Op het grote bord in de vergaderruimte van het bijgebouw op sportpark De Kooltuin staan wel twintig voetbaltermen. Johan Peper, de nieuwe hoofd jeugdopleidingen van FC Rijnvogels, is niet beroerd om ze één voor één op te sommen. “Scherper spelen, dekken, knijpen, diepte zoeken.” Zo gaat hij nog een tijdje door.
“Dat begrijpen kinderen van zeven, acht, negen jaar toch niet”, reageert Peper. “Alles is samen te vatten in aanvallen groot en verdedigen klein.”
Als het aan Peper ligt spreken alle trainers van de Katwijkse club weer snel de begrijpelijke taal. Met kreten uit het vakjargon moet het maar snel afgelopen zijn. “Helemaal mee eens”, zegt trainster Wilma Plokker, die zich voor de training van de mini’s, even meldt in de trainerskamer. “We zijn als club op een gegeven doorgeslagen naar het verkeerde. Op de eerste plaats stond prestatie en dan pas kwamen zaken als zelfvertrouwen en plezier. Begin bij de jongste jeugd met plezier, geef ze een bal. Dat competitie-element wordt zwaar overschat.”
Peper hoort het instemmend aan. “Het is belangrijk dat er een omslag in denken komt bij deze club.” De vijftiger, die hoofdtrainer was bij SVOW, Zestienhoven, HPSV en Houtwijk en daarnaast bij veel clubs een goede jeugdopleiding neerzette, moet de jeugdtak van nieuw elan voorzien. “De boel opfrissen”, noemt hij het zelf. “Door wat voor reden dan ook functioneerde het de laatste jaren allemaal wat minder goed. Zo’n periode maakt iedere club wel eens mee. Er is durf en moed voor nodig om dingen te willen veranderen. Het bestuur heeft ingezien dat het tijd was voor verandering.”
Elftalletjes en spelertjes lopen er genoeg op De Kooltuin. “Het was iedereen voor zichzelf”, zegt Peper. “Er was weinig structuur en organisatie. Toen de teams na afloop van vorig seizoen de ballen moesten inleveren werden er honderdveertig ballen minder geteld. Dat gebeurt onder mijn leiding niet meer”, is hij stellig.
De neuzen dezelfde richting op krijgen is zijn eerste, belangrijke taak. Trainers moeten niet alleen dezelfde taal spreken, maar ook hetzelfde doen op het trainingsveld. “Er zijn er altijd bij die in eerste instantie de kont tegen de krib gooien”, vult Wilma Plokker aan. “Die kunnen moeilijk tegen verandering. Ik ben enthousiast. Er moeten zaken veranderen en goed ook.”
Het niveau, waarop de jeugdteams bij Rijnvogels spelen, is niet om over naar huis te schrijven. Peper: “De meeste hoogste teams spelen in de tweede klasse, de JO14-1 speelt in de eerste klasse. Het niveau is niet zaligmakend, wel de manier waarop we voetbal spelen.”
Volgens Peper is FC Rijnvogels nu vaak een opleidingsinstituut van de grotere clubs in de regio. “Een spelertje die opvalt kan zo naar Quick Boys of Katwijk. We maakten het die clubs soms ook wel heel makkelijk door oefenwedstrijden te organiseren. Doen we niet meer. Ik misgun niemand een overgang naar een andere club, maar we gaan onze spelers niet in de etalage zetten.”
Het maakt allemaal onderdeel uit van een groter plan om de voetbalopleiding bij de ‘Kooltuinstrijders’ te verbeteren. “Ik heb een technisch plan geschreven dat als leidraad moeten fungeren van hoe we het de komende jaren gaan doen”, gaat Peper verder. “In dat plan staat alles, van speelstijl tot trainingsopbouw. Nu moeten we de juiste poppetjes op de juiste plek krijgen. Dat wordt een gigantische uitdaging. Ik wil zo snel mogelijk aan de slag met een groep van tien, vijftien jonge trainers die we zelf opleiden. Het bestuur heeft daar zijn goedkeuring voor gegeven. Dat is weer een stap in de goede richting.”