school in Biervliet en al mijn vrienden daar waren lid bij Biervliet. De keus was voor mij dan ook erg eenvoudig en snel gemaakt. Ik heb daar de gehele jeugd gespeeld en kende vanwege de samenwerking ook al een hoop mensen uit Hoofdplaat. Het is voor mij ook wel handig dat onze boerderij zowat in het midden ligt, dus maakt het me niet zoveel uit waar ik moet trainen en voetballen.”

De eerste seizoenshelft speelde de vierdeklasser zijn thuiswedstrijden in Biervliet, maar na de winterstop is het elftal onder leiding van trainer Steve Kesteleyn actief op Sportpark De Oesterput in Hoofdplaat. “We mogen denk ik sportief gezien zeker niet ontevreden zijn, want je merkt nu dat de spelers steeds meer en beter aan elkaar gewend raken. Ik merk het op trainingen en ook tijdens wedstrijden is dat echt zichtbaar. We doen het als ploeg dan ook helemaal niet onverdienstelijk denk ik met een plek in de middenmoot.”

Thomaes zat tot nu toe twee keer op de bank en kwam als invaller toen het veld in. De rest van de nu gespeelde wedstrijden kreeg de jongeling van zijn trainer een basisplek als centrale middenvelder in een controlerende rol. “Dat is ook wel de plek die het beste past bij mijn kwaliteiten en waar ik ook in de jeugd veelvuldig heb gespeeld. Ik probeer rust te brengen aan de bal en heb we een behoorlijk spelinzicht. Dat is op die plek ook wel nodig. Dankzij de ‘wijze lessen’ van de groep ervaren jongens uit Terneuzen waarmee ik vorig jaar samenspeelde bij Biervliet, heb ik ook geleerd om sneller te handelen. Dat is toch wel een groot verschil ten opzichte van je wedstrijdjes spelen in de jeugd. Nu pluk ik daar de vruchten van en dat is prettig.”

Waar de controleur ook van geniet, dat is het samenspelen met zijn broer Maarten. “Dat is natuurlijk extra leuk om samen met elkaar in het eerste elftal te kunnen spelen. We praten er veel over, steunen elkaar en zijn ook best kritisch. Maar dat is alleen maar goed, want daar worden we als voetballer beter van. Hopelijk kunnen we dit seizoen in het restant ervoor zorgen dat we ons weten te handhaven, het liefst natuurlijk rechtstreeks. De stijgende lijn is zichtbaar, we groeien wekelijks als groep meer en meer naar elkaar toe. Steeds vaker en beter vallen nu de puzzelstukjes in elkaar en dat is een fijne gewaarwording voor iedereen.”

Kijkende naar zijn eigen prestaties in de twee seizoenen dat hij nu als senior actief is, ziet hij ook daarin wel een duidelijke progressie. “In het begin was het aanpoten en moest ik het nog vaak doen met invalbeurten. Sinds dit seizoen krijg ik meestal een basisplek, dus dat zegt me dat ik het in de ogen van de trainer niet onverdienstelijk doe. Toch wil ik als speler blijven groeien en beter worden. Voor de winterstop was het wisselvallig en gelukkig heb ik nu een constanter niveau te pakken. Ik krijg hier volop kansen en dat is prettig. Nu hoop ik alleen nog eens een keertje te scoren. Als dat lukt en we handhaven ons, dan ben ik meer dan tevreden.”

Klik hier voor meer informatie over HBC’22.
Klik hier voor meer artikelen.

‘Trots dat hij hetzelfde pad bewandelt bij Westlandia’

Meedoen is belangrijker dan winnen. Vanaf vandaag is dat niet alleen meer de Olympische gedachte, maar ook het motto van Westlandia JO7. Want of ze nou verliezen of winnen, het plezier wordt er niet minder om. “Ze hebben het bij 0-4 achter net zo naar hun zin!”

Was getekend, Sonny Kastelein. Begeleider op de zaterdagochtend. Dus hij kan het weten. “Lekker de wei in, iedereen aan het voetballen. Het is heerlijk om ze zo te zien huppelen.” Om die Olympische gedachte meteen nog maar een beetje meer kracht bij te zetten, neemt de betrokken ouder ons in gedachte mee naar het veld. “We spelen vier tegen vier, soms vijf tegen vijf, ligt eraan hoeveel er zijn. Maar heel af en toe, hevelen we ook spelers over naar de tegenstander. Als die er niet goed genoeg hebben. Laatst speelde mijn zoontje, tegen zijn eigen team. Die waren wel blij met ‘die lange’. Het gaat om het plezier, niet om de puntjes.”

Speciaal liedje
Plezier dat de jeugdspelertjes van de JO7 ook maken op woensdagmiddag, maar dan zonder de 41-jarige Kastelein. “We hebben zes ouders die training geven, aan in totaal dertig kinderen. Vier begeleiders zijn er zeker altijd.” In het weekend, wordt de groep gesplitst. “Ik ga met vijftien spelers de deur uit én iemand anders ook: JO7-A en JO7-B.” Maar eigenlijk, is die hele wedstrijd in principe van ondergeschikt belang, lacht de trainer. “De penalty’s, na afloop, vinden ze eigenlijk het leukste!” Sterker nog, bij Westlandia hebben ze er zelfs een speciaal liedje voor bedacht. “Dan zingen ze: ‘Deurtje open, of deurtje dicht’, afhankelijk van of wij moeten scoren of keepen!” Ook Kastelein, kent zijn klassiekertjes inmiddels. “Ik ben betrokken sinds mijn zoon vier is, hij is nu zes. Eerst als trainer. Dan doe je met die kleintjes tikkertje, schieten, op de bal zitten, dat soort dingen.” En het mooiste van allemaal, voor het voetbaldier: “Ik heb hier zelf ook altijd gevoetbald en rondgelopen. Westlandia is echt een familieclub. Ondanks dat het één van de grootste clubs van Nederland is, is het heel erg hecht.” En dat heeft hij gemerkt. “Een periode kwam ik er minder, dan kom je na acht jaar weer terug en voelt het alsof je maar één dag bent weggeweest: ‘Leuk dat je er weer bent’. Alsof je gister de deur dichtdeed.” Want voor Kastelein, voelt het als een soort reünie. “Je geeft nu eigenlijk training, met oude voetbalmaten. Hun kinderen, voetballen hier dan ook weer allemaal.” 

Soort droom
En wat is er mooier, dan om dat samen met je zoon te beleven. “Elke zaterdag is een feestje! Ik ben best wel trots, dat hij nu eigenlijk hetzelfde pad bewandelt.” De sfeer thuis, laat zich dan ook raden. “Daar gaat het natuurlijk veel over voetbal, over de wedstrijd. Tegen wie we moeten, of dat ‘ie vorige keer een hattrick had gescoord.” Het doet hem terugdenken aan zijn eigen tijd, als jong ventje. “Het is leuk om zijn plezier te zien, omdat ik dat zelf vroeger ook altijd had. Dan is het mooi voor hem, als ik dan langs de kant sta. Mijn ouders waren gescheiden, dan is dat toch minder.” Herkent hij iets van zichzelf als voetballer, in zijn zoon? “Die kleine scoort veel en vooral die lange benen, heeft hij wel van mij. Ik was van origine een aanvaller, dat spel zie ik soms al een beetje terug in hem.” Een fanatieke voetbalcoach, in de goede zin van het woord. Want uiteindelijk, draait het natuurlijk allemaal om plezier. “Ik geniet dat mijn zoon er, samen met die andere jongetjes, loopt en dat ze het ongelooflijk leuk vinden. Het enthousiasme van die voetballertjes, maar ook hun ouders, die er staan in weer en wind… Dat is toch een soort clubgevoel.” En, zo beseft Kastelein zich tegelijkertijd. “Het is ook een beetje kneuterig, maar dat maakt het leven mooi.” De inwoner van Naaldwijk kan er geen genoeg van krijgen. “Het is toch een soort droom, als je zelf twintig jaar gevoetbald hebt, dat je zoon het dan ook heel leuk vindt. Maar als hij op ballet gaat, ga ik ook mee hoor!” Voorlopig houden ze het samen nog maar even bij voetballen. “Zolang hij voetbalt, blijf ik meegaan. Als trainer of om ballen op te pompen, ik ben er toch!”

Klik op RKVV Westlandia voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKKV Westlandia voor meer informatie over de club.

Bogaert kwam destijds als voetballer, maar staat toch weer tussen de palen

NIEUW-NAMEN – Hij keepte tot 2015 bij Kieldrecht, maar nadat hij zijn handschoenen had opgeborgen en veldspelers werd, besloot Thomas Bogaert om de overstap te maken naar Hulsterloo. Ook daar ging hij voetballen, maar een blessure bij keeper Jelle van Damme zorgde ervoor, dat hij het veld weer verruilde voor een rol als doelman. En dat is hij bij de vierdeklasser tot op heden nog steeds.

“Dat was feitelijk niet de bedoeling nee. Maar goed, soms lopen zaken nou eenmaal anders. De keeperstrainer kende me nog vanuit Kieldrecht en wist dat ik wel een aardige bal kon pakken. Daarop vroeg men bij Hulsterloo of ik dan terug keeper zou willen worden. Daarop heb ik positief gereageerd en tot op heden zonder enige spijt. Al moet ik bekennen dat het voetballen me toch ook wel beviel. Bij Kieldrecht was de zoon van de toenmalige trainer ook keeper en speelden we om en om. Daar had ik geen zin meer in en besloot te gaan voetballen.”

Dat ging hem overigens niet onverdienstelijk af, want regelmatig scoorde Bogaert voor zijn ploeg. Toch bleek dat de drukte van het eigen bedrijf niet langer te combineren bleek met trainen en voetballen. Hij koos voor de overstap naar Hulsterloo en trok de grens over naar Nederland. “We hebben een eigen bedrijf in de perenteelt en dat vergt heel veel tijd. Voetbal is voor mij puur ontspanning. Bij Hulsterloo ligt qua moéten presteren de lat dan toch net even lager dan ik bij Kieldrecht gewend was. Toch ben ik anderzijds ook wel competitief ingesteld en kreeg net voor corona de kans om op provinciaal niveau in de Antwerpse regio te gaan spelen. Dat bleek echter een misvatting en duurde niet heel lang.”

De inwoner van het Belgische Verrebroek waagde de stap, maar al snel bleek dat het fysiek en vooral ook qua tijdsinvestering niet te combineren was met het eigen bedrijf. “Toen was corona eigenlijk het ‘geluk bij het ongeluk’, want na enkele maanden lag alles stil en ben ik daarop weer teruggekeerd bij Hulsterloo. En dat was precies wat ik nodig had en had gemist. Het familiaire wat bij Hulsterloo heerst dat past me goed. Het nuttige van sportief bezig zijn met het aangename van de ‘derde helft’ combineren. Gezelligheid en kameraadschap tellen voor mij toch ook zwaar. In mijn werk heb ik het druk en dan is die ontspanning echt noodzaak. Toen ik in het begin hier kwam waren het overigens veelal Nederlandse teamgenoten, maar gaandeweg is die verhouding wel helemaal veranderd en zijn het nu vooral Belgen waarmee ik hier inmiddels samenspeel.”

Voorlopig vind Bogaert zich met zijn teamgenoten nog altijd terug in de vierde klasse van het zondagvoetbal. Waar andere clubs praten over de stap naar het zaterdagvoetbal, is dat bij Hulsterloo geen issue. Mocht dat ooit wel gebeuren, dan zal dat sowieso zonder Bogaert zijn. “Op zaterdag werk ik altijd in het bedrijf, dus voetballen op zondag is voor mij ideaal. En dan het liefst ook op een leuk niveau. Het spel in Nederland bevalt me wel goed. Hier krijg je als voetballer toch net iets meer tijd dan in België, terwijl het soms hier wel fysieker aan toegaat. Inmiddels ben ik er goed aan gewend en begint iedereen eraan te wennen. Het team draait wat beter en we pakken geregeld weer wat punten. Die zijn ook broodnodig want we wilden graag mooi in het linkerrijtje eindigen. Er zijn een ploeg of zes die zo ontzettend dicht bij elkaar liggen. Dat is elke week stuivertje wisselen. Na de winter hebben we een goede reeks neergezet en hopelijk houden we dat vol. Want bij de eerste zeven zou prachtig zijn als ons dat lukt. En wat er dan komend seizoen uitrolt, dan zien we daarna wel weer.”

Klik op v.v. Hulsterloo voor de laatste artikelen over de club.
Klik op v.v. Hulsterloo voor meer informatie over de club.

‘Dat is geen vraag meer, maar een must bij VELO’

Een bredere organisatie, meer mensen om op terug te vallen en alles onder één stichting. Als het straks 1 januari is, moet dat het beeld zijn bij OMNI-vereniging VELO. En dus is Ton van den Berg daar samen met voorzitter Richard Wolf nu, op de achtergrond, al meer dan druk mee bezig. “We zijn eigenlijk gewoon een soort bedrijf met bijna 2500 leden.”

Het staat volgens hem allemaal weliswaar dan nog in de kinderschoenen, de plannen zijn duidelijk. En dus neemt de 67-jarige Van den Berg ons daar graag in mee. “We willen bij VELO van twee stichtingen, naar één stichting met een breed bestuur.” Waarom? “Dat is overzichtelijker, zorgt voor een bredere organisatie en meer mensen om op terug te vallen. Zo gaan we samen sterker de toekomst in.”

Noodklok
Want als er iemand is, die dat graag wil, dan is het Van den Berg wel. Op zijn elfde begonnen én nooit meer weggeweest. “VELO is een echte familieclub, van de jeugd tot aan de senioren. Voor de Wateringers voelt dit echt als thuis. Hier zijn heel wat relaties ontstaan, waaronder die van mijn eigen dochters. Zelf heb ik mijn vrouw ook bij de club ontmoet. Mijn vader en broers, hebben er altijd gevoetbald. Net als nu de kleinkinderen.” Zelf was hij een middenvelder die graag aan de bal was, maar ook buiten het veld, was de vrijwilliger van waarde. “Als leider, bestuurslid en later voorzitter van ‘Stichting Vastgoed’.” Precies daar, moet nu dus iets aan gebeuren. Samen met ‘Stichting Exploitatie Accommodatie’. “We zijn, met alles wat we bij VELO hebben, gewoon een bedrijf met bijna 2500 leden. Dat heeft natuurlijk zijn zorgen.” Van den Berg vertelt wat die zijn. “Hoe krijg je de exploitatie rond? Hebben we genoeg vrijwilligers? Mensen die iedere dag het nodige bij onze club doen, die zijn goud waard. Onmisbaar voor onze vereniging.” Maar, zo luidt hij de noodklok. “Die worden ouder, dan moet de jongere generatie het overnemen. Dat is geen vraag meer, maar een must.” En dus is er werk aan de winkel. “We moeten mensen bewustmaken, dat het niet vanzelfsprekend is wat er bij VELO gebeurt. Als dat soort vaste vrijwilligers wegvallen, en er zijn geen opvolgers, is het gewoon klaar.”

Slapende reus
Een bredere organisatie, onder de vlag van één stichting, Van den Berg legt het nog maar eens uit. “Kantine-inkopen, onderhoudswerkzaamheden, verzekeringen, personeelszaken, beveiliging en bankzaken. Net als in een bedrijf, hebben wij daar bij VELO ook mee te maken. Wij doen dat allemaal net zo goed, maar dan met vrijwilligers.” En dat kan overzichtelijker, denkt de Wateringer. “Het managen van dit alles, is onze grootste ‘zorg’. Het is echt veelomvattend. Daar heb je een stichting voor nodig, met daaronder verschillende commissies.” Zodat je op meer mensen terug kunt vallen. “Langzaam maar zeker, gaat iedereen wel beseffen dat het niet vanzelfsprekend is. Dat de ‘ouderen’ het hier allemaal wel even doen.” Enthousiasmeren en gesprekken voeren, Van den Berg is er maar druk mee. “Ik wil best twee of drie jaar de kar trekken, daarna moet de organisatie staan en kunnen anderen het overnemen.” Voor nu richten ze zich op uiterlijk 1 januari van volgend jaar, geen tijd te verliezen dus. “VELO is altijd mijn club geweest, nu heb ik meer tijd, dus vind ik dit leuk om te doen. Vanuit mijn werk heb ik ook altijd in besturen gezeten, daar blijf je mee besmet.” Als Van den Berg dan na een dag organiseren, vergaderen én overleggen op de bank ploft, ziet hij weer waar ze het allemaal voor doen. “Vanuit mijn woonkamer, zie ik de lampen van het trainingsveld. VELO is een slapende reus, die langzaam aan het wakker worden is!”

Klik op VELO Wateringen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VELO wateringen voor meer informatie over de club.

Danny Slingerland wil blijven bijdragen aan het succesvolle IFC project

Danny Slingerland verruilde samen met IFC de Zondag Hoofdklasse voor de vierde klasse zaterdag. De ervaren aanvoerder van de club uit Hendrik-Ido-Ambacht wil ook de komende jaren blijven bijdragen aan het succesvolle project. 

“Een clubman”, zo noemt Danny Slingerland zichzelf. En geef hem eens ongelijk. De middenvelder speelt al sinds 2007 bij de club en droeg sindsdien ongeveer vijfhonderd keer het shirt van IFC. “De club is echt in mijn hart gaan zitten”, aldus Slingerland. “Ik heb het hier altijd uitstekend naar mijn zin gehad.”

Zelfs toen de club besloot om in 2020 over te stappen naar het zaterdagvoetbal. Jarenlang behoorde IFC tot een van de meest succesvolle zondagclubs in de regio, tot het bestuur besloot om over te stappen naar de zaterdag. Slingerland kreeg aanbiedingen van andere clubs, maar bleef IFC trouw. “Natuurlijk was het even wennen aan het niveau en de entourage, maar ik heb er geen moment spijt van gehad.”

Als 37-jarige ziet hij de ambitie van IFC om snel naar een hoger niveau te komen als een mooi project. Afgelopen seizoen werd IFC met overmacht kampioen in de vierde klasse en ook dit seizoen is de titel na enkele monsterscores al binnen. Zo passeerde de club al in april de grens van honderd doelpunten en werd middenmoter Hekelingen in maart met liefst 12-0 verslagen. Komend seizoen gaat IFC naar de tweede klasse. “Ik wilde onderdeel zijn van het traject, dus ik heb er volmondig ja op gezegd. Dit kwam ook voor mij op een mooi moment.”

Slingerland overwoog nooit om het elders te proberen. “Ik speel bij IFC met heel veel voetbalvrienden, het is hartstikke mooi om samen prestaties neer te zetten. Ik woon ook maar vijf minuten van de club vandaan, dus ook privé is het ideaal. Dat zijn voor mij belangrijke voorwaarden. Plezier is uiteindelijk het belangrijkste.”

De club heeft als doel gesteld om zo snel mogelijk in de eerste klasse te komen. De club is na dit seizoen nog één promotie verwijderd van die doelstelling . “Of ik dat ook red, bekijk ik per jaar. Zo lang ik met mijn vrienden en broertje (Michael, red.) kan blijven spelen, kan het echt nog heel lang duren. Maar ik heb ook een gezin, dat krijgt steeds meer prioriteit. En mijn werk is ook belangrijk. Daarmee denk ik meer te kunnen bereiken dan met voetballen.”

Desondanks denkt Slingerland, die de jeugdopleiding van ASWH doorliep, voorlopig nog niet na over zijn voetbalpensioen. ,,Ik voel me goed en kan nog steeds bepalend zijn voor het team. Maar als ik zelf merk dat het teveel wordt of als er jongens zijn die het stokje kunnen overnemen, dan ben ik de laatste die dat tegen zal houden. We hebben ook nu al genoeg talentvolle jongens rondlopen, dus de toekomst voor de club ziet er goed uit. Dan blijf ik wel op een andere manier betrokken bij IFC, maak ik me op een andere manier nuttig. Maar dat is iets voor de toekomst. Komend seizoen wil ik in ieder geval weer bijdragen aan goede prestaties.”

Klik op IFC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op IFC voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.