Henk Sterrenburg enige ‘Hoekanees’ die de Kuip haalde

0
478

Hij wordt later dit jaar 78 jaar, maar dat weerhoudt Henk Sterrenberg er niet van om goed voor het hoofdveld van zijn club HVC’10 te zorgen. “Het moet er top bij liggen.”

Tien jaar lang maakte Sterrenberg deel uit van de onderhoudsploeg van de trots van Zuid. “We waren verantwoordelijk voor alle velden. Het veld van De Kuip, maar ook op Varkenoord, het trainingscomplex. We waren toen met zijn drieën, inmiddels lopen er geloof ik zes man in vaste dienst rond.” Sterrenberg had er de officiële titel ‘grasmeester’. “Ach”, reageert Sterrenberg wars van sterallures en no-nonsens, “het is gewoon terreinknecht.”

Op zijn 62ste kreeg hij de kans om bij Feyenoord te werken. “Ik heb jarenlang voor de gemeente hier in Hoek van Holland de velden gedaan. Twaalf velden, voor de korfbal, de rugby en de voetbal. Dat waren toen dus nog vv Hoek van Holland en Hoekse Boys. Bij Hoekse Boys voetbalde ik zelf ook. Het verhaal in de club ging dat ik mijn elftal altijd het beste veld bezorgde. Onzin natuurlijk, maar zo werd er gedold.”

Dollen deed hij ook in zijn Feyenoord-tijd. In de tien jaar dat hij in en om De Kuip rondliep en rondreed in zijn maaimachine dolde hij wat af met spelers en trainers. “Ik heb ook wel mijn bekkie bij me, dat vonden die gasten wel leuk. Ze probeerden me regelmatig op te naaien. Vooral Ronald Mulder, die nu bij Heerenveen speelt, was een gangmaker. Met alle trainers heb ik prima kunnen samenwerken. Ronald Koeman, Bert van Marwijk en ook Gertjan Verbeek.”

Hij kijkt met een trots gevoel terug op zijn Feyenoord-tijd. “Ik ben de enige Hoekanees die de Kuip heeft gehaald”, grinnikt hij. Maar net zo lief ontfermt hij zich over de grasmat van HVC’10. Het hoofdveld heeft álle aandacht van hem nodig. “De rugby doe ik er sinds vorig seizoen bij toen de vaste man daar is gestopt.”

Dat de andere velden inmiddels van kunstgras zijn voorzien wil niet zeggen dat Sterrenberg op zijn lauweren kan rusten. “Ik ben hier elke ochtend een paar uur en kom ’s middags vaak terug. Straks ook weer, dan heeft het veld genoeg water gehad.”

Maaien mag Sterrenberg, die tevens een fervent duivenliefhebber is (‘ik vlieg alleen met doffertjes, vrouwtjes laat ik thuis’), niet. Dat werk is door de gemeente uitbesteed aan een gespecialiseerd onderhoudsbedrijf. “Ze komen één keer in de week. Ze maaien wel maar het gras blijft naar mijn zin te hoog. Drie centimeter, ik zou dat graag op 1.8cm willen. Ze zijn niet altijd even blij dat ik veel sproei, want hoe meer water hoe harder het gras groeit. Ik wil dat die jongens zaterdag op een mooi matje spelen.”

Klik hier voor meer artikelen over HVC’10.
Klik hier voor meer informatie over HVC’10.