Frans Schaap: een leven in het teken van voetbal

0
30

Voetbal en Frans Schaap zijn al meer dan zestig jaar onlosmakelijk met elkaar verbonden. Eerst als talentvolle linksbuiten en spits, later als trainer bij talloze clubs. Inmiddels 68 jaar, dacht hij zijn trainerscarrière te hebben afgesloten. Maar toen SVV-trainer Ramon Bronkhorst hem vroeg als assistent, kon Schaap geen nee zeggen. “Ik vind Ramon een goede trainer en bovendien een sympathieke jongen. Als dat anders was geweest, had ik het niet gedaan.”

Van Hermes naar SVV

Schaap werd geboren in Schiedam en begon te voetballen bij Hermes DVS. Hij doorliep de jeugd en haalde het eerste elftal, destijds actief in de hoofdklasse. Via een kort uitstapje naar DHS keerde hij terug bij Hermes en speelde daarna nog een jaar bij De Musschen. In die periode werd hij geselecteerd voor het Rotterdams elftal, waarmee hij onder meer een wedstrijd speelde tegen SVV ter ere van de nieuwe lichtinstallatie. Het bleek een belangrijk moment: SVV pikte hem op.

Onder trainer Rob Jacobs maakte hij zijn entree, maar een ongelukkige botsing met doelman Frans Hoek in een duel met Volendam betekende het einde van zijn profcarrière. Een knie in de rug zorgde voor medische afkeuring. “Geen opzet, maar wel einde verhaal.” Schaap vervolgde zijn loopbaan in het amateurvoetbal, onder meer bij het ambitieuze VC Vlissingen, dat toen een vijfjarenplan richting betaald voetbal had. Later speelde hij bij DCV, waarmee hij kampioen werd, en bij VV Schulpweg. Op zijn 33e besloot hij de stap naar het trainerschap te zetten.

35 jaar langs de lijn

Schaap combineerde in zijn beginjaren het trainerschap nog met zelf spelen. Bij GTB en later bij HOV zette hij zijn eerste stappen. Daarna volgden DSF en een dubbelfunctie als trainer van zowel Hermes DVS (zondag) als GTB (zaterdag). Het zou de opmaat zijn voor een lange reeks clubs.

Bij Hermandad, de Rotterdamse politieclub, bleef hij liefst veertien jaar. “Qua niveau misschien niet het allerhoogste, maar qua sfeer onovertroffen. Soms moest een speler plotseling van het veld omdat er een melding was. Dat kostte punten, maar de gezelligheid en het familiegevoel maakten alles goed.” Tegelijkertijd trainde hij ook Neptunus.

Schaap werkte vervolgens bij onder meer Puttershoek, RKWIK, MSV’71, Moordrecht (waarmee hij promoveerde), Perkouw, Abbenbroek, CVC Reeuwijk, Rijnstreek en meerdere keren bij SVV. Bij Perkouw voelde hij zich thuis: “Een club waar resultaat belangrijk was, maar waar de sociale kant minstens zo telde. Gewoon doen, dan doe je gek genoeg.”

Zijn vrouw stond altijd achter hem, ook toen hij soms twee clubs tegelijk onder zijn hoede had. Inmiddels geniet hij van zijn drie kleinkinderen, die spelen bij Kethel Spaland en Excelsior Maassluis. Voor hen stopte hij aanvankelijk als trainer.

Hoogtepunten en herinneringen

De mooiste periode als speler noemt hij de jaren bij VC Vlissingen, al was de reisafstand groot. Ook kijkt hij met trots terug op het kampioenschap met het laatste Rotterdamse RVB-elftal in 1992, op het veld van Barendrecht. Van alle spelers die hij als trainer onder zich had, noemt hij spits Appie da Lima “de beste die ik ooit heb gehad”.

Thuis bewaart Schaap nog steeds shirts van SVV en Hermes DVS. “Dat tekent de liefhebber.”

Nieuwe rol bij SVV

Nu staat hij dus weer langs de lijn, maar dit keer als assistent. “Het is niet moeilijk om geen eindverantwoordelijke te zijn. We kunnen alles tegen elkaar zeggen, dat werkt prima. Mijn carrière is voor 99% achter de rug, maar de ambitie is er nog altijd.”

Met SVV haalde hij tijdens het Schiedams Kampioenschap verrassend de finale, al ging die met 4-0 verloren tegen Excelsior’20. Toch gelooft hij dat de ploeg snel opnieuw de finale haalt. Voor Schaap is het een genoegen om dat samen met Bronkhorst en de spelersgroep te beleven.

Hoe lang hij doorgaat? Lachend: “Nog geen idee.”

Klik hier voor meer informatie over SVV
Klik hier voor meer artikelen over SVV