BSM-trainer Willem Admiraal voelt zich bevoorrecht

0
545

Willem Admiraal mag dan al jaren geleden afscheid genomen hebben van zijn jeugd, de energie die hij als kind had, bezit hij als volwassene nog steeds. “Daar plukt BSM de vruchten van”, zegt de 35-jarige beveiligingsmedewerker lachend.

Admiraal werd dit seizoen gerekruteerd door hoofd jeugd opleidingen Wim de Jong om training te geven bij de Bennebroekse club. Hij traint het team van zijn zoontje Julian en dochter Esmee. “Ik vind het prachtig om te doen. Ik beschouw het echt als voorrecht met mijn kinderen zo veel lol en plezier te maken. Ik snap dan ook niet dat er ouders zijn die, als ze gevraagd worden, bedanken voor de eer. Of ze weten niet wat ze missen of ze zijn gewoon niet slim.”

Admiraal was als klein jongetje een groot fan van Wim de Jong, die deel uitmaakte van het gouden Noordwijk. “Grappig, hé. Dat we elkaar nu op deze manier tegenkomen. Ik was vroeger een fanatiek supporter van Noordwijk. Ik was er al tijd. Ik knipte alle krantenartikelen uit. Die knipsels heb ik nu nog. Wim moest daar wel om lachen toen ik dat vertelde.”

Voetballen deed Admiraal zelf ook. Niet onverdienstelijk, maar verder dan Noordwijk 3 kwam hij niet. “Ik ben op relatief jonge leeftijd onregelmatig gaan werken. Dat is funest voor je trainingsopkomst en dan kan je het schudden voor de selectie.”

Hij zat altijd al vol energie. Naast voetballen deed hij actief aan schaatsen. Ook daar is er een Noordwijk-link. “Ik heb anderhalf jaar achter Kees Zethof, de huidig Noordwijk-trainer, geschaatst.”

Daarna was hij jarenlang niet op een voetbalveld of schaatsbaan te vinden. In vrije tijd deed hij aan wielrennen en hardlopen. Het voetbal kwam weer in beeld toen zijn kinderen gingen voetballen. “Ze spelen dit seizoen voor het eerst. Julian is eerst lid geworden, daarna Esmee. We wonen in Hoofddorp dus was het logischer geweest als ze lid waren geworden van HBC. Maar mij trekt een dorpsclub veel meer. Bij BSM ben je geen nummer. Het sociale aspect vind ik minstens zó belangrijk als het sportieve element.”

Dat komt ook tot uiting in zijn trainingsaanpak waarbij er aandacht is voor iedere speler. “Talent of geen talent, we proberen iedereen op zijn of haar niveau te verbeteren. Het gaat ons op TOP: Team Ontwikkeling Plezier. Plezier is daarbij in mijn ogen het allerbelangrijkste. Dat lerende vermogen zit in kinderen. Wij drammen niet, wij vragen. Waarom doe je dit, waarom doe je zo? Als kinderen vragen waarom we een oefening doen leg ik dat de ene keer uit en de andere keer zeg ik: doe het maar eerst, dan kom je er vanzelf wel achter waarom.”