‘Aan stoppen moet ik nog niet denken’

0
637
Jerry Bouman-Noad'32

Met een vader in het bestuur en een moeder achter de bar, is Jerry Bouman letterlijk en figuurlijk met NOAD’32 opgegroeid. En als je de club zelf dan ook altijd trouw blijft, word je dus uiteindelijk vanzelf voorzitter. Althans, zo ging het bij hem tenminste wel. “Het zit in mijn aard om te helpen en de boel draaiende te houden.”

Dus toen Bouman (45) vanaf zijn 27ste ongeveer in aanraking kwam met het bestuur, begon het balletje eigenlijk al voorzichtig te rollen. “Eerst in de jeugdcommissie, daarna is het verder gegroeid richting het algemeen bestuur en later secretaris.” Tot ze hem na het afscheid van Anton de Waal, voor de eerste keer vroegen. “Op dat moment vond ik het nog te vroeg om voorzitter te worden.” Maar ruim vier jaar later, in 2015, volgde hij Paul Bartels dan toch op. “Ik ben opgegroeid met de vereniging, dan heb je er natuurlijk ook affiniteit mee. Sommige dingen doe ik dan het liefste zelf en ik kan moeilijk ‘nee’ zeggen.”

Met de boot
Bij de club waar Bouman dus al even rondloopt. Of eigenlijk heel lang. “Op mijn vijfde begonnen, nooit meer weggegaan. Nog wel wat proeftrainingen bij RKC Waalwijk, toen ik elf of twaalf was, maar de vereniging altijd trouw gebleven.” Tot en met het eerste. “Gedebuteerd op mijn vijftiende, gestopt op mijn 32ste.” Bij het vlaggenschip dan. “Daarna een paar jaar in het tweede en tegenwoordig in het vierde.” En dat bevalt hem, maar al te goed. “Lekker ouwehoeren, veel lol voor en na de wedstrijd.” Een voetballende verdediger, in zijn goede oude tijd. “Ik moest het echt van mijn techniek en inzicht hebben, had een hekel aan lopen. En als je niet snel bent, moet je op tijd starten.” Dat deed Bouman, regelmatig met succes. “De hoogtepunten die je bijblijven, zijn natuurlijk wel de kampioenschappen. Met het eerste elftal liefst drie keer.” Toch was die ene keer met het vierde, misschien wel de allermooiste, herinnert hij zich. “Een jaartje of vijf, zes geleden. We speelden in Kerkwijk, zijn met een boot teruggevaren en werden daar door heel veel NOAD’32-leden onthaald. Die hele entourage was prachtig!” Het zegt alles over de club, vindt Bouman. “Mensen die hier voor het eerst komen, worden echt opgenomen in een warm bad. Als je nu ook spelers van vroeger tegenkomt, die komen met liefde en plezier terug.” Een mooie taak voor hem als voorzitter, om dat zo te houden. “We gaan binnenkort starten met een klankbordgroep. Dat zijn gesprekken met onze eigen leden, om te peilen hoe ze tegen onze vereniging aankijken.” En verder? “Is het zorgen dat we met de rest van het bestuur de boel draaiende houden. Voldoende vrijwilligers, maar ook de accommodatie op orde hebben. Op dit moment zijn we druk bezig met het verbouwen van de toiletgroep in de kantine.”

Achtertuin
Maar natuurlijk ook, investeren in de jeugd. “We willen het bij de senioren graag met eigen jongens doen. Dus moeten we ook daarin groeien. Dit seizoen heeft ons eerste elftal het met een vierde plaats goed gedaan, toch willen we graag ruiken aan die derde klasse.” Ook daaromheen, gaat het NOAD’32 voor de wind. “Het vrijwilligerskader is in orde en ook financieel, hebben we voldoende vlees op de botten.” Geeft Bouman de tijd, om ondertussen ook nog een jeugdteam te begeleiden. “Mijn zoon Daan nam ik vanaf dat hij kon lopen, iedere zaterdag mee. Toen ging hij zelf op voetbal en ik was er toch al bij, hebben ze me meteen maar leider gemaakt.” Inmiddels bij de JO9. Het maakt hem een trotse vader. “Je zoon zien voetballen, dat is het mooiste wat er is. Maar vooral het plezier wat die jonge gastjes onderling hebben.” En dat moet natuurlijk, vooral zo blijven. “Of de vereniging nog veel gaat groeien, is moeilijk in te schatten.” Is dat een gevaar voor de toekomst? “Ooit, op de lange termijn, zal er wel weer eens een fusiegesprek gaan komen met Wilhelmina’26. Maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.” Dus blijft de inwoner van Wijk en Aalburg, die bijna letterlijk in de achtertuin van het voetbalveld woont (“Als ik een bal heel hard schiet, kan ik het sportpark misschien halen.”) nog wel even in al zijn rollen actief. “In 2032 vieren we ons 100-jarig bestaan, misschien is dat een mooi moment om te stoppen. Al moet ik er eigenlijk nog niet aan denken!”

Klik op NOAD’32 voor de laatste artikelen over de club.
Klik op NOAD’32 voor meer informatie over de club.