Ze zijn een eeneiige tweeling, gek van voetbal, maar op hun zeventiende gestopt met voetballen. Door aanhoudende knieproblemen moesten Jacco en Tygo Verschuren bij Moerse Boys stoppen met wat ze het liefste deden, in het geven van training vonden ze samen hun nieuwe passie.
Als je de twee niet zo goed zou kennen, is het nog best lastig om ze uit elkaar te houden. Niet alleen zijn ze natuurlijk op dezelfde dag geboren, ook qua uiterlijk zijn ze bijna niet te onderscheiden. Maar helaas voor hen is dat nog niet alles wat ze samen gemeen hebben. Tygo begint te vertellen. “Ik kreeg, een jaar eerder dan Jacco, last van opgezwollen knieën. Vol met vocht, zo erg dat je ze nauwelijks kon bewegen.” Zijn tweelingbroer kreeg niet veel later met precies hetzelfde euvel te maken. “Allebei de benen, dat wisselde steeds af. Je kon na een inspanning amper een sprint trekken.”
Afgepakt
Het voetballen begon voor de 21-jarige broers nog zoals het eigenlijk bij iedereen gaat. Vanaf de F’jes, fanatiek betrokken bij ‘de Moer’, tot het bij de B’tjes mis begon te gaan. “In de A’tjes was het zo erg, dat we allebei hebben moeten besluiten om te stoppen. In het begin had je na een paar wedstrijden, vijf weken rust nodig om te herstellen. Op het eind was het na iedere inspanning raak.” De twee belandden in een medische molen, maar echt duidelijkheid kwam er niet snel. “Ze dachten eerst dat er te veel speling zat tussen de knieschijf. Dat bleek het niet te zijn”, vertelt Tygo. Onderzoek in Utrecht bracht het probleem vervolgens wel aan het licht. “We hadden nauwelijks nog kraakbeen over in onze knieën. Ze hebben alleen geen flauw idee hoe het komt, laat staan dat ze begrijpen waarom we het allebei hebben.” Dat moment weten ze allebei nog goed, Tygo haalt het terug. “Vooral het woordje ‘nooit’, is klote. Wat je het liefste doet, word je afgepakt.” Ineens kregen ze op zeventienjarige leeftijd te horen dat ze nooit meer als voetballer op het veld zouden staan. “Het is moeilijk te beseffen en het voelt ook ergens wel een beetje oneerlijk”, vertelt Jacco. Zoals het een echte tweeling betaamt, hadden ze er alles voor over gehad als de ander nog wel had kunnen voetballen. “Je wenst het niemand toe, al helemaal je broer niet. Dan had ik liever gehad dat Tygo gewoon kon blijven voetballen.” Zijn broer moet lachen. “Maar ik andersom natuurlijk precies hetzelfde.”
Denken hetzelfde
Gelukkig vonden ze in het trainerschap een ‘mooie pleister voor op de wond’. Inmiddels trainen ze voor het derde jaar een jeugdteam bij Moerse Boys, dit seizoen was dat de JO15. “Het geeft net zoveel energie als zelf voetballen, voor ons was het ook meteen duidelijk dat we iets met voetbal wilden blijven doen. Gelukkig bood de club ons dat ook meteen aan, zodat we toch betrokken konden blijven.” Spelers zien groeien is mooi, maar het samen training geven voelt minimaal net zo bijzonder. “We hebben ook echt het gevoel dat we hetzelfde denken. Thuis worden ze er soms gek van, maar ze weten het inmiddels. Dan weten ze dat ze even stil moeten zijn”, lacht Tygo. Volgend jaar nemen ze deel aan de UEFA C Youth cursus, maar wel allebei ergens anders. Een bewuste keuze. “Het is goed om andere mensen te leren kennen, dan kunnen we van twee kampen wat leren.” Zichzelf ontwikkelen staat nu bovenaan het prioriteitenlijstje, over elkaar zijn ze niets minder dan lovend. “Tygo is heel fanatiek en gedreven, maar vooral ontzettend goed voorbereid.” Zijn broer wacht geduldig op zijn beurt. “Hij is tactisch wat sterker en kan spelers echt goed wijzen op de spelprincipes.” De club zijn ze dankbaar voor de kans. “Je staat hier nooit alleen, ‘de Moer’ heeft echt een warm hart.” Ze wonen op vijf minuten fietsen van het sportpark, veel draait om het voetbalspelletje, maar het zelf voetballen missen ze inmiddels een stuk minder. “Je merkt dat onze motoriek een stuk minder is geworden. Als je voorbij wordt gelopen door ventjes van twaalf, weet je dat je er niet meer aan moet beginnen. Dit is echt onze nieuwe passie!”
Klik hier voor meer informatie over Moerse Boys
Lees hier meer artikelen over Moerse Boys