Bijna anderhalf jaar duurde de klus. Toen duidelijk werd dat RVVH geen nieuw clubgebouw zou krijgen, stortten vrijwilligers zich op een forse opknapbeurt van de kleedkamers. “Het was buffelen en bikkelen.”
“Dit wordt straks echt mooi”, zegt Erik den Hartog als hij een korte rondleiding geeft op het nieuwe sportpark van RVVH. In het park is veel oog voor groen. Nu is dat groen nog jong, maar over vijf jaar ziet dat er prachtig uit, denkt Den Hartog.
In het bijgebouw van RVVH worden de laatste werkzaamheden uitgevoerd aan de kleedkamers. Over een paar werken is de klus geklaard. Dan heeft RVVH weer zestien kleedkamers die functioneel en vooral het oog weer waard zijn.
“Het zag er niet meer uit”, reageert Den Hartog, coördinator van de onderhoudsploeg. “Het was gedateerd. En verpauperd, dat durf ik ook wel te zeggen. Op de binnenkant van de kleedkamerdeuren was de opstelling geschreven, de verf was afgebladerd, de toiletten waren beschadigd en de ventilatie was slecht. Het was geen visitekaartje voor de club.”
RVVH had lang de hoop dat het kon verhuizen en daardoor besloot de club het dure en tijdrovende onderhoud links te laten liggen. “Niet goed natuurlijk, maar het heeft er jaren uitgezien dat we hier weg zouden moeten”, zegt Den Hartog. “Er was zelfs een tramtracé over het vijfde veld ingetekend. Dan weet je het wel.”
Maar de Ridderkerkse politiek besloot dat de 103-jarige club toch aan de Sportlaan mocht blijven. Het kreeg wel nieuwe buren – het Gemini College – en daardoor vond er een nieuwe indeling van het sportpark plaats. Het gewenste nieuwe clubgebouw van RVVH zat er niet in. De club hikte ook tegen het prijskaartje aan.
“In februari vorig jaar is er definitief duidelijkheid gekomen over onze toekomst en vanaf dat moment zijn we ook plannen gaan maken”, vervolgt Den Hartog. “Er moest wat gebeuren.”
Vrijwilligers namen de zestien kleedkamers onder handen, gaven de muren een nieuw likje verf, schuurden deuren, brachten nieuwe verlichting aan en maakten douches en toiletten weer netjes. “We hebben ook nieuwe ventilatie gekregen. Maar het allerbelangrijkste is dat alles weer schoon is. Daarnaast hebben we een nieuwe warmwater-installatie gekregen. Dat hebben we niet zelf gedaan, dat is zo’n gespecialiseerd werk dat we dat hebben moeten laten doen.”
“Nieuw is het niet”, stelt Den Hartog. “Dat kan ook niet, want dit gebouw met de kleedkamers staat er sinds 1978. Het bijgebouw is er in 1984 gekomen. We kunnen nu weer even tijdje door, maar over tien jaar zal er een nieuw plan gemaakt moeten worden.”
“Wie weet kunnen we dan op het sportpark een nieuw clubgebouw neerzetten, maar voorlopig is dat niet aan de orde. De kosten zijn veel te hoog, je praat al snel over een miljoen euro.”
De onderhoudsploeg hoeft zich de komende jaren echter niet te vervelen, want de eerste verdieping van het clubgebouw heeft ook een makeover nodig. “Daar moet ook iets aan gebeuren”,. Meent Den Hartog. “De kantine is net een koelkast. Daar mag best wat meer uitstraling in. Daarnaast is de keuken toe aan renovatie en ook de bestuurskamer is, hoe zeg je dat netjes, gedateerd.”
Den Hartog loopt op het sportpark langs het hoofdveld. “Hier willen we een buitenkantine maken”, wijst hij op een ‘hoekje’ naast de buitentribune. “De fundering ligt er al.”
Maar eerst moeten de containers, die gebruikt worden voor opslag van materiaal, nog worden geschilderd. “We hebben ze netjes bij elkaar gezet, want het was bij de ingang echt een rommeltje. Ze wachten op een nieuw kleurtje.”
De onderhoudsploeg van RVVH bestaat in totaal uit acht mannen. De meeste zijn gepensioneerd. Den Hartog, die bij de brandweer werkt, houdt de boel draaiende. “Sommige mannen zijn hier elke dag. Piet van den Herik bijvoorbeeld. Hij en zijn herdershond Saar zijn onafscheidelijk. Waar Piet gaat, gaat Saar.”
Voor meer informatie over RVVH, klik hier.
Meer artikelen lezen over RVVH, klik hier.