Het rood en wit van Feyenoord om de schouders, voor Jordy Dobber voelt het zeer vertrouwd aan. De jongen van Zuid is inmiddels toe aan zijn zestiende seizoen in Rotterdamse dienst en kent ieder hoekje en gaatje van Varkenoord. “Dit voelt als een tweede thuis.”
Spelers kwamen en gingen, trainers kwamen en gingen. Maar één ding bleef hetzelfde bij Sportclub Feyenoord. Al sinds 2001 vertegenwoordigt Jordy Dobber, onlangs 24 jaar geworden, de clubkleuren van de ‘amateurs’.
“Ik heb één seizoen niet voor Feyenoord gespeeld”, vertelt de student aan de Rotterdamse hogeschool, waar hij voor jongerenbegeleider studeert. “Mijn eerste stappen op het voetbalveld heb ik bij DRL in Rotterdam-Zuid gezet. Na een proeftraining bij Feyenoord mocht ik beginnen in de F3 van de sportclub. Dat was natuurlijk voor een klein jongetje een droom die uitkomt.”
Toen SC Feyenoord de eerste stappen zetten op zaterdag – er werd afscheid genomen van de zondag als hoofdklasser – was Dobber erbij. Waar menig Feyenoorder moest slikken bij het niveau, de Rotterdammers moesten immers beginnen in de vierde klasse, was het voor Dobber een ideale opstap om te wennen aan het seniorenvoetbal. “Ik kwam net van de junioren en voor mijn ontwikkeling paste het wel goed. Veel mensen zagen er tegenop om te spelen in de vierde klasse, maar ik denk dat de club het goed heeft aangepakt. We voetbalden weliswaar in het begin in de vierde klasse, maar de organisatie en het elftal zelf was voor een veel hoger niveau ingericht. De uitdaging zat ‘m in de eerste twee seizoenen niet zozeer in de wedstrijden, maar meer in de trainingen.”
Als laatste man maakte hij in vijf jaar tijd drie promoties mee. “Je kan zeggen: het was vierde of derde klasse, maar het blijft toch leuk om kampioen te worden. Pas geleden zei iemand nog tegen me: de meeste voetballers mogen blij zijn dat ze één keer kampioen worden in hun leven. Nou, ik heb al drie streepjes achter mijn naam. En ik heb nog even te gaan.”
Met Feyenoord is hij inmiddels op een niveau gekomen waar duidelijk meer weerstand is. “Je wordt in de eerste klasse niet zo maar even kampioen. Dat heb je vorig seizoen gezien. We misten het kampioenschap net en later ook de promotie.”
Met een vernieuwde ploeg waagt Feyenoord dit seizoen een nieuwe poging om de hoofdklasse te bereiken. “Het is altijd afwachten wat veranderingen met een team doet. Nu kun je zeggen dat het goed heeft uitgepakt. In voetballend opzicht zijn we sterker geworden, maar er is ook goed gekeken naar de karakters van nieuwe spelers. Dat zie je wel goed terug in deze ploeg. Als het even niet loopt, is er bij iedereen het besef dat er een schepje bovenop moet. Van die karakterjongens hebben we er niet één, niet twee, maar wel vijf, of zes lopen. Dat is lekker hoor. Alles bij elkaar hebben we heel uitgebalanceerd team.”
Zelf staat hij, aan de zijde van de ervaren Kristian Adelmund, in het centrum van de verdediging zijn mannetje. “Kristian vertrekt na dit seizoen helaas. Hij gaat terug naar Indonesië. Hij is sterk in de coaching, op dat vlak moet ik me nog meer ontwikkelen.”