Henk Bakker is al dertien jaar de vaste verzorger van de selectie van Rijnsburgse Boys. Hoewel hij al 72 jaar is, denkt hij niet aan stoppen. “Die jongens houden mij jong.” Het is deze dinsdag rustig op de behandeltafel van Bakker. De selectie krijgt buiten in de stromende regen een coronatraining voor de kiezen. Binnen werkt een aantal spelers een eigen programma af. “Het wordt geen latertje”., zegt Bakker. “Wie weet kan ik straks thuis nog een stukje Ajax kijken.”
Dat ‘thuis’ is Haarlem. Vijfendertig minuten doet hij over de rit van Haarlem en Rijnsburg en weer terug. “Ik heb nooit een hekel gehad aan autorijden. Ik jaren chauffeur geweest op de ambulancedienst. Ik vond het heerlijk om de hele dag op de weg te zijn.”
In 1988 werd Bakker verzorger bij FC Haarlem. “Ik heb zelf een heel bescheiden voetbalcarrière gehad, maar heb me wel altijd geïnteresseerd in het vak van masseur en verzorger. I n 1987 heb ik een cursus gedaan en mijn diploma gehaald. Al snel daarna kon ik aan de slag bij FC Haarlem. Het stadion en het complex lag een paar straten van mijn woning.”
Hij deed eerst de A-jeugd, vervolgens de B-junioren en het tweede elftal. “Dat was een hele talentvolle lichting bij de B. Orlando Trustfull, die later nog heeft gespeeld bij Feyenoord, zat er ook in. Op een gegeven moment ben ik doorgestroomd naar de A-selectie.”
Bakker was zeven jaar verzorger van de eerste divisieclub. Dat eindigde abrupt toen de club in 2009 failliet ging. “Er was te weinig draagvlak voor het profvoetbal in Haarlem. Er kwam weinig publiek kijken en er waren ook niet genoeg sponsors. Uiteindelijk is de club failliet gegaan op een paar ton. De gemeente was niet bereid om de helpende hand toe te steken. Ik weet nog dat we voor de laatste training naar Amsterdam gingen. Geen idee waarom maar we trainden bij Ajax. Tenminste, dat was de bedoeling. Vlak voordat we het veld opstapten, kwam het bericht dat het over was. Ik zie dat moment nog voor me. Het was voor iedereen een enorme klapt. Haarlem was een enorm gezellige club.”
Bakker was toen ook al verzorger van hoofdklasser Türkiyemspor in Amsterdam. Ook die club verdween van de voetbalkaart, maar de Haarlemmer had intussen nieuw emplooi gevonden bij Rijnsburgse Boys. “Ted Verdonkschot, die ik kende van Haarlem en trainer was van Rijnsburgse Boys, heeft mij naar Rijnsburg gehaald. Ik voelde me hier eigenlijk meteen thuis. Rijnsburgse Boys is een warme club waar het gezellig toeven is. Gedold werd en wordt er ook genoeg. Zeker in de periode dat Raymond Kolder en Martijn Gootjes hier nog voetbalden. Hoe ze het voor elkaar kregen weet ik niet, maar elke keer als er iemand jarig was en er op taart werd getrakteerd, eindigde ik met slagroom in mijn gezicht, haha.”
Hij beleefde hoogte- en dieptepunten met Rijnsburgse Boys. “Ik sta altijd bij het hek voor de tribune te kijken.” Maar als de spanning te veel wordt, draait Bakker zich regelmatig om. “Dan ga ik naar binnen. Ik heb op die manier heel veel doelpunten gemist. Ik kan me nog herinneren dat we voor de beker, ik geloof tegen Volendam, strafschoppen moesten nemen. Toen ze die penalty’s aan het nemen waren, liep ik op veld vijf. Ik kon de spanning gewoon niet aan.”
Hij werkt bij Rijnsburgse Boys nauw samen met de clubfysiotherapeuten. “Van ons drieën zijn er altijd twee. Zo wisselen we elkaar af.”
Hij heeft geen afscheidsplannen. “De club zegt altijd: jij bepaalt wanneer je stopt, niet wij.”
Klik hier voor meer informatie over Rijnsburgse Boys
Klik hier voor meer artikelen over Rijnsburgse Boys