Spelers kwamen en gingen, trainers arriveerden en vertrokken, maar één man bleef op zijn post bij LRC Leerdam. Verzorger Gerard van Gameren is bezig aan zijn 24ste seizoen bij de hoofdmacht. Zijn einde is wel nabij. “Ik heb altijd gezegd dat het nieuwe complex mijn eindstation is. Eerst de verhuizing en daarna stop ik. Tenminste, zo denk ik er nu over.”
Hij masseerde sinds 1996 honderden benen van spelers van LRC Leerdam. Voor Gameren (65) was het vak van verzorger cq. sportmasseur een roeping. “Ik heb zelf ook gevoetbald. Later ben ik gaan hardlopen en in die periode ben ik mij meer gaan verdiepen in blessures, omdat ik zelf ook een blessure kreeg. Die interesse is erin uitgemond dat ik in 1988 mijn diploma tot verzorger heb gehaald.” Hij was bij LRC zes jaar verzorger in de jeugd, maar stapte in 1994 over naar het eerste van Arkel. Daar was hij twee seizoenen werkzaam totdat LRC hem vroeg verzorger van het eerste elftal te worden. “Als je aan zoiets begint weet je natuurlijk niet hoe lang je bij een club blijft. De tijd vliegt.”
Hij vindt niet dat er veel is veranderd aan zijn vak. “Hooguit ligt de nadruk wat meer op preventie. Spelers zijn fitter. Vroeger trainden ze en voetbalden ze een wedstrijd. Dat was het. Nu zitten veel jongens in de sportschool om sterker te worden.”Dat wil niet zeggen dat Van Gameren tegenwoordig minder spelers op zijn tafel heeft liggen. “Het is hier soms net een kippenhok”, zegt hij. “Ik moet af en toe wel optreden en wat mensen wegsturen. Ze vinden het tegenwoordig allemaal fijn om even gemasseerd te worden. Knie-, enkel- en spierblessures zijn van alle tijden. Het grote verschil met vroeger is dat we bij LRC een heel team van specialisten hebben. We hebben drie fysiotherapeuten, waarvan er altijd één bij de wedstrijd aanwezig is. Dat is een luxe. Vroeger was ik er en dat was het. Wat dat betreft is de medische begeleiding er enorm op vooruit gegaan.”
Wat wel hetzelfde is gebleven is de ‘mind’ van de speler. “Sommige pijntjes komen pas tevoorschijn als de prestaties niet zo goed zijn. Dat durf ik rustig te beweren.”De stand op de ranglijst in de eerste klasse is derhalve een perfecte barometer voor de blessurelijst. LRC Leerdam staat op de derde plaats. Van Gameren: “Het gaat best wel goed en daardoor zijn er nog weinig blessures geweest. Een paar, die er altijd wel zijn. Een enkel, een verrekking in het bovenbeen en de hamstring. Gelukkig geen zware blessures waardoor spelers er lang uit liggen.”
Van Gameren kan zich sowieso niet herinneren dat hij met zware ongevallen te maken heeft gehad. Meer zijn hem de sportieve hoogtepunten bijgebleven. Hij is dan wel verzorger, maar ook altijd supporter geweest. “We hebben een jaar mogen proeven aan de hoofdklasse met LRC, toén het hoogste niveau. We speelden tegen clubs als IJsselmeervogels en Spakenburg. We kwamen op complexen waar je je ogen uitkeek. Dat vond ik wel bijzonder.”
Op het nieuwe complex krijgt hij een prachtige nieuwe ruimte. Lang zal hij er niet gebruik van maken. Zijn afscheid loopt parallel met dat van zijn naderende pensioen als douanier. “Ik moet nog veertien maanden en twee dagen”, zegt hij op de dag van het interview. “Ik tel de dagen niet af hoor. Toevallig weet ik dat. Vijfentwintig seizoenen LRC, je moet ook een keer afscheid nemen.” Hij wil graag zijn handen vrij voor andere hobby’s. “Ik hou van fotograferen van de natuur. Op de fiets erop uit en insecten fotograferen.”
Meer informatie over LRC Leerdam, klik hier.