“Ook dit hoort erbij”, zegt Chris Hogewoning, terwijl hij er het woordje ‘helaas’ aan toevoegt. Tijdens een pupillenwedstrijd op sportpark Middelmors wordt een supporter onwel. De hulp van de ambulancedienst is nodig.
Na het bellen van het noodnummer wordt in no-time de weg naar het voorterrein vrijgemaakt. Een paar minuten later al bereikt de ambulance het sportpark.
Hogewoning en zijn team lopen strak in pak. Clubcolbert en overhemd behoren tot de standaarduitrusting. Dat was een voorwaarde van Hogewoning toen hij voorstelde om de ontvangst van Rijnsburgse Boys op te waarderen. “Ik vind wel dat iedereen er netjes bij moet lopen. Je bent het visitekaartje van de club.” Hogewoning behoort tot de harde kern van vrijwilligers. Zwart en geel zijn zijn favoriete kleuren. Hij bekleedde bij de Uien tal van vrijwilligersfuncties. Hij was zelfs leider van het eerste elftal. “Ook toen mijn zoon erin speelde.”
Als hij buiten een rondje loopt langs de velden, moet hij gniffelen. “Eigenlijk kan dat niet, elftalleider zijn bij het team waar je zoon ook speelt. Natuurlijk behandel je hem anders. Het is en blijft je zoon.”
De opa van een stuk of wat kleinkinderen (‘het is een baan erbij’) leidt bij Rijnsburgse het team van gastheren. Met elf zijn ze. “Vroeger zat hier iemand van het secretariaat en dat was het. Dat vond ik een beetje schamel, zeker voor een club met de uitstraling van Rijnsburgse Boys.” Hij zag bij de buren van Katwijk en Quick Boys hoe het wel kon. “Daar ontvingen ze gasten heel netjes. Ik heb een plannetje gemaakt en met dat voorstel ben ik naar het bestuur gelopen. Dat gaf groen licht: voer maar uit.”
“Ik heb mensen benaderd van wie ik wist dat ze een echt Rijnsburgse Boys-hart hebben. Geen mail of sms, maar gewoon een persoonlijke gesprek. Mijn ervaring is dat mensen eerder ja dan nee zeggen.”
“We werken met toerbeurten. We hebben ’s ochtends twee man lopen en ’s middags ook. Ik ben er meestal de hele dag. Vanmorgen was er al om half acht. Aangezien het eerste vanmiddag thuis speelt en ik ook in de businessclub rond loop, verwacht ik niet voor half zeven thuis te zijn.”
“Ik maak altijd een schema. In de app kunnen mensen aangeven wanneer ze wel of niet kunnen.” De gastheren vormen samen het ontvangstcomité van tegenstanders en scheidsrechters. “We bieden een koppie koffie aan en maken een praatje. Het voelt toch anders dan dat je een sleutel van de kleedkamerdeur in de handen krijgt gedrukt en gevraagd wordt voor een borg.”
Als het nodig is, helpen de gastheren met de afhandeling van de wedstrijden. Hogewoning: “Tegenwoordig is alles digitaal. Een kind kan de was doen, maar we controleren altijd wel of de scheidsrechter de wedstrijd heeft weggestuurd.” Met elkaar hebben ze het altijd gezellig. “Een beetje dollen hoort daar natuurlijk ook bij. En mopperen doen we soms ook hoor.”
“We kijken ook regelmatig in de keuken van andere clubs. Onlangs waren we bij Spakenburg om te zien hoe zij dat doen.”
Wil je meer informatie over de club Rijnsburgse Boys? Klik hier.
Lees hier de krant van de Bollenstreek.