Ze worden door VFC als het kostbaarste bezit beschouwd, twaalf mannen en twee ‘dames’ die het fraaie clubgebouw aan de Sportlaan netjes, schoon en up-to-date houden. “Wat moet je thuis doen?”
Op deze maandagmorgen zijn ze met zes aanwezig: Wim Groen (71), Henk van Rij (74), Nico van Beveren (70), Hennie Meder (66), Sjaak Bergeman (69) en de 73-jarige Cor de Ligt. De sfeer zit er meteen goed in. “Ik zie eruit als vijftig, maar ik ben 71”, gniffelt Wim Groen. “Ach, het moet maar hé, met die gasten. Die twee komen van de sociale werkplaats en die drie zitten in therapie.”
“We hebben altijd lol”, zegt Henk van Rij. “Een lolletje trappen hoort erbij. We werken ook hard hoor.”
Drie ochtenden in de week zijn ze met een ploegje op de club. “Maandag, woensdag en vrijdag”, zegt Groen. “Maandag is normaal gesproken altijd de drukste dag.”
“Dan is het schoonmaken, de schade opnemen van het weekend”, vult Cor de Ligt aan. Hij en Groen coördineren de werkzaamheden. “We verdelen ons maandag in drie groepjes. Je hebt een buitenploeg, een schoonmaakploeg en een technische ploeg.”
“In totaal hebben we een mannetje of twaalf”, zegt Groen. “Er zijn er nu een paar op vakantie. Oud-voorzitter Jan Stijger helpt ook altijd mee, maar hij moest met zijn vrouw mee naar de camping.”
Ze zijn allemaal gepensioneerd. “Als je de hele dag thuis zit, word ik gek”, geeft Groen aan. “Mijn vrouw trouwens ook. Die is blij dat ik even weg ben.” Na een paar seconden: “Mijn vrouw is trouwens om te stelen.”
Ieder lid van de werkploeg heeft zo zijn eigen beweegredenen om te helpen. “Ik was op zoek naar een vrijwilligersfunctie”, vertelt De Ligt. Van Beveren wilde tussen de mensen zijn. “Zoals je ziet: het is erg gezellig.”
Hennie Meder is de benjamin van het gezelschap. “Toen ik een tijdje geleden de AOW inging, wisten ze niet hoe snel ze mij moesten binnenhalen.”
Meder is een trouwe clubman. Hij is al jaren begeleider bij de G-tak van VFC. “Dat doe je niet voor een paar jaar, maar voor eeuwig.”
Henk van Rij is nog zo’n trouwe VFC’er die in het verleden diverse (bestuurs)functies bekleedde. “Op deze manier blijf ik betrokken.”
Groen benadrukt dat er ook twee dames zijn. “Die helpen mee met schoonmaken van de bar en kantine. Daar mogen er best meer bij.”
De mannen van de maandagploeg zitten ‘keurig’ op afstand van elkaar. “Met corona moet je niet dollen”, weet Groen. “We zitten allemaal wel in de risicogroep.”
Toen het voetbal in maart, april en mei stillag, gingen de werkzaamheden ‘gewoon’ door. Van Rij: “We hebben die periode aangegrepen om onderhoud te plegen. We zijn aan schilderen geslagen en hebben klusjes gedaan waar je normaal geen tijd voor hebt.”
Dat het werk dat ze doen voor een groot deel van de vereniging onzichtbaar blijft, is een gegeven, zegt Van Rij: “De betrokkenheid bij voetbalclubs was vroeger groter, maar we leven nu eenmaal in andere tijden.”
Groen laat in de entree van de kleedkamers bij het hoofdveld met trots een grote foto van het oude clubgebouw, dat elf jaar geleden werd ingeruild voor nieuwbouw, zien. “Dat was een zeer karakteristiek gebouw. De ronde vormen zitten ook in dit gebouw. Dat vind ik mooi. Het is een verwijzing naar het verleden.”
Klik hier voor meer informatie over VFC
Klik hier voor meer artikelen over VFC