Van NAC naar Molenschot: ‘Af en toe even schakelen’

0
519

Jeugdtrainer bij NAC Breda en sinds dit seizoen trainer van vijfdeklasser Molenschot. Twee werelden die op het oog ver uit elkaar liggen, maar voor Martijn Malinka juist de perfecte combinatie zijn. En dus krijgt hij er, ondanks zijn ietwat drukke schema, vooral veel energie van. “Af en toe is het even schakelen.”

Van de vijfde klasse bij Molenschot, naar de JO11-1 van de Bredase profclub. “Dit is nu mijn derde seizoen bij NAC, in het begin had ik daar wel moeite mee. Het is natuurlijk heel andere koek.” Desondanks, versterkt de combinatie elkaar vooral, denkt de 43-jarige Malinka. “Vanuit NAC en de trainers die daar werken, neem ik bepaalde oefenvormen of tactische dingen mee, terwijl ik het menselijke aspect van het amateurvoetbal, andersom juist weer bij NAC kan gebruiken.”

Dorpsclub

Tegenwoordig dus als trainer van Molenschot. “Het bevalt tot nu toe prima! We hebben een leuke groep, met leuke gasten, die echt graag dingen willen leren. En ook de trainingsopkomst is goed. Daar ben ik als trainer, natuurlijk wel blij mee.” Spijt van zijn stap naar de vijfdeklasser, heeft Malinka dan ook absoluut niet. Sterker nog. Het had er vorig seizoen al van kunnen komen. “Toen ik twee seizoenen geleden wegging bij SAB, heb ik een aantal gesprekken gevoerd met Molenschot en eigenlijk was het rond. Tot de vorige trainer toch besloot te blijven.” De inwoner van Breda werd vervolgens trainer bij TVC Breda, maar staat nu dus alsnog in Molenschot voor de groep. “Bij TVC had ik het ook uitstekend naar mijn zin, alleen ging de club van de zondag naar de zaterdag. En op zaterdag, zit ik lastig met NAC.” Gelukkig bleek het goede gevoel na de eerdere gesprekken, van beide kanten nog altijd wederzijds. “Ik wilde gewoon eens wat anders. Een dorpsclub, is toch heel anders dan een club in de stad.” En daarnaast. “Wist ik dat Molenschot een stabiele club is, waar veel mensen binding hebben met de vereniging.” Want zijn huiswerk, had Malinka vooraf goed gedaan. “Van twee oud-trainers had ik goede verhalen gehoord en ook het team heb ik een aantal keer zien spelen.” Genoeg informatie, om een doelstelling te formuleren. Zou je zeggen. “Daar ben ik nooit zo van. Zeker in deze competitie, is dat eigenlijk niet te zeggen.” Maar ondanks dat, heeft de oefenmeester duidelijk voor ogen waar hij heen wil met zijn ploeg. “Je start op een punt en wil van daaruit steeds beter worden. Als dat lukt, komen de resultaten vanzelf.”

Vastgeroest

Voorlopig, lukt dat beter worden vrij aardig, vertelt hij. “Je ziet dat ze steeds meer kleine dingetjes beginnen op te pikken. Bijvoorbeeld in het openstaan of ballen vragen.” Gemakkelijk, was dat in het begin echter zeker niet, herinnert Malinka. “Ik merkte heel erg dat ze een beetje vastgeroest waren, door steeds dezelfde dingen te doen. Daarom probeer ik ze te triggeren met bepaalde oefeningen om ze zo uit hun comfortzone te halen.” Oefeningen, heeft de voormalig speler van Advendo dan ook genoeg. “In totaal heb ik er misschien wel meer dan 500.” Daar ligt volgens hem, dan ook meteen de uitdaging. “Je wilt afwisselend trainen, maar er moet ook structuur in zitten. Soms is het helemaal niet erg, om een vorm te herhalen.” Met maar één doel: ontwikkelen. “Als ik vooruitgang zie in het team én het individu, ben ik dit seizoen tevreden. En het moet gezellig zijn. Niet te overdreven serieus.” Hoe moeilijk dat voor Malinka, die vijf tot zes keer per week op het voetbalveld staat, soms misschien ook is. “Ik vind voetbal helemaal geweldig. Met spelers bezig zijn en ze beter maken, die dynamiek houd ik van.” Vooral door tactisch sterk, duidelijk en rechtvaardig te zijn, denkt hij. “Een menselijke trainer, die niet staat te schreeuwen langs de lijn.” Iets wat er al op jonge leeftijd in zat bij hem, zo blijkt. “Vanaf mijn vijftiende geef ik eigenlijk al training. Dat vond ik altijd al leuk.” Nadat hij als voetballer, een stuk minder geluk had. “Toen ik vijftien was maakte ik mijn debuut bij Advendo in het eerste, drie jaar later kreeg ik last van een hernia. Uiteindelijk heb ik maar tot mijn 23ste gevoetbald.” Een aanvaller, zonder een al te goede techniek, lacht hij. “Maar ik was wel heel snel!” Gelukkig kan de trainer, die in het bezit is van zijn VC3, zijn ei nu kwijt langs de lijn. “Eerst wil ik met Molenschot presteren, om hopelijk daarna richting een tweede-of derdeklasser te gaan. En bij NAC, zou ik graag een team in de middenbouw willen trainen.” Aan ambities, dus geen gebrek. “In de toekomst wil ik mijn VC4 gaan halen en met jeugd blijven werken bij een BVO!”

Klik de link voor een recent artikel over vv Molenschot