In gesprek met Wout Heemskerk van VVSB

0
206

Hij ontwikkelde zich in de korte competitie spectaculair: Wout Heemskerk (19) diende zich bij VVSB aan als kandidaat voor de eerste elf. Het talent zelf is vooral nuchter. “Ik ben er nog lang niet.”

HappyPoint_desinfectie
Bij VVSB zijn ze maar wat trots op de jongeling. Een Noordwijkerhouter in de selectie is een unicum, laat staan eentje die op het punt staat om door te breken. De snelle opmars van Heemskerk werd echter abrupt afgebroken vanwege de coronastop. Hij vult zijn zaterdag en zondagen nu met andere activiteiten. Zoals een partijtje tennis met zijn ouders. “Voor één keer wel leuk, maar niet elke week”, mist hij ook het ritme van elke week een wedstrijd. “Het trainen gaat. Het is niet ideaal, met groepjes van vier, maar je kunt in ieder geval wel wat doen. Je moet wel fit blijven.”

Toen de bal nog rolde op sportpark Boekhorst en de andere complexen van derde divisieclubs maakte Heemskerk indruk. Van de vijf wedstrijden die VVSB speelde, mocht hij vier keer in de basis beginnen, als beloning voor zijn goede spel. “Het gaat lekker, maar ik moet wel eerlijk zeggen dat ik sneller in beeld ben gekomen door de vele blessures die er in de voorbereiding waren. Ik heb daardoor mijn kans gekregen en ook gepakt.”

Was Heemskerk vorig seizoen nog wat te ‘bleu’ (‘ik moest erg wennen aan het fysieke voetbal bij de senioren’), dit seizoen staat hij zijn mannetje op het veld. Hij is op alle gebieden gegroeid. “Ik noem mezelf nog geen basisspeler hoor. Daar is het nog te vroeg voor en daarvoor moet ik, vind ik, voor een langere periode vormbehoud laten zien. Wat dat betreft is het wel jammer dat er nu een kink in de kabel komt door corona. Toen een aantal spelers weer terug waren na een blessure, mocht ik van de trainer ook blijven staan. Daaruit spreekt vertrouwen. Dat is een goed teken”, aldus de student Sportmanagement, die op tien, maar ook als linkermiddenvelder werd geposteerd door trainer Richard Plug.

Heemskerk keerde vorig seizoen na zeven jaar terug bij de club in Noordwijkerhout. Als D-pupil ruilde hij het paarse shirt in voor  het kenmerkende rood en witte tenue van Sparta. Bij de Kasteelclub in Rotterdam maakte hij zes jaar deel uit van de jeugdopleiding. “Ik heb in die periode ontzettend veel geleerd. Alleen het laatste jaar was niet fijn. Ik zat in de groei en had daar lichamelijk veel last van. Ik viel van de ene in de andere blessure. Ik ben vier keer geblesseerd geweest, waarvan twee keer aan mijn hamstring. Hoewel ik altijd basisspeler was geweest van de hoogste teams wilde Sparta van mij af. Ze vonden mijn blessuregevoeligheid een te groot risico. Het vervelende was dat ze dat heel laat mededeelden. Bij andere bvo’s waren daardoor alle plekken bezet.”

Er stond voor Heemskerk niets anders op dan te zoeken naar een amateurclub. “Ik kon kiezen tussen Quick Boys en Alphense Boys, die allebei in de tweede divisie speelden. Toen ik net voor Quick Boys had gekozen, promoveerde Alphense Boys naar de eerste divisie. Spijt om naar Quick Boys te gaan heb ik nooit gehad. Ik heb enorm veel geleerd, mede omdat ik een spelbepalende rol in het elftal kreeg.”

Perspectief om langer te blijven in Katwijk te blijven zag hij echter niet. “Ik had niet het gevoel dat de club geïnteresseerd was in jonge spelers. Ze halen liever een gearriveerde voetballer dan dat ze een jeugdspeler de kans geven om zich te ontwikkelen. Bij VVSB ligt dat anders. Dat ik vanuit huis naar de club kan lopen is meegenomen, maar heeft verder geen rol gespeeld in mijn keuze. Ik geloof in mijn kans hier, daar gaat het om.”

Klik hier voor meer informatie over VVSB
Klik hier voor meer artikelen over VVSB