Zijn eerste kaartje verkocht hij al in 1970 en anno 2023 is Jaap Huisman nog altijd de kaartjesverkoper van Heerjansdam bij thuiswedstrijden van het eerste elftal. “Al komen er maar dertig betalende toeschouwers, dan vind ik dat voor de club nog steeds de moeite waard.”
Huisman (74) is vooral een groot Heerjansdam-supporter. Hij is er altijd bij als de hoofdmacht van de club een wedstrijd speelt. Of dat nu in de middag is tegen RVVH in Ridderkerk of in de vroege avond bij het Rotterdamse VOC. “Het is mijn vaste uitje op zaterdag en dat weten ze thuis.”
Over zijn eigen voetbalcarrière is Huisman kort. “Voor geen meter”, reageert hij. “Ik had toen ik jong was sowieso niet zo veel met voetbal. Mijn broers zaten bij Heerjansdam. Eén voetbalde er en mijn oudste broer was penningmeester en later ook secretaris. Hij verkocht aan de toegangspoort kaartjes voor de wedstrijd. Dat vond ik wel interessant. Ik ben hem gaan helpen en later heb ik het helemaal overgenomen.”
Het was nog in een tijd dat het publiek massaal de amateurvelden wist te vinden en ook in Heerjansdam waren er bij thuiswedstrijden vaak veel toeschouwers. “De successen in de jaren tachtig trokken veel mensen en dat betekende voor ons aan de poort hard doorwerken”, zegt Huisman. “We zaten dan met zijn tweeën in het hokje en er stonden ook nog twee mensen buiten. Soms was de stroom van mensen zo groot dat er lange rijen ontstonden. Dat was mooi om te zien. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. Gemiddeld komen er bij een thuiswedstrijd driehonderd mensen en daarvan is ongeveer de helft betalend. Leden hoeven niet te betalen. Alleen als er een derby is komt er wat meer volk.”
Huisman, die van beroep timmerman was, herinnert zich nog de wedstrijden dat De Molenwei uit zijn voegen barstte door de overweldigende belangstelling. “In de bekerwedstrijd tegen FC Groningen waren er zeker tussen de tweeënhalf en drieduizend mensen. Wat was dat druk. En ik kan me ook nog een beslissingswedstrijd herinneren tegen Kozakken Boys voor bijna vierduizend mensen. In die jaren had je nog heuvels langs drie kanten van het veld en daardoor konden we zoveel mensen kwijt.”
De publieke belangstelling liep de afgelopen twintig jaar flink terug, maar Huisman bleef en blijft op zijn post. “Heel veel clubs hebben de kaartverkoop afgeschaft”, zegt hij. “Het is een gedoe om mensen te vinden. Ik ben ook bang dat als ik stop dat het ophoudt hier. Ik heb zoiets ‘elke euro die we als club verdienen is meegenomen’. Vijfentwintig euro is vijfentwintig euro.”
Hij kan zich nog herinneren dat hij zijn eerste kaartje in 1970 verkocht voor één gulden. Ruim vijftig jaar later kost een kaartje vijf euro, senioren betalen twee euro. “Een schappelijk bedrag als ik dat zie bij andere clubs in de divisies”, vindt Huisman. “Ik ben altijd om een uur of één op de club en dan haal ik in de bestuurskamer de kassa op. Om half twee zorgen we dat we zijn tweeën klaar staan. Na een minuut of tien meldden zich dan al de eerste toeschouwers. Na twintig minuten na aanvang van de wedstrijd sluiten we de boel af. Ik breng de kassa terug en ga Heerjansdam kijken. Dat is ook altijd mijn voorwaarde geweest. Ik wil wel graag het grootste deel van de wedstrijd van het eerste elftal zien.”
Klik op VV Heerjansdam voor de laatste artikelen over de club.
Klik op VV Heerjansdam voor meer informatie over de club.