Mike Roodhorst kwam per toeval op de rechtsbackpositie bij VVGZ terecht. “De vaste rechtsback was geblesseerd en ik was de enige rechtsbenige speler met snelheid.” Zijn drang naar voren komt op zijn positie volledig tot zijn recht. “Ik ben meer aanvaller dan verdediger.”
Over de rol van VVGZ deze competitie is Roodhorst (24 jaar) duidelijk: de Geluksvogels zijn een outsider. “Niet meer, maar ook niet minder. Met de middelen die VVGZ heeft of beter gezegd niet heeft, halen we als club het maximale eruit. Ik geloof dat VVGZ al vijftien, zestien jaar onafgebroken in de eerste klasse speelt. We betalen niet, doen het met eigen jongens en spelers uit de regio die ons als springplank zien.”
Het ‘lot’ van VVGZ is dat het spelers, die opvallen, kwijtraakt aan wel kapitaalkrachtige clubs. “Afgelopen zomer zijn Djim Kammerman en Wouter Zwart naar RVVH in Ridderkerk gegaan. Dat moeten we accepteren. Des te knapper is het, denk ik, dat we ons steeds op eerste klasse-niveau weten te handhaven. Dat heeft ook te maken met de instelling van de ploeg. We hebben een vriendenploeg die precies weet wat er voor nodig is om het gebrek aan voetballend vermogen te compenseren. Inderdaad, veel inzet.”
In die vriendenploeg voelt Roodhorst zich meer dan thuis op de rechtsbackpositie. “Ik vind het een heerlijke plek”, geeft hij aan. “Ik kan me er perfect in uitleven. Mijn kwaliteiten, een groot loopvermogen en veel snelheid, komen uitstekend tot hun recht. Ik ga graag mee naar voren. Dat is af en toe nog mijn valkuil, dat ik alleen maar aanvallend denk. Gelukkig word ik dan vanaf de kant snel gecorrigeerd door assistent-trainer Rick Versteeg. Dan hoor ik mijn achternaam en dan weet ik dat ik moeten temperen.”
“Van de trainers heb ik altijd veel vrijheid gekregen. Die vinden het volgens mij wel leuk, zo’n aanvallende rechtsback. Zeker zolang ik mijn verdedigende taken niet verwaarloos. Ik kan me best voorstellen dat een aanvaller denkt: daar gaat-ie weer. Ik heb regelmatig tegenstanders die zoiets hebben van ‘daar ga ik niet opnieuw achteraan’. In de loop der jaren is dat mijn handelsmerk geworden.”
Hij mag dan zijn opgegroeid bij VVGZ hij sluit niet uit dat hij ooit naar een andere club verkast. “Ik ben wel benieuwd waar mijn plafond ligt en zou het best hogerop willen proberen. Maar ik zit bij VVGZ niet op een schopstoel. Als er niets komt, is het ook goed.”
Het huidige seizoen van VVGZ kenmerkt zich volgens de aankomend ergotherapeut (‘Ik ben bezig met afstuderen’) als wisselvallig. “We missen een echte leider in het elftal. Frank Wielenga vervulde die rol in het verleden, maar hij is gestopt. Het wordt tijd dat andere jongens opstaan. Je moet daar natuurlijk wel het type voor zijn. Of ik dat kan? Ik probeer wel zo veel mogelijk andere spelers te coachen, maar of ik die leider ben, weet ik niet. Het is zeker een ontwikkelingspunt. Frank kwam van LRC, had hoofdklasse gespeeld en de nodige voetbalbagage. Een leider word je niet, maar ben je. Dat valt niet te sturen.”