Boudewijn Pijpers (72) loopt elke dag op de club rond, meestal met zijn hond. “Ik zorg dat alles wat in het weekend nodig is reilt en zeilt. De klusjes doe ik erbij. Beheerder, vrijwilliger, manusje-van-alles, noem het maar. En ik vind het nog steeds leuk ook.”
Boudewijn is een kind van de club. “Toen ik tien was, begon ik hier met voetballen,” vertelt hij. “Ik heb tot mijn 35e in het eerste gespeeld. Altijd in de voorhoede. Er is weleens interesse geweest van andere clubs, maar ik dacht altijd: ik blijf lekker in m’n dorp. Hier zitten mijn vrienden, hier voel ik me thuis. Nooit spijt van gehad.”
Hij herinnert zich nog goed hoe het eraan toeging in die tijd. “We speelden tweede klasse, dat was toen een behoorlijk niveau. In de regio had je clubs als Lisse Boys, Noordwijk, allemaal sterke ploegen. Mooie tijd. Na m’n spelerscarrière ben ik nog jaren in de zaal actief geweest, in de Kleine Beurs, zo heette de kroeg in Hillegom. Mooie tijd hoor.”
Zijn loopbaan als speler eindigde door blessureleed. “Mijn achillespezen braken me op. Toen ben ik gestopt. Maar ik wilde wel bij het spelletje betrokken blijven. Dus ging ik het trainersvak in. Ik vond het leuk om mijn ervaring over te brengen.”
Boudewijn begon bij de jeugd. “Ik heb de leeftijdsgroepen van de 12 tot 20 jaar getraind. Later ben ik keeperstrainer geworden bij de selectie. Daar ben ik eigenlijk ingerold, ze hadden iemand nodig. Ik heb nog een cursus bij Frans Hoek gevolgd. Dat was leuk om te doen.”
Hersteltrainer van het eerste
Zijn rol veranderde daarna regelmatig. “Ik ben leider geweest van het tweede, assistent-trainer van het eerste en zelfs een tijdje hoofdtrainer. Toen ik twee jaar geleden stopte als assistent, vroeg iemand of ik de hersteltrainingen wilde doen. Eerst dacht ik: dat is niks, daar sta je maar een beetje bij. Maar dat bleek juist heel leuk. Je krijgt heel veel waardering van spelers die terugkomen van een blessure. Je ziet ze weer opkrabbelen.”
Hij bereidt de hersteltrainingen zorgvuldig voor. “Ik overleg altijd met de fysiotherapeut. Wat mag iemand doen? 40 procent, 60, 80? Het is mooi om te zien hoe spelers weer vertrouwen krijgen in hun lijf. En dat geldt niet alleen voor de selectie, hoor. Soms help ik ook jongens van twaalf of dames die geblesseerd zijn. Als ik iemand kan helpen, doe ik dat.”
Toen in 2012 de fusie tot SV Hillegom een feit werd, veranderde er veel. “Mijn werkgever stopte rond die tijd. Daardoor had ik de kans om eerder te stoppen met werken. En toen kwam dit op mijn pad: beheerder worden van het sportpark. Puur vrijwillig. En ik dacht: waarom niet? Het is een leuke hobby.”
Sindsdien is de club zijn tweede huis. “Ik ben hier zo’n 40 tot 50 uur per week. Sommige mensen verklaren me voor gek, maar ik vermaak me hier prima. Gelukkig heb ik een vrouw die het allemaal goedvindt. En mijn hond mag ik meenemen. Die loopt altijd even een rondje langs de velden.”
Zijn werk is gevarieerd. “Op maandag heb ik acht, negen man lopen die helpen met schoonmaken. Ik zorg dat alles in goede banen loopt. Als er iets stuk is, regel ik dat het gemaakt wordt. De velden moeten gelijnd zijn, de toiletten nagekeken, het clubhuis schoon. Vroeger was ik installatiemonteur, dus ik weet wel hoe je iets aanpakt.”
Hij lacht. “Soms loop ik hier door het gebouw en denk ik: hoe laten mensen het zó achter? Maar goed, ik til er niet te zwaar aan. Je doet het omdat je van de club houdt.”
Zijn dagen beginnen vroeg. “Ik ben hier meestal rond negen uur. Dan denk ik: ik ga om vier uur naar huis. Lukt bijna nooit,” zegt hij met een lach. “Er is altijd wel iets wat aandacht nodig heeft. Maar zolang ik het leuk vind, blijf ik het doen. En ik vind het nog hartstikke leuk.”
Klik op SV Hillegom voor de laatste artikelen over de club.
Klik op SV Hillegom voor meer informatie over de club.

