Met het stoppen van belangrijke spelers was het bij MVV’27 tijd voor een nieuwe generatie. In de relatief onervaren selectie van trainer Peter Broekman hebben Leon van Kersbergen (25) en Lars Kloet (26) zich opgeworpen als leiders. “Toen wij jong waren, droegen wij de ballen, maar de jeugd van nu doet dat écht niet meer. Dat mondige, dat vind ik wel goed”, aldus Van Kersbergen.
Twee keurige jongens uit Maasland. Na de training op donderdag zijn de haartjes netjes gekamd en Van Kersbergen loopt zelfs strak in pak. Van het huidige MVV’27 wordt wel eens gezegd dat het een elftal heeft met ‘ideale schoonzonen’.
Kloet schiet in de lach. “We hebben inderdaad het stempel opgeplakt gekregen dat we lieve jongens zijn in het veld, maar inmiddels zijn we echt niet meer zo lief. Thuis zijn we lief, binnen de lijnen zeker niet.”
“We pakken heus wel een kaartje hoor”, vult Van Kersbergen, met wie Kloet op dezelfde school zat (‘We hebben commerciële economie gestudeerd’), aan. “Ik sta op vier. Eén was onnodig, die was voor praten, maar de andere drie waren voor ‘nuttige’ overtredingen.”
De middenvelder wil er mee aangeven dat zijn ploeg langzaam maar zeker volwassen aan het worden is. “Het is nog altijd heel erg jong wat wij hebben. De meeste spelers zijn onder de 23 jaar.”
“En als je zo’n jonge ploeg hebt, weet je dat het spel en resultaten wisselvallig zijn”, vervolgt Kloet. Toch is er steeds meer iets aan het ontstaan wat lijkt op continuïteit. “Van de hoge pieken en diepe dalen zijn we wel af. Tenminste, dat die uitschieters er zijn is niet erg. Het door de ondergrens zakken, dat moet minder en gebeurt ook minder.”
Nogal wat steunpilaren, die ook de leiders waren op het veld, zetten een punt achter hun loopbaan en stopten of gingen lager spelen bij MVV’27. In het gat, dat daardoor ontstond, sprongen Kloet en Van Kersbergen. “Met nog wat oudere jongens hebben we onze verantwoordelijkheid genomen”, vertelt Van Kersbergen.
“Als het niet loopt, moet er iemand zijn die op staat en zegt: tot hier en niet verder.”
“Dat is niet altijd even makkelijk”, erkent Kloet. “Daarom is het ook zo fijn dat we met zijn vieren zijn. Alleen zou ik dat niet kunnen”, aldus de centrale verdediger die de aanvoerdersband draagt van de Maaslandse zaterdagderdeklasser. “Of die band waarde heeft? Ik ben trots dat ik hem mag dragen, maar ik geloof niet in een diepere betekenis. Iemand moet hem dragen. Ik trek niet altijd maar mijn mond open. Zeker als ik zelf niet lekker in de wedstrijd zit, voel ik niet de drang om van alles naar andere spelers te roepen. Eerst zelf goed spelen, dan anderen terechtwijzen.”
Dat past volgens Van Kersbergen in een tijdsbeeld dat je autoriteit niet hebt maar moet verdienen. “In elke wedstrijd weer. De jonge jongens van nu – hoor mij eens praten met mijn 25 jaar – kijken weer anders aan tegen oudere spelers dan vroeger. Ze zijn mondiger.”
Kloet: “Dat mondige is niet per definitie een negatief iets. Vroeger zaten de oudere en jongere spelers apart in de kantine na de wedstrijd of training. Nu zit iedereen bij elkaar. De teamgeest is daardoor weer groter.”