Kont erin, draaien en schieten. Zie hier de lievelingsbezigheid van Giovialli Serbony. De Hagenaar is in zijn eerste seizoen meteen uitgeroeid tot belangrijke schakel van Westlandia. Op sportpark De Hoge Bomen probeert Serbony, voor de winterstop goed voor elf competitiegoals niet alleen doelpunten te maken, maar ook leraar te zijn.
Serbony, 31 jaar inmiddels, werd dit seizoen herenigd met Mourad Mghizrat, die assistent-trainer is van Westlandia. Beiden kennen elkaar van de periode bij Haaglandia in Rijswijk, waar Mghizrat in zijn nadagen van zijn carrière speelde en Serbony zijn doorbraak beleefde. “Hij heeft me toen enorm geholpen”, zegt ‘Gio’, zoals hij in Naaldwijk liefkozend wordt genoemd, over de rechterhand van hoofdtrainer Edwin Grünholz. “Ik kwam van Laakkwartier en was een laatbloeier. Zijn steun en adviezen waren enorm belangrijk voor mij. Zoals hij was voor mij zo wil ik er ook nu zijn voor de jonge spelers van Westlandia.”
Serbony beschikt intussen als voetballer over een tas vol ervaring. Ondanks dat hij laat begon met serieus selectievoetbal schopte hij het tot de top van het amateurvoetbal. “Ik heb niet de voetbalopleiding die spelers op het niveau van tweede en derde divisie doorgaans hebben genoten. Negentig procent heeft in de jeugd bij een bvo gezeten.”
De weg van Serbony liep van het Haagse Laakkwartier. “Samen met Raily Ignacio ben ik van Laakkwartier naar Haaglandia gegaan. We zijn allebei pas op onze achttiende serieus gaan trainen en spelen. Raily is nog bij ADO terechtgekomen, ik ging van Haaglandia naar VVSB.”
Serbony verhuisde naar Noordwijkerhout toen er nog geen Tweede en Derde Divisie was. “Ik heb er vierenhalf seizoen gespeeld. Eerst in de Topklasse, later in de Tweede Divisie. Ik was het aanspeelpunt in de spits. Ik moest de ballen vasthouden en wachten op aansluiting.”
Hij beleefde er een toptijd met als hoogtepunt de KNVB-bekercampagne waarin VVSB een historische prestatie neerzette door de halve finale te bereiken. Daarin was FC Utrecht in Stadion Galgenwaard te sterk. “Dat was een geweldige belevenis, zoiets vergeet je nooit meer”, zegt Serbony, die na vierenhalf seizoen verkaste naar een nog grotere grootmacht in de Bollenstreek: Rijnsburgse Boys. Bij de ‘Uien’ kreeg hij te maken met fysieke tegenslag. “Ik heb vorig seizoen bijna niet gespeeld, maar ik had nog een contract voor één seizoen. Ik wilde voor mijn kans gaan. Technisch directeur Ted Verdonkschot en nieuwe trainer Wilfred van Leeuwen lieten echter weten dat ze een nieuwe spits zouden gaan halen. Toen Westlandia belangstelling toonde, was dat geen vlucht, maar wel een mooie uitkomst, omdat ik het ook zat was om iedere week vier keer heen en terug driekwartier in de auto naar de training naar Rijnsburg te zitten. Ik heb een drukke baan en een gezin met twee kinderen. Westlandia gaf mij ook het gevoel veel vertrouwen in mij te hebben.”
Het goede gevoel dat er tussen hem en de Naaldwijkse trots een goed huwelijk gerealiseerd zou kunnen worden, bleek ook in de praktijk. “De start van het team was dramatisch, maar we hebben ons daarna goed herpakt. Er zijn veel wijzigingen geweest en het kostte tijd om als team ingespeeld te raken. Aan het begin van het seizoen heb ik bij TV West in een interview nog gezegd dat we in de top5 konden eindigen. Met de kennis van nu weet ik dat dat iets te hoog gegrepen is, maar een plaats onderin het linkerrijtje, en dan moet je denken aan de achtste of negende plek, moet haalbaar zijn.” Intussen verlengde Serbony zijn contract met één seizoen. “Ik heb wel even getwijfeld. Niet over Westlandia, maar meer over de combinatie drukke baan-gezin-voetbal. Dat Westlandia om de hoek ligt en ik het naar mijn zin heb, hebben mijn twijfels weggenomen.” Daarmee zorgde hij tevens voor een grote geruststelling bij de Westlandia-aanhang, dat verwachtingsvol op het tribunestoeltje wipt als de sterke aanvaller wordt aangespeeld. “In de zestien ben ik levensgevaarlijk.”