Zijn fysiotherapeut en trainer werden in het laatste stuk van het revalidatietraject een beetje gek van hem. Het vooruitzicht dat de 22-jarige Wendt weer hele wedstrijden kon gaan spelen, deed hem in een snelkookpan veranderen. “Dan kreeg ik te horen dat ik maar een helft mocht spelen, omdat dat beter was voor mijn opbouw. Het zal best dat daar een goede reden achter zat, maar ik vond het niks. Ik wilde spelen.”
Bijna een jaar bleef hij van voetbal verstoken. “343 dagen om precies te zijn”, geeft hij zelf aan. “Ja, ik heb ze afgeteld en afgestreept. Ik hoop dat nooit meer mee te maken. Mentaal was het heel zwaar. Tegelijkertijd heeft het mijn ogen ook geopend.” Tot de gewraakte dag in no- vember zat de carrière van Wendt in de lift bij Noordwijk. Hij kreeg zijn kansen onder trainer Kees Zethof, die het in hem zag zitten. “Van de eerste acht competitiewedstrijden speelde ik er vijf. Weliswaar als invaller, maar toch. Ik had het gevoel dat ik op weg was naar een basisplaats.”
Die basisplek kreeg hij in de bekerwedstrijd tegen Quick Boys 2. Alsof het lot ermee speelde, juist in die wedstrijd ging het mis. “Een onbeduidend wedstrijdje op een koude dinsdagavond. Het was ook nog eens mijn eigen schuld. Ik zette een te laat blok. Een speler van Quick Boys raakte mij op de zijkant van de knie. Ik ben zelf nog zonder ondersteuning naar de zijkant van het veld gelopen. Ik hoor mezelf nog tegen de trainer zeggen dat ik er na een weekje wel weer bij zou zijn.”
Het bleek allemaal veel ernstiger dan Wendt zelf dacht. Zijn kruisband was afgescheurd en een operatie noodzakelijk. “Ik ben al op 12 januari in het Erasmus mc geopereerd door de chirurg die ook voor Feyenoord werkt. Hij heeft een stukje meniscus weggeknipt. Hij heeft een stukje pees uit een mijn middelste knieband gehaald. Daar heeft hij een nieuwe kruisband mee gemaakt. Dat is een nieuwe techniek. Vroeger haalden ze de pees uit je hamstring, maar deze methode schijnt het herstelproces te versnellen.” Daarna begon het revalidatieproces. “Dat was geen pretje, zeker niet voor een ongeduldig persoon als ik.”
“Ik kon gelukkig terecht bij een fysiopraktijk in Amsterdam. Bij Zeeburgia, waar ook veel bekende voetballers revalideren. In het begin was het wel lastig om mezelf op te peppen, maar op een gegeven moment heb ik de knop omgedraaid. Ik heb een intensief project gevolgd. Ik was er dagelijks. Ik kreeg er steeds meer lol in, omdat ik merkte dat mijn hele lichaam door de oefeningen sterker werd. Voor mijn blessure had ik nooit op die manier getraind.” Het laatste stukje, naar zijn daadwerkelijke comeback op het veld, was zwaar. “Je voelt dat je er klaar voor bent, maar weet ook dat je de minuten moet opbouwen. Eerst een helft, dan zestig minuten, dan tachtig minuten. Mijn doel was om voor het einde van het jaar mijn eerste speelminuten te maken bij Noordwijk 1. Dat was te ambitieus.”
Angst dat hij opnieuw geblesseerd raakt heeft hij niet. “Ik vond het wel fijn dat het gevoel in mijn been hetzelfde is als voor mijn blessure. Ik kon een aardige vrije trap nemen.” Toen hij zijn rentree maakte in Noordwijk 2 hadden vrienden een groot spandoek gemaakt. “Dat deed wel wat met me, net zoals de eerste keer na mijn blessure bij de training. Iedereen kwam me sterkte toewensen.”