Lewedorpse Boys is bezig aan een moeilijk seizoen in de derde klasse van het zaterdagvoetbal. Door een aantal langdurige blessures bij bepalende spelers strijdt de ploeg tegen degradatie. Volgens sterkhouder Oscar de Kooning is handhaving het ultieme doel. “Voor aanvang van dit seizoen had ik ons in de top van het rechterrijtje gezet, maar door veel tegenslagen binnen het team is overleven het hoogst haalbare.”
Dat Lewedorpse Boys een lastig seizoen kent, heeft ook te maken met het blessureleed van De Kooning. “In de derde wedstrijd van het seizoen, het duel tegen Yerseke, heb ik mijn meniscus gescheurd. Ik ben eind november geopereerd en ben nu weer op de weg terug. ”
De inmiddels 29-jarige De Kooning is een belangrijke schakel. “Ik ben zelf één van de oudere spelers en voel mij geroepen om de leider binnen het veld te zijn en de kar te trekken. Ik ben van veel jongens ook jeugdtrainer geweest, waardoor ze wel wat van mij aannemen en weten dat ik fanatiek kan zijn tijdens trainingen en wedstrijden.”
De controlerende middenvelder is niet de enige speler die in de lappenmand heeft gelegen. “Helaas zijn veel sterkhouders dit seizoen langdurig geblesseerd geweest. Desondanks denk ik dat wij genoeg kwaliteit hebben met spelers als Olde Raas, Sven Nieuwenhuijze, Matthijs van ‘t Westeinde, Jesper Poortvliet en Dave van de Klooster. We hebben een team waar nog erg veel rek in zit. We spelen standaard met vijf jongens van achttien jaar in de basis.”
Volgens de kleine middenvelder ontbeert het de ploeg soms aan volwassenheid. “We moeten als team volwassener worden. We kunnen best lekker ballen, maar soms vraagt een wedstrijd ook om de mouwen op te stropen en dan mag er weleens aan de rem getrokken worden. “
Ondanks de lage klassering gelooft de kleine middenvelder nog steeds in een goede afloop. “In deze klasse steken Yerseke en RCS erboven uit. De andere teams zijn aan elkaar gewaagd, waarbij iedereen van elkaar kan winnen. Zo kan een laagvlieger opeens van een stabiele subtopper winnen.“