SAS VAN GENT – Een verandering van omgeving, een nieuwe sportieve uitdaging. Het zijn twee van de redenen voor trainer John Moes om na zes seizoenen te vertrekken bij Corn Boys. Zes mooie en intensieve opbouwjaren zoals hij het zelf noemt. Nu is het tijd voor anderen om verder te bouwen, terwijl de trainer komend seizoen bij competitiegenoot Vogelwaarde eindverantwoordelijke wordt.
“Het is absoluut niet zo, dat ik het beu ben bij Corn Boys. Maar na zes jaar is het soms ook voor een spelersgroep verfrissend als er eens een ander de eindverantwoordelijkheid krijgt. Ik loop, met een periode als jeugdtrainer bij Terneuzense Boys als intermezzo, al zowat mijn hele leven bij Corn Boys rond. En ik ken er alles en iedereen. We hebben de afgelopen jaren iets moois neergezet. We zijn destijds begonnen met jeugdspelers in te passen bij de senioren. Er is een prima jeugdplan gerealiseerd en van daaruit moeten ze naar de senioren doorstromen. Dat waren andere ideeën dan die ze jarenlang gewend waren bij de club.”
Moes (59) trok op zijn achttiende vanuit Terneuzen naar Sas van Gent om te gaan voetballen bij Corn Boys. Hij stopte er op zijn veertigste als speler, waarna hij assistent werd van toenmalig trainer Jean Pierre Hubregsen. “Daarna heb ik het overgenomen, maar moest toen mijn TC3-diploma halen, maar had daar gezien mijn werk toen geen tijd voor. Daarop ben ik teruggekeerd naar de jeugd van Terneuzense Boys als trainer. Begon bij de F’jes en bleef er tot de JO19. Intussen had ik wel Uefa-C gehaald en ben toen opnieuw naar Corn Boys gegaan als hoofdtrainer. En tot op heden nog altijd met héél veel plezier.”
Toch nam hij het besluit om te kiezen voor Vogelwaarde. “Dat heb ik altijd een mooie club gevonden en toen ze contact opnamen ben ik in gesprek gegaan. Dat voelde goed en heb er heel veel zin in. Maar ik wil het hier wel goed afmaken. Want de afgelopen seizoenen is het voetbal binnen Sas van Gent wel meer gaan leven. Supporters weten de weg weer te vinden naar het sportpark. Opa’s en oma’s en ook ouders komen kijken naar hun (klein)kinderen die in het eerste spelen. Voorheen kwam het grootste deel van de selectie van buitenaf. Maar met die nieuwe koers hebben we daarin verandering gebracht. De kaart van de jeugd getrokken en dat werpt vruchten af. Nog niet altijd qua resultaten, maar wel qua goodwill en herkenbaarheid. Mensen praten weer over de club en dat is wellicht de grootste winst.”
De laatste twee jaar waren vanwege de corona niet de gemakkelijkste volgens Moes. “Je kreeg weinig kans om te bouwen, om in je ritme te komen. En als je dan met een heel jonge spelersgroep werkt, dan is dat wel eens extra lastig. Die moeten vlieguren maken om ervaring op te doen. De gemiddelde leeftijd is negentien jaar, dus daarin zit nog veel groeipotentie. Als ik sportief gezien kijk dan merk je wel een kentering. Werden we twee jaar geleden nog met dikke cijfers weggespeeld, daar is dit seizoen nauwelijks nog sprake van. We wisten zelfs tegen Hoofdplaat en Graauw als een paar keer verdiend te winnen. In andere wedstrijden hebben we het soms laten liggen. Door onervarenheid en soms door stomme persoonlijke fouten. Dat is jammer. Maar ik heb het volste vertrouwen in deze groep. Mijn opvolger Marino d’Hooge kan daar nog jarenlang mooi mee verder.”
Dit seizoen hoopt Moes nog wel een flink aantal punten toe te voegen, want hij heeft zich nog wel een sportief doel gesteld. “Ik ben pas tevreden als we uiteindelijk twintig punten halen. Dan moeten we nog flink aan de bak, maar er zijn nog zat wedstrijden te spelen. Vooral in de thuiswedstrijden moet het beter en effectiever. Als we dat totaal weten te bereiken, dan vertrek ik hier met een prima gevoel.”
Klik op Corn Boys voor het laatste artikel van de club.