“Deze mannen zijn goud waard”, zegt René Bakker. De voorzitter van Kagia sluit elke vrijdagmiddag even aan voor de vaste afsluiting van de week van de onderhoudsploeg. “Ik noem ze de notabelen, de belangrijkste heren van de club.” Het competitievoetbal mag dan op dit moment even op z’n gat liggen, voor de Kagia-notabelen gaat het werk gewoon door. “Er wordt nog wel door de jeugd getraind”, zegt Bert Glas (71), de coördinator van de werkploeg. “En het groen heeft ook geen boodschap aan corona. Dat groeit en bloeit door. We hebben niet minder werk dan anders.”
Glas geeft zichzelf nauwelijks tijd voor een praatje. De beamer in de kantine moet vervangen worden. De oude is hij aan het ontmantelen. “We doen allerlei soort klusjes. Van soms heel eenvoudige tot ingewikkelde karweitjes.”
Glas behoort tot de groep van zeven man, die minimaal twee keer in de week, maar vaak ook dagelijks de handen uit de mouwen steekt op het compleet aan de Kikkerbeetstraat. Kees van de Burg, Piet van der Lans, Willem Sluimer, Dirk de Vos, Maarten van der Niet en Hans Roubos zijn de anderen. “Iedereen heeft zijn eigen specialisme”, vertelt Glas. “Hans Roubos trekt altijd de lijnen. Dat doet hij goed, want ze zijn kaarsrecht. Kees van de Burg heeft vroeger bij een hovenier gewerkt. Hij kwam op een dag binnen lopen en wilde graag het groenonderhoud gaan doen. Dat is echt zijn werkterrein.”
“Met elkaar zijn we er aan het begin en eind van de week. We ruimen op maandag de rommel van het weekeinde op en maken schoon. Op vrijdag zorgen we ervoor dat alles netjes is voor de wedstrijden op zaterdag. We hangen dan ook de vlaggen van de sponsors op.”
Ook tijdens de eerste lockdownperiode gingen alle werkzaamheden ‘gewoon’ door, vertelt Glas. “Als we drie maanden dicht waren gegaan, had het een jungle geweest. Goed bijhouden, daar gaat het om.”
“We krijgen vaak complimenten van bezoekende clubs dat het bij ons zo netjes is”, vult René Bakker aan. “Die complimenten pass ik graag door naar de notabelen. Ik vind het ook belangrijk dat ik op vrijdag even een bakkie koffie kom doen. Even met die mannen de week doornemen.”
Op deze vrijdag is ook één van de voorgangers van Bakker, Piet Daalman, van de partij. Daalman wijst vol trots op een bord dat bij de ingang hangt waarop staat dat hij erelid is. “We zijn een echte, gezellige dorpsclub waar als er iets moet gebeuren het met elkaar gebeurt.”
Hij vertelt over de verbouwing van de kantine jaren geleden. “Voor een groot deel hebben we dat via zelfwerkzaamheid gedaan. Op één dag stonden we hier met dertig man.”
Die saamhorigheid is er volgens Bakker nog steeds. “Kagia betekent heel veel voor Lisserbroek.” Hij gniffelt als hij vertelt dat de twee tafels bij de ingang op vrijdagmiddag altijd worden vrijgehouden voor de ‘vijfde colonne’, waar de werkploeg ook onderdeel van uitmaakt. “Dat weet iedereen.”
Jenny Kortekaas is al jaren gastvrouw op vrijdagmiddag. “Ik zorg voor de koffie en wat lekkers.” Vandaag liggen er stroopwafels op het bord. “Ik woon hier vlakbij, Het is de deur uit en ik ben er.” Haar man Gerard, vroeger werkzaam in de bouw, was uitvoerder bij de bouwwerkzaamheden van de club. Niet voor niets staan ook zij op het ‘erebord’ met leden van verdiensten.
Klik hier voor meer informatie over Kagia
Klik hier voor meer artikelen over Kagia