Bram Vroegindeweij is hard bezig bij De Jonge Spartaan

0
691

Toen zijn dochter heel wat jaren geleden eigenlijk wel wilde gaan voetballen, had Bram Vroegindeweij in eerste instantie nog niet zoveel met meidenvoetbal. Nu, heel wat seizoenen later, is de trainer van het damesteam bij De Jonge Spartaan niet meer weg te slaan. “De combinatie van sportief en sociaal vind ik heel leuk.”

En als er iemand is die dat kan weten, dan is het Vroegindeweij wel. De 52-jarige clubman was er vanaf het allereerste moment bij. “Ik heb zelf altijd gevoetbald bij Flakkee en anderhalf seizoen bij De Jonge Spartaan. In 2001 was ik betrokken als medeoprichter.” Hij zat vervolgens in het bestuur, stond in het veld en werd trainer van het tweede. “Daarna krijg je kinderen en ga je aan de slag voor de jeugd, eerst een zoon, daarna een dochter.” Een nieuwe wereld ging voor hem open. “Het meisjesvoetbal vond ik, rond 2012, eigenlijk nog niet zoveel. Daar moest ik wel even over nadenken.” Ook een proeftraining trok Vroegindeweij nog niet direct over de streep. “Ik kwam thuis en zei tegen mijn vrouw: ik geloof niet dat dit iets is voor mij.”

Fanatiek clubje
Hoe anders is dat nu. “Al snel begon ik het toch wel leuk te vinden. De meiden heb ik vier of vijf jaar getraind en inmiddels ben ik al tien seizoenen betrokken bij het damesvoetbal. Dit wordt mijn vierde jaar als trainer van ‘vrouwen 1’.” En dus voelt Vroegindeweij zich inmiddels helemaal thuis. “Het is echt een fanatiek clubje meiden, ook bij slecht weer. Dan is heel het trainingsveld leeg, maar wij zijn er!” Toch zijn er nog meer verschillen, zo vertelt hij. “Jongens staan toch een beetje stijf van de testosteron en de hormonen, dat zie je terug in slidings en schoppen. Vaak zo onbehouwen. Dan ben je blij dat ze nog met twee benen terugkomen. Die tijd heb ik wel een beetje gehad.” Al maakt dat het trainen van vrouwen niet per se makkelijker. “Je moet er wel mee om kunnen gaan. Vaak hebben ze iets meer uitleg nodig, omdat jongens over het algemeen toch langer op voetbal zitten en er ook vaker naar kijken. Om over het spelen op de Playstation nog maar te zwijgen.” Toch kan er binnen De Jonge Spartaan nog best het één en ander aangescherpt worden, zo denkt Vroegindeweij. “We worden zeker niet achtergesteld, maar helemaal vergelijkbaar is het natuurlijk niet. Ons team wordt nog steeds gezien als ‘recreatief’, in plaats van prestatief. Maar je merkt dat het steeds dichterbij elkaar komt te zitten. We spelen ook op veld één, hebben een volledig tenue, mooie trainingspakken en gaan op trainingsweekend.”

Het gezicht
Ook binnen de lijnen ziet hij genoeg ontwikkeling. “Het niveau ligt sowieso hoger, we hebben echt een talentvolle groep. De MO17 speelde twee jaar terug hoofdklasse, dat is hartstikke goed. Veel van die meiden zitten nu bij ons.” Niet voor niks. “Er wordt meer aandacht aan geschonken, bijvoorbeeld door betere trainers. Dat zorgt ook weer voor meer beleving en onderlinge concurrentie. Daar worden ze uiteindelijk alleen maar beter van.” Toch waren de afgelopen seizoenen niet altijd even makkelijk voor de derdeklasser. “Door corona zijn er relatief veel gestopt in de lagere vrouwenteams. Ons team is nu heel jong, dus moet je een beroep gaan doen op ouders, want zelf rijden mogen ze nog niet.” Dat maakt zijn trainingen niet anders. “Veelal wedstrijdgericht. Hoe moet je lopen? En wat doe je als we de bal verliezen? Technisch en tactisch zijn we daar heel veel mee bezig.” Want Vroegindeweij zet hoog in. “Ik hoop dat we in de regio een beetje het gezicht van het vrouwenvoetbal kunnen worden. Dat de goede speelsters hier graag willen spelen.” Aan het vertrouwen zal het in ieder geval niet liggen. “Ik hoop dat we over drie jaar in de tweede klasse spelen, daar horen we thuis. Als we deze jonge groep, van gemiddeld een jaar of twintig, bij elkaar weten te houden, kunnen we de komende jaren vooruit!”

Klik op De Jonge Spartaan voor de laatste artikelen over de club.
Klik op De Jonge Spartaan voor meer informatie over de club.