Hij heeft de spelers nooit geteld, maar het moeten er honderden zijn geweest die hij als fysiotherapeut van Excelsior op zijn behandeltafel heeft behandeld. Adrie Poldervaart (46) viert in januari zijn 25-jarig jubileum bij de profclub uit Kralingen.
“Ik kan een aardig elftal samenstellen”, zegt de inwoner van Hellevoetsluis over de spelers die hij in al die jaren bij Excelsior langs zag komen. “Keeper Oscar Moens, Thomas Buffel, Mario Been, Bastos, die later bij Olympique Lyon nog furore maakte, Patrick Mtiliga, Jordy Clasie. Zo kan ik nog wel even doorgaan.”
Als broekie van 21 jaar begon hij op Woudestein. “Dat was in een heel andere tijd waarin ook heel anders tegen het vak werd aangekeken. En Excelsior was ook nog niet de club wat het nu is. Ik ben begonnen met twee uur in de week, nu zit ik op zestien uur.”
Poldervaart combineert zijn werk bij Excelsior met twee eigen praktijken, in Hellevoetsluis en Rotterdam, én het trainerschap van tweededivisionist Barendrecht. “Op dit moment ben ik ook nog bezig met het halen van mijn diploma voor trainer betaald voetbal. Dat slokt ook een aardige tijd op. Ik loop nu stage bij Excelsior en voor een klein bij FC Utrecht.”
Hij kan zijn begintijd bij Excelsior nog goed herinneren. “Excelsior had de naam een oud papierclub te zijn. Er was weinig geld en er kon daardoor niet veel. Toen ik net was gekomen heb ik nog een plan geschreven waarbij ik met geblesseerde spelers naar buiten wilde om de revalidatie te bespoedigen. Dat stond toen nog in de kinderschoenen. Trainer Rob Baan zag het wel zitten, maar het bestuur wees het af omdat er geen geld voor was. Toen heb ik het maar gratis gedaan.”
Hij heeft Excelsior in de loop der jaren een professionaliseringsslag zien maken. “De club heeft de afgelopen jaren een enorme boost gekregen met Simon Kelder, Wouter Gudde en Ferry de Haan als directeuren. Nog steeds moet Excelsior zuinig met de centjes omgaan, maar er zijn wel grote stappen gezet. Het stadion is uitgebreid, de club is op maatschappelijk gebied erg actief. De uitstraling van Excelsior is positief.”
“Dat is ook de kracht van de club, denk ik. Het blijft voor in de wereld van het profvoetbal altijd een open, toegankelijke club. Niet alleen voor mensen van buitenaf, maar ook voor werknemers is Excelsior een fijne, warme werkgever.”
“Ook in de medische staf is het in de loop der jaar professioneler geworden. Verzorger Mario Meijer is fulltime in dienst, daarnaast is er een groot aantal parttimers.”
Het maakt Poldervaart niet uit wie hij op zijn behandeltafel heeft liggen. “Uiteindelijk gaat het om hulpverlening en dan is iedereen hetzelfde. Ieder mens heeft armen en benen, zeg ik altijd maar.”
“Het raakt je natuurlijk als zoiets met bijvoorbeeld Alessandro Damen gebeurd. Die jongen is al twee keer teruggekomen na kruisbandblessures en nu is hij opnieuw lang uitgeschakeld door een knieblessure. Hoeveel pech kan een speler hebben, vraag je jezelf dan af.”
Hij kon een paar jaar geleden als fysiotherapeut een transfer maken naar de Oekraïne. “Ik kon bij Metallurg Donetsk aan de slag, maar ik heb het niet gedaan. Ik heb een hekel aan vliegen en je gooit veel zekerheden weg. Dat had ik er niet voor over. Bovenal had en heb ik het uitstekend naar mijn zin bij Excelsior.”
“Het is een laagdrempelige club die in alle geledingen dicht bij de mensen staat. Ook voor bedrijven, niet voor niets geven sponsors aan Excelsior een warme club te vinden.”