Vers gemaaid gras en een veld zo strak als een biljartlaken. Het is de droom van iedere voetballer. En in dit geval gaat het niet over de ArenA of De Kuip, maar over de grasmat van derdeklasser GDC. Want met de kennis en kunde van grasmeester Cees de Ruiter in huis, ligt het hoofdveld er een heel seizoen keurig netjes bij. “Je moet vooral op tijd zijn!”
Dat laatste klinkt bijna als een uitspraak van Johan Cruijff, maar is in werkelijkheid het geheim van een goede grasmat. “Op tijd onderhoud plegen, water geven of de speelschade herstellen. Vooral dat laatste, is heel belangrijk.” Net als natuurlijk onkruid wieden, kunstmest strooien of doorzaaien. “Als je wilt, kun je er makkelijk dagelijks mee bezig zijn.”
Stadions
En De Ruiter (69) kan het weten. “Ik heb jaren in verschillende stadions gewerkt, bij onder meer Ajax, Vitesse en Willem II. Nu assisteer ik nog bij RKC Waalwijk.” Toch is én was, GDC altijd al zijn club. “Ondertussen ben ik alweer 55 jaar lid. Help nu nog af en toe in de kantine, maar heb zelf natuurlijk ook gevoetbald. Nooit vast in het eerste, vooral in het tweede of bij lagere elftallen. Ik was keeper, maar veel te klein.” Later werd de grasexpert ook nog leider van verschillende jeugdteams. “Het was een prachtige tijd. En nog steeds! Het is hier vooral heel gemoedelijk.” Dus toen De Ruiter een jaar of twaalf geleden zonder werk kwam te zitten, werd het zaadje geplant. “Dan kom je vanzelf vaker bij GDC en ga je ook hier het gras maar doen.” Al is dat natuurlijk heel anders. “Je kunt het niet doen, zoals bij een profclub. Daar hoef je niet naar geld te kijken.” Maar bij de amateurs vanzelfsprekend wel. “Soms doet het zeker wel pijn, als je ziet hoe velden erbij liggen.” Al is De Ruiter, met al zijn ervaring, dan ook wel kritisch, geeft hij toe. “Soms roepen mensen dat het gras er prachtig bij ligt, dan denk ik: nou, je moet er eens op gaan lopen.”
Complimenten
De lat ligt dus hoog, ook bij GDC. “Ik ben eigenlijk pas tevreden, als het een biljartlaken is. Arie (Brienen) doet bij ons het maaien, dan zitten al die banen er keurig netjes in. Dat geeft nog altijd voldoening.” Net als de vele complimenten. “Als de mensen roepen dat het mooi is, is dat natuurlijk wel leuk! Dan is het in ieder geval allemaal niet voor niks geweest.” De Ruiter heeft zelf min of meer, van zijn hobby zijn beroep gemaakt. “Uiteindelijk ben ik er via mijn werk een beetje ingerold, toen ze de ArenA gingen bouwen. Ik zat daarvoor altijd al in de sportvelden, maar niet zo intensief. Dat is daarna pas gekomen.” Toch komt daar, mede dankzij zijn pensioen, binnenkort wellicht een einde aan. “Jaren geleden deed ik het onderhoud, zoals het herstellen van de schade, meestal meteen de volgende morgen na een wedstrijd. Dat doe ik nu niet meer. Ik ga het de komende tijd toch een beetje afbouwen.”
Klik op GDC voor de laatste artikelen over de club.
Klik op GDC voor meer informatie over de club.