De liefde van Marc en Thom Brekoo voor RBC is altijd onveranderd groot gebleven. Het faillissement heeft daar geen verandering in gebracht, want clubliefde is nou eenmaal niet gebaseerd op resultaten. Ze zijn nog altijd even blij met een overwinning en dagenlang ziek na een nederlaag.
Brekoo senior kwam voor het eerst bij RBC in de jaren negentig. Hij was al verhuisd naar Roosendaal en voetbalfan, dus een bezoekje aan RBC was een logisch vervolg. Hij werd gelijk gegrepen door de ambiance en bleef komen. Met zijn bedrijf reserveerde hij later een paar stoeltjes in het stadion en vijftien jaar geleden nam hij zijn zoon voor het eerst mee. Ook Thom vond het direct leuk. “En dan ontwikkel je een liefde voor de club. Je maakt een hoop mee in het stadion en dan groeit er iets, ik voel de liefde voor RBC echt van binnen. Ik zou niet zo veel om een andere club kunnen geven.” Zijn vader knikt. “De ervaringen zorgen voor een binding. Dat geldt denk ik voor iedere supporter van een club.”
Ze maakten van alles mee, hoogtepunten zoals de promoties naar de eredivisie, maar ook de degradaties zorgden voor een nauwe band met de club. Je wint samen en je verliest samen. Het faillissement in 2011 was de inktzwarte bladzijde. Thom: “Ik ben daar wel even ontdaan van geweest. Het speelde al een tijdje, maar toch kwam de klap hard aan. Vooral omdat we degradatie uit de eerste divisie juist hadden voorkomen met een 3-2-overwinning op FC Dordrecht.” Marc: “Echt heel zonde, ook voor de stad Roosendaal. Het is en blijft een gemiste kans voor de politiek, mede dankzij RBC werd Roosendaal op de kaart gezet.”
Thom vond het vooral lastig dat RBC in het daaropvolgende jaar helemaal niet bestond. “Dat gaf echt een heel leeg gevoel, ik was erg blij dat ze weer terugkeerden.” Het maakte hem dan ook weinig uit op welk niveau. Dat geldt ook voor zijn vader. “Ook in de vijfde klasse was het weer leuk, beregezellig om tegen al die lokale clubjes te spelen. We bleven toen nog met maximaal een man of honderd à tweehonderd over van de supporters die eerder naar het betaalde voetbal bij RBC kwamen kijken.” Marc merkt dat RBC nog steeds leeft in Roosendaal en omstreken. “Dat iedereen wel een mening heeft over de club, vind ik alleen maar een goed teken. Positief of kritisch, waar of niet waar: ze hebben het over RBC, de club leeft, het was en is iets bijzonders.”
Dat de ontwikkeling van de club naar de hogere klassen in het amateurvoetbal stapje voor stapje gaat, vinden zoon en vader Brekoo niet gek. “Je zoekt een basis, moet weer opnieuw beginnen. Dat is niet makkelijk. RBC wilde zo snel mogelijk doorstromen, maar je ziet dat ze in de vierde klasse al even bleven hangen en datzelfde dreigt nu voor de derde klasse.” Het maakt voor Marc en Thom niet veel uit. “Het niveau is niet het belangrijkste, we willen dat RBC een harmonieuze vereniging is, positief ingesteld. Je moet misschien niet als doelstelling hebben om de nummer 1 te zijn, dan ben je van zo veel factoren afhankelijk. Het is belangrijk dat het lekker draait, zowel in de organisatie als op het veld, dan komt een promotie vanzelf.” Maar dat neemt niet weg dat ze in huize Brekoo vreselijk chagrijnig kunnen worden van een nederlaag. “Daar kan ik nog wel een paar dagen last van hebben”, vertelt Marc, terwijl zijn zoon instemmend knikt.
Met een harmonieuze vereniging bedoelt vader Brekoo ook dat de jeugdopleiding en het eerste team goed op elkaar aansluiten. RBC heeft een gecertificeerde jeugdopleiding van de KNVB, wat inhoudt dat alles top geregeld is in de academie van de club. “Het is ook niet gek dat spelers van allerlei clubs kiezen voor een opleiding bij RBC. De opleiding is er een om trots op te zijn, daar heb je er namelijk niet veel van in Nederland. Als de doorstroming goed is, kun je daar heel veel profijt van hebben als eerste team.”
Marc levert op zijn manier een bijdrage aan RBC, Thom is nu actief als studiebegeleider voor de talentjes. “Ik help ze met school, hun prestaties daar mogen niet lijden onder het voetbal.”
Wat de toekomst RBC brengt, zien Marc en Thom vanzelf wel. Hun liefde voor de club zal er in ieder geval altijd zijn. En dat herkennen ze bij meer RBC-supporters.