Home Blog Pagina 199

‘Vier jaar later spelen we Eredivisie met Kroeven…’

Begonnen met wat vrienden, op het pleintje of in een afgehuurde zaal. Om in 2019, het maar gewoon eens te proberen bij de KNVB. Vier jaar later spelen de zaalvoetballers van ZVV Kroeven in de Eredivisie. “Het begint nu eigenlijk pas een beetje te landen”, vertelt voorzitter Mounir Ait Moussa.

Na een reis, die dus heel wat jaren geleden al begon. “Op de pleintjes, van jongs af aan. De meeste jongens voetballen al heel lang samen. Ook op het veld. Ze kennen elkaar misschien al wel tien jaar.” Met een gezamenlijke liefde voor de bal. “Het begon gewoon met een zaaltje huren. Wijk tegen wijk. We waren best goed, dus zeiden we tegen elkaar: waarom proberen we het niet bij de KNVB?” En dus slingerde de nu 25-jarige Ait Moussa in 2019, zijn computer maar eens aan. “Ik ben gewoon op Google gaan zoeken. Wat heb je daarvoor nodig, wat zijn de eisen en is dat haalbaar? Dat soort dingen. Als we een sponsor konden vinden, die het allemaal kon regelen, dan zouden we beginnen!”

Bomvol
De rest is geschiedenis. “We zijn met een vriendenteam begonnen in de hoofdklasse. Dat klonk voor ons toen al mooi en hartstikke hoog. Vier jaar later spelen we Eredivisie, dat had niemand toen natuurlijk ooit verwacht.” Ook Ait Moussa, die op een gegeven moment zelf toe moest geven aan het te hoge niveau, niet. “We wisten dat het niet onmogelijk was, maar zó snel?” Al begon het halverwege vorig seizoen toch wel steeds meer te kriebelen. “Dan begin je het ook uit te spreken. Maar we wilden eerst die eerste divisie zien te overleven. Je verwacht toch een hoog niveau…” Dat viel in de praktijk best mee en dus kroonde ZVV Kroeven zich dit jaar tot kampioen. Zonder bakken aan ervaring, vertelt Ait Moussa. “Sommige jongens zaalvoetballen pas sinds twee jaar op een hoog niveau.” Toch heeft de ploeg met onder meer routinier Ahmed Didi, Achraf Chouiter en Hakan Patan, genoeg kwaliteit in huis. Al is dat volgens hem, niet hun grootste kracht. “Het zijn echt gewoon vrienden. Een hechte groep lokale jongens, die het met elkaar willen doen. Dat maakt het succes ook zo bijzonder.” Merkt hij ook buiten de lijnen. “In vier jaar tijd, hebben we een behoorlijk grote achterban opgebouwd. Wekelijks zit die sporthal bomvol, met 200 of 300 man.” En ook buiten de stad, valt de zaalvoetbalclub op. “Laatst was ik in Antwerpen, zelfs daar hoor je de naam Kroeven vallen. Het is mooi dat je in zo’n korte tijd, zoveel kunt creëren.” Ook voor hemzelf is het genieten. “Ik ben vooral trots op het feit dat we die jongens een podium hebben kunnen bieden, waarop ze kunnen laten zien hoe goed ze zijn.” 

Kinderschoenen
Komend seizoen dus weer op een treetje hoger. “Tegenstanders van naam, zoals een FC Eindhoven of Hovocubo, komen straks gewoon naar Roosendaal. Daar kijk ik naar uit. Ook om te zien, hoe wij het daartegen doen.” Al zal er, vooral op bestuurlijk vlak, nog wel het één en ander moeten gebeuren, weet ook Ait Moussa. “Dat is nog niet op het niveau waar het moet zijn. Ik doe dat nu gewoon nog met een paar vrienden.” Qua hoofdtrainer zitten ze met de aanstelling van Azdine Boufrahi voorlopig in ieder geval goed. Want na de nodige gesprekken, het bekijken van wedstrijden én het doen van zijn huiswerk, wist de voorzitter genoeg. ” Kroeven staat nog in de kinderschoenen wat betreft zaalvoetbal en Azdine heeft bij Groene Ster Vlissingen eigenlijk hetzelfde meegemaakt. Met die ervaring, kan hij onze club verder helpen.” Ook op het ‘veld’. “Wat hij daar heeft bereikt, met ook vooral lokale spelers, is ontzettend knap.” Hopelijk voor hem en heel Kroeven, kan de Zeeuwse trainer die lijn in Roosendaal doortrekken. “Natuurlijk droom je over de Champions League, dat doet iedere voetballer… Eerlijk? Als we in de Eredivisie blijven, mogen we denk ik in onze handen klappen. Daarna is het halen van de play-offs, ons volgende doel.” Maar er toch vooral ook van genieten. “Dat we dit samen mogen meemaken. En heel Roosendaal geniet met ons mee!”

Robin Tak wordt bij SC Gastel steeds slimmer

Zijn eerste seizoen bij de hoofdmacht van SC Gastel, had voor Robin Tak vorig jaar een stuk slechter kunnen verlopen. Debuteren én kampioen worden. De achttienjarige aanvaller viel letterlijk met zijn neus in de boter. “Dan kom je er lekker in!”

Een geweldig jaar in de derde klasse, helemaal ook voor hem. “Ik stond vroeger altijd te kijken, nu speel je er zelf! Dat wilde je natuurlijk altijd al, maar als je dan ook nog meteen kampioen wordt…” Begonnen met dromen, vanaf zijn zesde. “Je kent inmiddels iedereen, de mensen helpen je en ze supporteren je. Opeens gaan ze tegen jou zeggen dat je het goed doet.” Zagen ze ook al snel bij het eerste van de huidige tweedeklasser. “Vorig seizoen mocht ik na de winter, om de week meetrainen. En na twee of drie trainingen, maakte ik al mijn debuut.” Dus ging het vervolgens razendsnel, met de talentvolle Tak. “Sinds de winterstop zat ik er gewoon vast bij. Tweedejaars-A toen nog.”

Slimmer
Maar ook de volgende stap, heeft de inwoner van Oud Gastel inmiddels alweer gemaakt. “De eerste seizoenshelft heb ik best veel gespeeld, mede door blessures. En de laatste maanden, heb ik eigenlijk geen minuut gemist. Gewoon lekker voetballen, zonder al te veel druk.” Al voelt hij die druk wel, maar dan van zijn tegenstanders. “Vooral het fysieke verschil, merk je. Het is met name sneller handelen.” Die omschakeling heeft Tak inmiddels gemaakt. “Je bent nu veel slimmer in de duels, soms even inhouden, om juist dan toch de bal te hebben.” Slimmigheidjes, die hij als aanvaller goed kan gebruiken. “Een echte loper, zonder bal, maar ook om druk te zetten. Hard werken voor de ploeg.” Toch heeft de jongeling natuurlijk ook aan de bal, genoeg kwaliteiten. “Ik ben vrij lang, kan goed koppen, dus dat is wel een wapen.” Eentje die Tak nu vooral inzet als spits óf rechtsbuiten. “Vroeger ben ik eigenlijk begonnen als spits, nu speel ik met grote tegenstanders liever aan de buitenkant.”

Klik op SC Gastel voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SC Gastel voor meer informatie over de club.

‘Met elkaar naar een hoger niveau’

Als trainer van de JO15-1 en coördinator van de onderbouw, heeft René van Haaften bij Almkerk eigenlijk dagelijks met jeugdvoetbal te maken. En met een kampioenschap op zak, geeft dat bakken met energie. “Met elkaar naar een hoger niveau, is het mooiste wat er is!”

Zowel dus letterlijk, als figuurlijk. “We zijn met de JO15-1 kampioen geworden in de tweede klasse, dat is hartstikke gaaf. Fanatieke jongens die er helemaal in meegaan én het echt willen worden, dan is het natuurlijk leuk als het lukt. Helemaal om al die blije koppies te zien.” Toch is resultaat, vanzelfsprekend niet het enige. “Je probeert zo’n groep als trainer vooral voetballend wat bij te brengen, dat is uiteindelijk het belangrijkste.” En dat doet de 50-jarige Van Haaften, zelf van oudsher verdediger, op de Hollandse manier. Dus met verzorgd voetbal en een opbouw van achteruit. “Maar er is meer dan alleen goed voetbal. De jeugd, zeker ook bij ons, wordt tegenwoordig best wel beschermend opgevoed. Dan word je tegen bepaalde tegenstanders nog wel eens afgetroefd. Er komt dus ook een stukje beleving en winnaarsmentaliteit bij kijken.” 

Betrokken zijn
Als trainer van zijn eigen zoon, een flinke uitdaging. “Dat begon eigenlijk al in 2012. Vinden ze dat lastig, gaan ze het accepteren? Daar denk je dan natuurlijk na een paar seizoenen wel over na. Uiteindelijk, omdat we ook samenwerken met Altena, heb je toch altijd wel weer genoeg verversing in de ploeg.” Mede dankzij zijn werk als jeugdcoördinator. “In 2014 nam ik zitting in de jeugdcommissie. Verantwoordelijk voor de indelingen, het aanstellen van trainers, evalueren en enthousiasmeren.” En dat laatste, lukt tot nu toe best aardig. “Het aantal teams wordt voor mij alleen te groot, dus er worden gesprekken gevoerd voor iemand erbij.” Fanatieke gesprekken, lacht hij. “Die lopen dan uit tot drie uur, dat is vaak al een goed teken!” Uit gezamenlijke liefde voor het spelletje. “Dat is de basis! Als je, net als ik, geboren bent in het dorp, is er niks mooiers dan zó betrokken te zijn.” Zeker als geboren en getogen Almkerker. “Ik werd lid op mijn zesde, heb daarna heel de jeugd doorlopen en speelde als achttienjarige in het eerste.” Met recht een voetbaldier dus. “Tegenwoordig nog in het zesde!” Maar niet alleen binnen het veld, is Van Haaften nog altijd bloedfanatiek. “Het trekt mij enorm aan, om ergens aan bij te dragen. Om met al die verschillende achtergronden, samen die gezamenlijke hobby voetbal te hebben. Dat motiveert alleen maar meer en meer.” Voor hem dus vooral vanuit het faciliteren van mogelijkheden voor kinderen. “Dat is in principe onze rol als vereniging, maar dus ook die van mij als coördinator.” 

Binding
Want jeugd, is volgens de clubman uiteindelijk de basis. “We staan nu, met ons eerste, wel een beetje op een kruispunt. Meer eigen jongens en op een lager niveau, of halen we spelers van buitenaf?” Van Haaften zelf, heeft een duidelijke persoonlijke mening: “Ik ben voorstander van meer eigen jeugd, dat maakt het eerste elftal voor de mensen ook herkenbaarder. Als jeugdcommissie proberen we dat zo goed mogelijk te organiseren.” Bijvoorbeeld met het zogeheten adoptieprogramma. “Dat hebben we jarenlang gedaan, en willen we nu weer terug in gaan voeren. Twee selectiespelers adopteren een jeugdploeg, geven twee keer een training en in ruil daarvoor, komen de jeugdspelers kijken bij het eerste. Dat zorgt voor verbinding én motivatie, maar spreekt natuurlijk ook aan bij de kinderen.” Alles met maar één doel: doorstroming naar het vlaggenschip. “Het percentage eigen jongens is steeds minder geworden. En daarmee ook de binding. Daar willen we wat aan doen.” Hoe? “Het niveau van de jeugdopleiding moet omhoog. Door trainers op te leiden, het aanstellen van een Hoofd jeugdopleiding (Gerard van Helden) of de prettige samenwerking met Altena. Maar ook door spelers langer te behouden voor de vereniging. Bijvoorbeeld met een O23. Dat is echt belangrijk!” Aan zijn eigen enthousiasme en betrokkenheid, zal het in ieder geval niet liggen. “Het plezier spat er bij die jongens vanaf. Op trainingen moet ik ze eerder afremmen, dan opzwepen. Dat is toch genieten? Dan ga ik fluitend naar huis!”

Klik op Almkerk voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Almkerk voor meer informatie over de club.

‘Je moet weer terug naar huis’

Hij maakte als commercieel directeur de ups en downs mee van RBC Roosendaal als profclub, stapte even later uit het betaald voetbal, maar is nu weer helemaal terug. Bij de club die voor Hans van der Ende, nog altijd voelt als thuis.

Februari 2021. Een kantelpunt in de wederopbouw van RBC? Misschien wel. Het was in ieder geval het moment, dat de 61-jarige Van der Ende zich maar weer eens met de sponsoring besloot te gaan bemoeien. “Betaald voetbal was mooi geweest, ik zat inmiddels in het bedrijfsleven, maar dan zit je met mensen te babbelen en gaat het toch steeds weer over voetbal. Kun jij RBC niet weer omhoog helpen? Is het dan.” Gesprekken met onder meer Kees van Hassel, huidig voorzitter van de club, volgden. “Maar ook thuis, heb ik het er met mijn echtgenote over gehad. Tot ze zei: ‘Je moet weer terug naar huis’.” Al duurde het even, voordat het kwartje bij hem viel. “Wat bedoelde ze nou, ik was toch al thuis? RBC heeft je hard nodig, zei ze toen.”

Geen kantoor
Goedkeuring binnen, bekendmaking de deur uit. “Dat was op een donderdag, mijn telefoon ontplofte. Sindsdien is het zó hard gegaan met de sponsoring.” Mede dankzij zijn eigen opgezette campagne. “Ik had op Facebook en LinkedIn iets geplaatst: ‘Kom net als ik naar huis toe’. De reacties waren gigantisch: Dan komen wij ook!” Precies, zoals Van der Ende het bij zijn aanstelling had bedacht. “Qua sponsoring de club weer tot ongekende hoogte brengen. Ondernemers misten na het faillissement, een zakelijk platform. Dat was RBC in die tijd voor veel mensen. Nu zijn we het snelst groeiende platform in de regio, bedrijven willen zich binden en iedereen vindt het weer leuk. En ik ook!” Het plezier is weer helemaal terug, zelfs als vrijwilliger. “Vroeger was het mijn baan, nu doe ik het er gewoon bij.” Het grootste verschil? “Ik mis mijn kantoor in het stadion…” Maar ondanks dat, barst Van der Ende nog van de energie, en dat is te merken. “Toen ik kwam, hadden ze dertig of veertig sponsoren. Dat zijn er nu ruim 190.” Sterker nog. “We benaderen net zoveel bedrijven als in de proftijd. En voor amateurbegrippen, zijn dat nog best goede bedragen!” Want met een profachtergrond van dertig jaar, hoef je Van der Ende de boel natuurlijk niet meer uit te leggen. “Ik heb herrie gemaakt toen ik terugkeerde, dat moet je doen. Daarom plaatsen we ook iedere keer iets online, als er een nieuwe sponsor is. Je wilt reuring krijgen.”

Nostalgisch
En met een eigen website (RBCnetwerk.nl), lijkt dat voorlopig best aardig te lukken. “Er komt een punt, dat het netwerk ook voor ons gaat werken. Dat sponsoren het hier zo naar hun zin hebben, dat ze vanzelf mensen aan gaan dragen.” Al is dat tegenwoordig soms, al bijna het geval. “Laatst zat ik ergens met mijn vrouw te eten én nog voor het hoofdgerecht, hadden we er weer een nieuwe sponsor bij. Het is een beetje een uit de hand gelopen hobby.” Maar wel één, waarvan Van der Ende voorlopig nog van geen ophouden weet. “Dezelfde drive om resultaat te halen, is er nog steeds. Er is een verschil in tegenstanders, toch blijft het voor mij even leuk. Qua enthousiasme en voldoening.” En dus gaan ze in Roosendaal, lekker op deze voet verder. “Ons netwerk moet verder blijven groeien. Daarvoor organiseren we bijvoorbeeld ook activiteiten. Laatst met onder meer Robert Maaskant, Jan Poortvliet, Ben Wijnstekers, Koert Westerman en Bert van Marwijk. Binnenkort komt Hans Kraay jr. langs. Ondernemers vinden dat leuk, ook om zelf te kunnen netwerken. Op die manier weet je mensen aan je te binden.” Uitbreiden en financieel nóg meer draagvlak creëren. Van der Ende is, na het kampioenschap in de tweede klasse, voorlopig nog niet klaar. “De komende jaren willen we nieuwe stappen zetten. Met de club naar de derde of tweede divisie, dat zou ik het allermooiste vinden. Dan ruik je op een afstand toch weer een beetje dat nostalgische van profvoetbal…”

Klik op de link voor meer artikelen over RBC
Klik op de link voor meer informatie over RBC

Mark van der Heijden in andere rol verder

Voor Mark van der Heijden zit het erop bij VV Teylingen. Als speler althans, want de 35-jarige Sassenheimer gaat zich samen met oud-ploeggenoot en vriend Mark van der Vlugt ontfermen over de selectie van de roodzwarte club.

Een groots en meespelend afscheid zat er voor de voormalig verdediger van Ter Leede niet in. Met Teylingen beleefde hij een moeizaam seizoen in de vierde klasse, illustratief was het dat de Sassenheimers zich pas twee wedstrijden voor het einde in veiligheid speelden. “Het was niet het seizoen waarop we hoopten”, blikt Van der Heijden terug op de afgelopen jaargang. “De kwaliteit die we hebben is er niet uitgekomen. We zijn uiteindelijk nog dicht bij een nacompetitieplaats gekomen, maar de zesde plaats is al met al teleurstellend.”

Hij zoekt de verklaring voor het tegenvallende jaar ook in het voorgaande seizoen waarin Teylingen het kampioenschap verspeelde. “Dat heeft zeker meegespeeld. Het is een forse klap geweest. We stonden, geloof ik, acht punten voor. Dat hakte erin, onbewust hebben we dat meegenomen naar het afgelopen seizoen.”

Het voetballeven van Van der Heijden bestond uit twee delen. Het eerste deel vond plaats in aan de roodgele kant op sportpark De Roodemolen. Hij speelde bij Ter Leede jarenlang in de verdediging. “Een mooie tijd waarin ik alles heb mogen meemaken. Met het spelen van mooie derby’s tegen FC Lisse en Quick Boys.”

Voetballen in wat toen nog de topklasse was kostte echter veel tijd en op zijn 26ste besloot Van der Heijden zijn leven anders in te richten. Voetballen ging hij in een vriendenelftal van Teylingen, toen toenmalig hoofdtrainer Martijn Lagendijk hem verleidde tot een comeback in het selectievoetbal. “Ik heb geen moment spijt gehad van mijn terugkeer. Ik heb nog een paar mooie seizoenen beleefd. Ik heb genoten van het voetbal, maar zeker ook van de topsfeer die er altijd hing en hangt bij Teylingen. Dat hij zou stoppen was al langer bekend aan de roodzwarte kant op sportpark De Roodemolen. “Het is mooi geweest. Ik merkte dat ik ouder werd en dat ik meer pijntjes kreeg. Het is tijd aan de jonge knapen om het over te nemen.”

Hij verdwijnt echter niet van het Teylingen-toneel. De club vroeg hem plaats te nemen in de technische commissie. “Ik heb Mark van der Vlugt benaderd of hij het zag zitten om het samen te doen. Het is een niet te onderschatten klus. Je bepaalt voor een groot deel de koers die we op technisch gebied gaan volgen.”

‘Aanstaand jubileum stimuleert enorm’

Van der Heijden wordt samen met Mark van der Vlugt verantwoordelijk voor het eerste, tweede en het onder negentien-elftal. “Doorstroming vanuit de jeugd wordt een belangrijk aandachtspunt”, zegt Van der Vlugt, die een jaar geleden al zijn schoenen aan de wilgen hing, maar Teylingen altijd op de voet is blijven volgen.

“Teylingen heeft een duidelijk visie waarbij er geen spelers worden betaald”, zegt Van der Vlugt. “Voor versterkingen zoeken we het in spelers die een Teylingen-band hebben of die in de regio wonen. Wij koppelen prestatie altijd aan een stuk gezelligheid. Wij zijn geen grote club en daarom is het belangrijk om iedere speler aandacht te geven. De jeugd speelt een belangrijke rol. De onder 19 is de kweekvijver voor ons eerste en tweede. Bij ons zullen ze de kans krijgen zoals dat dit seizoen ook met Jay Berk is gebeurd.”

Van der Vlugt zet met Van der Heijden en hoofdtrainer Rob Jonkman in op een beter seizoen dan dit jaar. “Het aanstaande jubileum – de club viert het honderdjarig bestaan – stimuleert enorm.”

Klik op RKVV Teylingen voor de laatste artikelen over de club.
Klik op RKVV Teylingen voor meer informatie over de club.

‘Soms mis je iemand die dan opstaat’

In de derde klasse van het zondagvoetbal, bleef het dit seizoen voor Be Ready tot op de laatste seconde spannend. Uiteindelijk bleek een beter doelsaldo genoeg, om directe degradatie te ontlopen en via de nacompetitie te mogen strijden voor lijfsbehoud.

En die boodschap, zorgde ook bij Yorick le Rutte toch wel voor de nodige opluchting. “Je verliest zelf, maar hoort vervolgens dat RCD ook verloren heeft. Uiteindelijk ben je dan natuurlijk blij dat je nog nacompetitie haalt.” Al zag dat er dus heel even niet zo naar uit, vertelt de verdediger. “We hoorden het pas na de wedstrijd. Misschien maar beter ook, voor de focus. Als ze wel hadden gewonnen, waren we gedegradeerd…” Dat is nu dus nog niet het geval, toch blikt de 22-jarige Le Rutte terug op een wisselvallig seizoen. “In de eerste periode, speelden we acht of negen keer achter elkaar gelijk. Dat schiet niet echt op.” 

Jonge ploeg
Ook later in het jaar volgde een mindere fase, daarna kregen ze het bij Be Ready weer aardig op de rit. “We begonnen te scoren en trokken wedstrijden over de streep. Dan komt het vertrouwen vanzelf natuurlijk weer terug.” Vertrouwen dat er voorafgaand aan de competitie, ook zeker was. “We wilden eerst hoog mikken, maar je moet ook realistisch zijn. Uiteindelijk gingen we voor handhaven en dan verder kijken.” En dus: “Zijn we nog steeds bezig met onze missie.” Aan de sfeer, ligt het volgens de student Sportmarketing in Tilburg dan ook zeker niet. “Echt een leuke groep, het seizoen is wat dat betreft voorbijgevlogen. Ik heb nu eigenlijk alweer zin in het nieuwe, haha!” Maar zo ver is het, met een felle strijd in de nacompetitie, natuurlijk nog lang niet. Tijd om de nodige ervaring op te doen, wel. “We hebben best wel een jonge ploeg, dan mis je op lastige momenten wel eens iemand die dan opstaat. En daar horen soms ook individuele foutjes bij.” Dingen om van te leren dus. “Als je geen kampioen wordt, zat er altijd meer in. Veel van de gelijke spelen, hadden we ook kunnen winnen…” Een uitspraak die symbool staat, voor hem als speler. “Ik heb vanaf mijn vijfde altijd in de jeugd gespeeld bij Be Ready, tot mijn vijftiende. Toen ben ik voor vijf seizoenen naar Kozakken Boys gegaan.” De reden? Die was simpel. “Om ergens anders, proberen beter te worden. Daar heb ik veel geleerd, zeker qua voetballend vermogen. Maar ook conditioneel ga je vooruit, het spelletje gaat sneller en tegenstanders zijn natuurlijk beter.” 

Op te merken
Nu, inmiddels alweer drie jaar terug bij de club waar het allemaal begon, plukt Le Rutte daar nog altijd de vruchten van. “Je merkt het aan bepaalde slimmigheidjes; even de bal laten lopen of een duel juist later in gaan. Daardoor ben je ze vaak net een stapje voor.” Spijt van zijn terugkeer, heeft hij dan ook geen moment. “Het is echt een dorpsclub. Ik woon ook zelf in Hank, dus iedereen herkent je. Mensen spreken je aan en dan sta je lekker te kletsen, dat vind ik hartstikke mooi.” Ook als je veel verliest? “Haha, dat hoort er ook bij. Dan heeft iedereen een mening. Alleen als je alles met 10-0 wint, anders hebben ze wel wat op te merken.” Dat deden ze bij Be Ready dit seizoen dus niet, toch is de sfeer nog steeds goed. “We hebben het bij elkaar weten te houden en het gevoel is nog altijd positief.” Mede door het vertoonde spel. “Voetballend gaat het beter, we spelen minder snel de lange bal. Doorschuiven in het centrum, dat is toch wel onze kracht.” Het liefste met hem centraal achterin. “Ik ben een rustige speler, wel fel in de duels en iemand die graag de bal wil hebben. Je komt er niet zomaar langs.” Kwaliteiten genoeg, zou je zeggen. “Als die kans nog een keer komt, om het hoger te proberen, wie weet zou ik dat dan wel willen. Toch zou ik vooral eigenlijk graag een keer kampioen worden of promoveren met Be Ready. Dat zou een mooie afsluiter zijn.” Maar nu dus eerst ‘even’ degradatie zien te voorkomen. “Het voelt iedere keer als een soort finale, we gaan ervoor met z’n allen!”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Leon Oomen hamert vooral op plezier bij JO13-2 van De Markiezaten

Zelf speelt Leon Oomen momenteel nog bij een lager team van FC Bergen, maar komend seizoen draagt hij hetzelfde tenue als dat van zijn zoon die actief is bij de JO13-2 van SJO De Markiezaten. Bij die spelersgroep is hij overigens als trainer/leider/assistent-scheidsrechter al een zestal jaar betrokken. ‘We hebben denk ik echt de leukste groep jongens om te begeleiden en dat doen we met heel veel passie en plezier.’

Oomen raakte betrokken als jeugdleider bij het team van zijn zoon toen hij zes jaar geleden begon met voetballen bij FC Bergen. Toen de jeugdafdeling samenvloeide met Nieuw Borgvliet werd hij bij SJO De Markiezaten daar trainer/leider en doet dat nu nog altijd met het grootste plezier. Op de website van de club staan wekelijks ook leuke sfeerverslagen van de gespeelde wedstrijden. “Daar ben ik een jaar of vier geleden mee begonnen, vooral om de ouders inzicht te geven in hoe het er bij de JO13-2 aan toegaat en ze de verrichtingen van hun kind kunnen volgen. We krijgen daarop leuke reacties en blijkbaar valt het ook anderen op. Ik zou het leuk vinden dat meerdere leiders en trainers dit zouden doen, dat maakt het voetbal bij De Markiezaten nog meer levend en te volgen voor iedereen. Bovendien vinden de spelers zelf het ook leuk om terug te lezen.”

Samen met Dave Cloots en Ivo van Eekelen staat Oomen twee avonden per week op het trainingsveld om de dertien jongens van hun team technische en tactisch te ontwikkelen en gaan ze op zaterdagen vol enthousiasme het veld op, met wisselend succes. “Presteren is leuk, maar wij hameren vooral op plezier. Dat is en blijft voor ons de basis van alles! We hebben zeker niet de beste spelers onder onze hoede, maar we beleven héél veel lol onderling en is misschien nog wel belangrijker dan elke week drie punten pakken. Al is geregeld een wedstrijdje winnen natuurlijk wel leuk.”

Met z’n drieën hebben ze de taken prima verdeeld en dat is ook aan het spel van hun eigen zoons die in het elftal spelen terug te zien. “We spelen nu voor het eerste jaar op een groot veld en daardoor hebben we een nieuwe rolverdeling met elkaar afgesproken. Ivo doet de trainingen en bepaald de opstelling terwijl Dave en ik daarbij assisteren. Ik regel de wedstrijdzaken, het vervoer en ben grensrechter. Ik bemerk nu vooral dat het ten goede is gekomen van het spel van mijn zoon, die beter is gaan voetballen sinds deze verdeling. We behandelen al spelers binnen onze groep ook gelijk en iedereen mag bij ons voetballen. Die gasten zijn echt ook vrienden en willen zo lang mogelijk samen in één elftal blijven.”

Als jeugdleider begon hij destijds in de JO7 en groeide met zijn spelers mee naar de JO13-2 waar hij nu vol tevredenheid wekelijks de progressie ziet die de jongens in al die jaren hebben doorgemaakt. “We zijn met een klein groepje begonnen omdat we toen nog op half veld speelden, maar gaandeweg zochten de spelers zelf nieuwe ploeggenootjes erbij. Op de trainingen zijn ze altijd gedreven en leergierig. Steeds werden ze wat beter en nu zien we ook regelmatig tijdens wedstrijden combinaties terug die we hebben getraind. In dat fasen-systeem speel je soms wel eens boven je niveau en dan moet je soms de winst halen uit complimenten die je krijgt.”

”We speelden onlangs tegen de koploper en verloren. Na afloop kwam hun trainer de kleedkamer in en complimenteerde de jongens over het plezier dat onze jongens uitstraalden en dat het opviel wat een leuk, sportief team we hebben. Dat is misschien nog wel het allermooiste compliment om te krijgen. En die trainer had gelijk, want dan vinden wij over onze spelers ook haha.”

Klik op v.v. De Markiezaten voor de laatste artikelen over de club.
Klik pp v.v. De Markiezaten voor meer informatie over de club.

Prein maakt decennium als hoofdtrainer vol bij WNC

Cor Prein staat ondanks de degradatie van WNC ook na het zomerreces weer voor de groep in Waardenburg. Prein gaat zodoende het decennium als hoofdtrainer op De Korte Woerden, waar hij ook al een jaar assistent was, volmaken.

WAARDENBURG – Van droomstart naar overwerk in het debuutseizoen in de vierde divisie zou de titel van het jaarboek van WNC over de jaargang 2022-2023 kunnen zijn. Want ondanks een geweldige eerste periode op het derde amateurniveau van Nederland geraakte de hoofdmacht van de Waardenburg Neerijnen Combinatie toch steeds meer in de greep van het degradatiespook. Een rechtstreekse terugkeer naar de eerste klasse kon nog vermijden worden, maar de nacompetitie niet met Wippolder als eerste tegenstrever.

En daar zag het toch halverwege dit seizoen totaal niet naar uit. Integendeel, met 23 punten op het conto na vijftien wedstrijden bivakkeerde WNC tijdens de winterstop stevig in de middenmoot waarbij met name de thuisbalans er blozend uitzag voor de geel-zwarte debutant: vijf van de zeven wedstrijden op De Korte Woerden werden in winst omgezet.

Blessuregevallen
Na de korte onderbreking in de winter sprokkelde de nieuwkomer echter nog maar acht luttele punten bij elkaar. Een sleutelwedstrijd was onbetwist de thuiswedstrijd tegen het eveneens in de zorgen verkerende Achilles Veen. Een 2-0 voorsprong voor de thuisploeg bleek niet voldoende om de zespuntenwedstrijd naar zich toe te trekken. De 2-3 uitkomst zorgde voor opluchting bij Veen en grote zorgen voor WNC, dat op de slotdag naar de Zeeuwse kampioen Kloetinge moest afreizen. Een kansloze missie, want de 7-1 nederlaag bezegelde het lot van Prein en de zijnen.

Waar het WNC aanvankelijk voor de wind ging, daar ondervond het in het tweede competitiedeel nadrukkelijk tegenwind. Tegenstanders, die zich aanvankelijk nog vergist hadden in de kracht van de nieuweling of de klus schromelijk onderschat hadden, waren beter op WNC ingesteld. En dan kreeg Prein ook nog eens te maken met blessuregevallen in de selectie. Zo stond back Melvin van Gestel enige tijd buitenspel.

Prein blijft hoe dan ook aan het roer en zorgt daarmee voor continuïteit bij WNC. Ook zijn vaste assistent-trainer Bennie van Meerte Janse, keeperstrainer Theo van Dungen en verzorger Mars van Mourik hebben hun contract met WNC met een jaar verlengd. Mooi contrast: de voetballer Cor Prein was getuige zijn cv aanmerkelijk minder clubgetrouw: hij voetbalde onder meer bij PSV, NEC, Achilles’29, De Treffers, Lienden, De Bataven en Leones. 

Prein weet zich voor het aankomend seizoen al verzekerd van de komst van nieuwe spelers. De voorhoede wordt versterkt met Steven de Vrede, Zain Mohgal en Ritchie Zinga. Corsin Vögtlander komt van Vriendenschaar en verdediger Maxim Kivaka Ndona keert terug bij WNC.

Klik op de link voor meer artikelen over WNC
Klik op de link voor meer informatie over WNC

Ton Leeggangers is een trotse Vutter

Jeugdleider, jeugdtrainer, organisator van het jeugdkamp, actief in het jeugdbestuur en op dit moment onderdeel van de ‘Vutters’. Je zou kunnen zeggen dat Ton Leeggangers, best wel een band heeft met Be Ready. Of zoals hij het zelf zegt: “Ik kom er al enkele jaren, dus die club is alles voor mij!”

En enkele jaren, is in zijn geval een understatement. “Bijna 50 jaar lid!” Enkel met een korte onderbreking, vertelt hij. “Van mijn negende tot mijn achttiende heb ik hier zelf gevoetbald, toen ben ik in Duitsland gaan werken, in ’77 kwam ik weer terug. Daarna ben ik blijven voetballen, tot mijn 35ste.” Bij het vierde, nooit in het eerste. “Door die periode van afwezigheid, heb ik toch een beetje de slag gemist in de jeugd.” Toch droeg de nu 71-jarige Leeggangers wel altijd het iconische rugnummer tien. “Een middenvelder met een goede techniek en iemand die veel kon lopen. Maar ik had ook mijn beperkingen hoor!”

Borstelen
Toen dat boek gesloten was, werd het tijd voor een nieuw hoofdstuk. Dat van ‘super vrijwilliger’. “Twaalf jaar jeugdtrainer en leider, een jaar of twaalf in het jeugdbestuur en 25 seizoenen lang betrokken bij het jeugdkamp.” Een aardig rijtje dus. “Ik zit er gewoon graag tussen. En vrijwilliger zijn, is echt hartstikke leuk.” Ook nu nog. “Op dit moment zit ik bij de ‘Vutters’, voor het onderhoud van de velden. Met een groep van dertien mannen.” Elke maandag, van acht tot twaalf. “Maaien, kanten snijden, blazen of bos kappen. Alles bijhouden op en rond de velden. Maar ook de vuilnisbakken legen. Gewoon zorgen dat alles er weer pico bello uitziet.” En daar komt best een hoop bij kijken, vertelt Leeggangers. “Je moet bijvoorbeeld ook de trekker goed doorsmeren, zodat we hem daarna weer kunnen gebruiken.” Vooral om het kunstgras te ‘borstelen’. “Dat doe ik iedere week, meestal op donderdag of vrijdag. Daar ben ik anderhalf uur mee bezig, maar dat vind ik misschien wel het leukste van alles.” Al maakt het eigenlijk niet uit, wat ze moeten doen. “Het is gewoon heel gezellig met die jongens samen. Veel oud-spelers van het eerste, lekker over voetbal kletsen.” In het ‘Vuttershok’. “Met een bakje koffie en soms een appelflap.” Wonend op een ruime kilometer van het sportpark, weten ze Leeggangers nog altijd maar al te goed te vinden. “De meeste mensen weten niet wat we hier allemaal doen, gelukkig wordt het wel gewaardeerd.” Sterker nog. “In 2016 werd ik benoemd tot lid van verdienste, dat was een hele happening. En twee jaar later, kreeg ik een Koninklijke onderscheiding. Geregeld door de club.”

Mollenvanger
Toch is die erkenning voor Leeggangers, natuurlijk niet het belangrijkste. “Je bent er op deze manier toch bij betrokken. Lekker altijd bezig, dat is voor mij het voornaamste. En links en rechts, maak je toch heel wat meters. Dus het is nog gezond ook.” Zeker ook, omdat het vaak buiten is. “Maar als het regent, gaan we niet buiten staan. Dan zoeken we binnen wel een klusje uit!” Voorlopig is er dan ook nog genoeg op het sportpark te doen. “De oudste van onze groep is nu 83, de meeste mannen zitten tussen de 70 en 80. Zolang ik het kan, wil ik het blijven doen.” Gelukkig, krijgen ze hier en daar ook wat hulp. “Ze hebben het wel een beetje makkelijker gemaakt voor ons. Veel bomen zijn gekapt, dus er is wel wat werk weggenomen.” En, misschien nog wel belangrijker. “We hebben van het bestuur een beregeningsmachine gekregen. Dat is alleen maar even die slang uitrollen en dat ding doet zijn werk. Wel nodig ook, nu met dat warme weer.” Kortom, de ‘Vuttersploeg’ is van alle markten thuis. “We hebben ook nog twee lijnenzetters en zelfs een mollenvanger. We hebben bij Be Ready echt veel last van mollen, maar ook konijnen.” Allemaal in samenwerking met een fijn bestuur. “Die mensen heb ik altijd gerespecteerd, daar kunnen we goed mee opschieten.” Dus ziet Leeggangers de toekomst, en eigenlijk alles, zonnig tegemoet. “Je moet altijd positief blijven denken!”

Klik op Be Ready voor de laatste artikelen over de club.
Klik op Be Ready voor meer informatie over de club.

Ukken en Euro League levensbron Ter Leede

Bij Ter Leede begint het bij de ukken en de Euro League. Het is de kweekvijver voor de Sassenheimse club. “We vinden het belangrijk om jonge kinderen te laten bewegen en kennis te laten maken met sport.”

“Goed zo!” klinkt het op het veld van Ter Leede, waar enkele tientallen ukken hun ‘training’ aan het afwerken zijn. De lol is zichtbaar groot. “Het is vrije inloop op zaterdag”, zegt Bianca van Harskamp, vandaag één van de trainers en lid van het jeugdbestuur van Ter Leede. “We hebben nu een groep van zo’n veertig kinderen. De ene keer zijn er 25, de andere keer 35.”

De ukkentraining is een  begrip bij Ter Leede. Jaap Schaap, al net zo’n begrip, nam de training jarenlang voor zijn rekening. Dat deed hij niet met ingewikkelde foefjes, maar met prikkelende spelletjes om het ‘voetbalbrein’ te trainen. Schaap is inmiddels met pensioen, maar zijn geest leeft verder op de ukkentraining. “Het gaat om spelen en plezier hebben”, zegt Van Harskamp. “Kinderen kunnen al vanaf drie jaar meedoen. Het gaat om bewegen. We beschouwen het als onze maatschappelijke taak om kinderen van deze leeftijd te laten bewegen en te laten sporten. Natuurlijk hopen we dat ze lid blijven en dat ze bij Ter Leede gaan spelen, maar dat is meer van later.”

De meeste Ukken zijn vier en vijf oud, als ze zes jaar zijn kunnen ze doorstromen naar de Euro League. “Dat is eigenlijk het voorportaal voor het reguliere competitie”, zegt Van Harskamp. “De kinderen van de Euro League trainen op woensdag en spelen op zaterdagmorgen hun wedstrijden tegen andere clubs in de duin- en bollenstreek. Ze spelen dan tegen Foreholte en SJC. De KNVB biedt voor die leeftijd nog geen competitie aan. Op deze manier kunnen de kinderen kennismaken met het spelen van wedstrijdjes tegen andere clubs, maar kunnen ook de ouders ook wennen aan hoe het is  als hun kind aan reguliere competitie gaat meedoen.”

De ukken- en de Euro League zijn wel een belangrijke levensbron voor Ter Leede. “De meeste kinderen in de onderbouw stromen op die manier in”, weet Van Harskamp. “Vaak willen ouders dat kinderen eerst hun zwemdiploma halen alvorens ze  bij ons lid worden.”

Ter Leede merkt echter wel dat de stroom voetballertjes in het algemeen geleidelijk aan het afnemen is. “Voetbal is wat minder populair geworden, we hebben er een concurrent bij: het beeldscherm. In Sassenheim hebben we daarnaast een grote korfbalvereniging, een zwemclub en een rugbyclub die aan de weg timmert. Het is ook niet  zo dat er massaal gebouwd wordt in Sassenheim.”

Van Harskamp zou het niet raar vinden als Ter Leede en de goede buren van Teylingen in de toekomst zouden fuseren. “Vroeger was dat vloeken in de kerk, maar we moeten ook realistisch zijn. Het verenigingsleven verandert. Het wordt steeds moeilijk om voldoende vrijwilligers te vinden. Een fusie zou de nieuwe vereniging een boost geven. Ik ben opgegroeid bij Ter Leede en hou van de club, maar op sentiment bouw je geen toekomst. Als we de krachten bundelen kan er iets moois ontstaan. Uiteraard met daarin een plaats voor de ukken en Euro League.”

Klik op VV Ter Leede voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Ter Leede voor meer informatie over de club.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang nu ook maandelijkse het laatste nieuws uit het amateurvoetbal in jouw regio.