Koen Kops (40) over jaren in HHC’09 1: ‘Wat je in de kleedkamer hebt, vind je nergens anders’

0
78
HHC’09

OUDHEUSDEN – Meer dan drie decennia geleden begon hij als vijfjarige jongen op het veld van HHC’09. Nu, ruim dertig jaar later, twijfelt Koen Kops of hij na dit seizoen afscheid moet nemen van het eerste elftal. “Misschien is het tijd om een stapje terug te doen. Maar eerlijk? Ik zou het  – en vooral de kleedkamer – enorm missen.”

De club zit in zijn bloed. Zijn vader was trainer bij de jeugd, zelf begon Koen op jonge leeftijd bij de F’jes. “Ik mocht als jochie van vijf jaar en negen maanden al meevoetballen. Alles draaide bij ons thuis om HHC’09. Mijn vader speelde in het eerste, was trainer van de A-, B- en C-jeugd… Het was logisch dat ik zou gaan voetballen.”

Als jeugdspeler doorliep Kops vrijwel alle elftallen van de club. Op zijn zestiende maakte hij zijn debuut in het eerste. “Ik kwam in een team met oudere gasten die me goed opvingen. Er was echt een vangnet.” In het eerste elftal speelde hij op bijna alle posities – van linksback tot centrale middenvelder. “Als opkomende back meters maken, vond ik heerlijk. Al ben ik rechtsbenig, ik stond vaak links. Dat ging prima.”

Kops maakte promoties en degradaties mee, speelde cruciale nacompetitiewedstrijden en zat ook in de zware jaren. “We hadden een periode waarin we moeite hadden om een volwaardig eerste elftal bij elkaar te krijgen. Rond corona hadden we zelfs twee jaar geen standaardteam. Zonde voor de club, maar toen hadden we gewoon te weinig jongens die twee keer per week wilden trainen.”

De herstart kwam met trainer Gilbert de Fijter en een nieuwe lichting uit de jeugd. “Ik kende Gilbert al van vroeger, toen ik als klein manneke met m’n vader naar het eerste keek. Hij heeft een goed gevoel voor mensen en weet spelers bij de groep te betrekken. We begonnen wedstrijdje voor wedstrijdje, en dat werkte.”

Nu, op zijn veertigste, twijfelt Kops over zijn toekomst als speler van het eerste. “De intentie is om bij het tweede te gaan spelen. Ze moeten het uiteindelijk zonder mij kunnen. Maar het is lastig, hoor. Die jonge gasten hebben een plekje in m’n hart, en ik weet hoe moeilijk ik nee kan zeggen als de trainer belt.”

Fysiek heeft hij het lang volgehouden. “Ik heb geluk gehad met blessures, al voel ik m’n achillespezen nu wel eens. Op maandag lach mijn collega’s me soms uit als ik door de school waar ik werk loop.”

Buiten het veld is Kops actief als jeugdtrainer van JO10, het team van zijn oudste zoon. “Dat past bij mijn werk in het onderwijs. Het is mooi om kinderen te zien groeien, te zien hoe ze met plezier leren voetballen. Het is hard werken, maar ook genieten.” Daarnaast is hij jeugdvoorzitter en betrokken bij commissiewerk binnen de club. “We proberen de club levendig te houden en nieuwe vrijwilligers te betrekken. Het moet niet stilvallen.”

Op de vraag waar hij het meest trots op is, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat ik zó lang op dit niveau heb mogen voetballen bij mijn eigen club. En dat ik iets kan teruggeven – of dat nou op het veld is of daarbuiten.” Zijn boodschap aan jonge spelers? “Geniet van het spel en geef alles. Maar vooral: wat je in de kleedkamer hebt, dat vind je nergens anders. Dat is goud waard.”

Klik op HHC’09 voor het laatste artikel over de club.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in