Dat hij van alle markten thuis is, blijkt in één van de twee verzorgingsruimten die SC Monster rijk is. De muur hangt vol met foto’s van de eerste selectie van de club. “Die foto’s heb ik gemaakt”, zegt Frans de Jong (64). “Kijk, daar hangt de foto van vorig seizoen en daar van dit seizoen. En zelf sta ik er nog op.”
“Een heel gedoe om iedereen goed op de foto te krijgen en kijkend in de camera.” Dat gedoe kan je wel aan hem overlaten. “Fotografie is mijn tweede hobby. Het liefst trek ik de natuur in. Dan maak ik plaatjes van beestjes en bloemetjes. Straks als het voetbalseizoen op zijn gat ligt, ga ik dat weer meer doen.”
Nu gaat een groot deel van zijn tijd op aan Monster. Hij is sinds 2005 verzorger op sportpark Polanen. “Eerst van RKSVM, want daar speelden mijn zonen Sven en Niels. Zelf ben ik helemaal geen voetbalman. Toen de jongens nog niet geboren waren deed ik veel jeugdwerk bij de scouting in Poeldijk. Bij RKSVM ben ik stilaan steeds wat meer gaan doen. Ik ben een tijdje wedstrijdsecretaris van de F en E-pupillen geweest en was op zaterdag op de club als EHBO’er. Dat doe ik in feite nog steeds, want als er iemand iets mankeert komen ze naar mij toe in mijn hok. Ik ben er iedere zaterdag vanaf tien uur. Soms gaat het om een bloedneus, maar zeker voor die kinderen is het fijn dat er iemand is.”
RKSVM vroeg hem verzorger te worden. “Op mijn werk was ik ook altijd EHBO’er. Dat verzorgen leek me wel wat. Ik ben de cursus gaan doen. Ik heb één seizoen het tweede gedaan, toen vroegen ze me voor het eerste omdat de verzorger daar stopte. Toen de fusie kwam, stopte de vaste verzorger van VV Monster, Bianca Geertsma. Ik ben verzorger geworden van de fusieclub.”
Bij de totstandkoming van die fusie speelde hij ook nog een rol. “Ik heb in een geheime commissie gezeten die de boel moest verkennen”, openbaart hij. “Zelf vond ik het heel logisch dat de twee clubs zouden fuseren. Dat kwam misschien ook omdat ik er met andere ogen naar keek. Sentiment is mij vreemd. Ik zag twee clubs in hetzelfde gebouw.” En toen de beide Monsterse clubs elkaar hadden gevonden, liet De Jong zich ook niet onbetuigd toen een nieuw shirt gekozen moest worden. “Dat was best lastig. Een combinatie van de oude clubkleuren leidde tot een soort carnavalskostuum. Dat was niks. Ik heb toen aangegeven dat ik de kleuren van Aston Villa wel aardig vond. Daar zijn ze mee aan de slag gegaan met het huidig shirt met paars en blauw tot gevolg. Ik vind het mooi. Het is een geheel eigen stijl en geen gekunsteld shirt.”
Als verzorger is hij praktisch iedere dag te vinden in één van de twee verzorgingsruimten. “Op dinsdag en donderdag traint de selectie, op maandag en woensdag ben ik er vaak een uurtje. Alle leden kunnen dan langskomen, maar wel op afspraak. Het grote voordeel is dat Kristen Verdel hier haar fysiotherapie-praktijk heeft. Doorverwijzen is heel makkelijk.” Als verzorger is hij ook een vertrouwensman. Als spelers op zijn tafel liggen, hoort hij wel eens dingen die niet voor andermans oren zijn bestemd. “Mijn motto is: wat gezegd wordt in mijn hok, blijft in mijn hok.” Hij leeft mee met de prestaties, maar tot een bepaalde hoogte. “Ik lig niet wakker van een nederlaag ofzo. Ik probeer altijd wel afstand te houden. Ik ben er om die jongens goed te verzorgen en te wijzen op risico’s met blessures. Wat er op het veld gebeurt is van de spelers en de trainer. Neemt niet weg dat ik het altijd hartstikke leuk vind om onderdeel te zijn van het team, zoals ik me ook prima vermaak op trainingskamp.”
Meer informatie over Monster? Klik hier.
Klik hier voor de volledige krant van Westland.