OVEZANDE – Als vijftienjarige maakte Delano Loontjes (18) maakte hij zijn debuut bij DwO’15 in de 4e Klasse B. De ploeg pakte destijds een periodetitel maar bleef ook de seizoenen erna vierdeklasser. Daar wil ’t dit seizoen vooralsnog niet vlotten. Het pakte in de openingswedstrijd tegen Spui het enige punt en is hekkensluiter.
“Het wil dit seizoen nog niet lukken om te winnen. Alleen tegen Spui wisten we een punt te pakken en daarna was het klaar. We hebben al het gehele seizoen veel blessures en een kleine selectie. Dat wreekt zich dan wel natuurlijk, zeker als je tegen ploegen speelt die meer kwaliteit hebben.”
Loontjes schoof in 2018 vanuit de JO17 door richting de eerste selectie en wist er al snel een basisplaats te veroveren. De jeugdige aanvaller speelt veelal vanaf de zijkant, al wordt hij ook af en toe wel als diepste spits gebruikt. “Maar een rol aan de zijkant ligt me toch beter. Ik ben geen doelpuntenmaker. Helaas is dat juist hetgeen wat we als ploeg ook missen. We hebben geen afmaker in onze selectie jammer genoeg. Was dat wel zo geweest, dan denk ik absoluut dat we al een aantal punten meer hadden gehad.”
In de jeugd speelde de aanvaller altijd voor Volharding, waarmee hij in 2015 samensmolt met SVD tot het huidige DwO’15. En waar hij in het begin vol ging voor het voetbal, daar ligt op dit moment voor Loontjes de focus vooral in eerste plaats op zijn studie. “Ik studeer hotelmanagement in Antwerpen en daardoor lukt het me niet altijd om twee keer per week te trainen. Ik houd overigens mijn conditie wel op peil met hardlopen en in de sportschool. Daar probeer ik vooral ook fit te blijven, want ook ik ben, net als veel van mijn teamgenoten, dit seizoen er ook al even uit geweest vanwege een blessure. Gelukkig ben ik nu wel weer helemaal fit.”
En de jongens die te maken kregen met pijntjes en kwetsuren, dat bleken ook nog vaak de bepalende spelers te zijn. “En dat wreekt zich dan we tijdens wedstrijden. Ik probeer wel altijd zelf mijn eigen spel te spelen, maar het is soms wel frustrerend dat we een aanspeelpunt missen voorin om je bal kwijt te kunnen. Dan wordt het ook moeilijk om tot echte kansen én ook goals te komen. En als je die niet creëert of scoort dan is het lastig om te winnen natuurlijk.”
Hoewel het in de voorbereiding volgens de buitenspeler best behoorlijk draaide, daar stropt in de competitie de DwO-motor bijna volledig. “Je merkt dan wel dat de kopjes gaan hangen en je in een negatieve flow terechtkomt. Het is best moeilijk om dat om te buigen. Toch een apart fenomeen. Want de sfeer is gelukkig altijd wel goed, maar het zo toch nog allemaal een stukje gezelliger worden als je af en toe weer eens wat wedstrijden wint.”
Klik hier voor meer informatie over DwO’15
Klik hier voor meer artikelen over DwO’15