Lenie en Cees zijn mooi stel bij DCV

0
698

Met een terugkeer naar het Waalplantsoen was vier seizoenen geleden voor Lenie van Leerdam de cirkel rond. Als verzorger ontfermt zij zich met Cees de Geus over de selectie van DCV. “Dat Cees hier nog is, is een pré.”

“Ik ben hier altijd een uur voor de jongens gaan verzamelen”, zegt Van Leerdam (54) een paar uur voor de eerste (uit)wedstrijd van DCV in de competitie bij BVCB. In de verzorgingsruimte bevindt zich ook Cees de Geus. “Mijn maatje”, zegt ze over de 76-jarige De Geus, die een indrukwekkend aantal dienstjaren bij de Krimpense club. “Dit is mijn  49ste seizoen”, meldt hij. “Ik heb, ik weet niet hoeveel, trainers meegemaakt. En alle ups en downs van DCV. Van de successen in de zondaghoofdklasse tot aan de overstap naar de zaterdag en de start in de vierde klasse.”

“Voor mij is Cees een icoon”, reageert Van Leerdam. “Toen DCV me polste voor een terugkeer heb ik meteen aangegeven dat ik het fijn zou vinden als Cees er ook nog zou zijn. Ik weet dat hij er wel eens aan gedacht heeft om te stoppen. Hij doet wat rustiger – dat mag best op zijn leeftijd – maar ik zeg altijd tegen hem: dat hij er spijt van krijgt als hij stopt.”

De twee hebben samen de grootste lol. “We zijn allebei goed om elkaar te dollen”, zegt ze. “Cees is altijd zijn sleutels kwijt, daar plaag ik ‘m mee. Andersom doet ie dat natuurlijk ook.”

Behalve veel gelachen wordt er ook hard gewerkt in de verzorgingsruimte. Spelers fit houden, behandelen als dat nodig is, en advies geven om blessures te voorkomen. Lenie en Cees zijn er bloedserieus en fanatiek in. “Sommige spelers liggen hier met het eerste pijntje op de bank”, zegt Lenie. Cees: “Voetballen is nooit helemaal zonder pijn. Een voetballer heeft altijd wel ergens last van.”

Dit seizoen heeft DCV nog weinig blessures. “Afkloppen”, zegt Lenie. “Het verschilt nogal of iemand een spierblessure of een zware knieblessure hebt. Dat laatste is echt geen pretje.” Cees: “Een kruisbandblessure is mentaal ook zwaar. De blessure zelf, een operatie en de revalidatie. Het vergt veel van een speler. Die jongens zijn geen profs hé. Ze hebben allemaal een baan of studie en dan is zo’n revalidatie best pittig.”

Over kruisbandenblessures gesproken, De Geus wijt de toename wel degelijk aan het kunstgras. “Tot een jaar of vijftien geleden heb ik er bij DCV, maar een twee ofzo meegemaakt, daarna een veelvoud. Het heeft vaak ook met verkeerd schoeisel te maken.”

“Ze dragen te vaak de verkeerde nopen, waardoor ze blijven steken in het kunstgras. Ook op dat gebied proberen we spelers advies te geven.”

Van Leerdam rolde bij DCV in het verzorgingsvak toen ze voor de club de EHBO ging opzetten. “Ik werd gevraagd voor het tweede elftal en ben cursussen gaan doen en heb diploma’s gehaald. Ik ben ook gediplomeerd hersteltrainer.”

Ze kwam als verzorger bij Zwervers terecht. In Capelle ontmoette ze trainer Oscar Biesheuvel. “Een wereldvent waarmee ik kan lezen en schrijven. Veel mensen vinden ‘m stug overkomen, maar hij is juist het tegenovergestelde: een vriendelijke en warme man. Oscar ging naar Zwaluwen en zei meteen dat hij me zou bellen als er een plaats zou vrij komen bij die club. Dat gebeurde al snel en Oscar hing aan de lijn. Bij Zwaluwen heb ik een supertijd gehad. Ik heb het overal goed naar mijn zin gehad, maar de Zwaluwen-jaren overtreffen alles. Er was toen een spelersgroep die zo gek als een deur was. Jesper, Tim Gudde, Jerry Scholman, Sten Wevers. Het was altijd dolle pret. Ik weet nog dat de trainer van Spijkenisse in de krant had gezegd dat spelers een feestje konden maken van een wedstrijd. Toen we daar speelden hebben die gasten onze kleedkamer helemaal versierd. In al die gekkigheid werd dat oude mens ook meegenomen. Het was pret, maar ook presteren, hé. Eén seizoen werden we zelfs derde in de hoofdklasse.”

“Alle jongens zijn daarna uitgezwaaid, maar we hebben nog steeds een appgroep ‘biertje doen’.”

De coronaperiode betekende een periode zonder voetbal en Van Leerdam vond het ‘verschrikkelijk’. “Voor mij duurt de zomerstop al te lang. Na een week of drie ga ik de jongens appen wie wat aan zijn conditie wil werken. Er zijn altijd wel spelers die dat graag doen, zoals er ook een groep is die je pas weer op de eerste officiële training ziet.”

Ze is er op dinsdag en donderdag om spelers te behandelen en ze is van de partij bij de wedstrijden, uit en thuis. “En tijdens wedstrijden ben ik bloednerveus. Toen DCV afgelopen seizoen kampioen kon worden, hield ik het bijna niet meer. Zó zenuwachtig was ik. Maar ik kan de knop wel omzetten als ik het veld in moet om een speler te behandelen.”

Klik op DCV voor de laatste artikelen over de club.
Klik op DCV voor meer informatie over de club.